3GT 7e editie > Theme 2 vocabulary

Engels theme 2 vocabulary
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Engels theme 2 vocabulary

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contratidiction: confused
A
disorderly
B
chaotic
C
orderly
D
happening

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Describe: confused
A
If you know what you do, you are confused
B
If you do not exactly know what is happpening, you are confused

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Synonyms: Friendly
A
kind
B
agressive
C
pleasant
D
bossy

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Contradictions: Friendly
A
kind
B
agressive
C
pleasant
D
bossy

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Make a sentence the word friendly becomes clear

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Make a sentence the word investigate becomes clear

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Make a sentence the word boring becomes clear

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Make a sentence the word childhood becomes clear

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Which word matches the image
A
Famous
B
Hide
C
Investigate
D
Show

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spell the English word for: gevaarlijk

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Which word is the odd one out and why?
baby - childhood - character

Baby - childhood - character

Slide 12 - Open vraag

Character, the other words have to do with being young.
Make pairs and explain why the words go together.
adventurous, aggressive, friendly, hide, boring, show

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

It's hard to predict how a jury will react.
Translate predict
A
zeggen
B
voorspellen
C
uitleggen
D
begrijpen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Someone's or something's appearance is the way that they look.
Translate appearance
A
verschijning
B
uiterlijk
C
kleding
D
karakter

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Albert Einstein is a famous person.
Synonym for famous
A
rich
B
unknown
C
difficult
D
well-known

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Write something to calm your friend down. After he has just witnessed a burglary.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Write what someone have to do when he has just witnessed a burglary.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Write an offer to help your friend.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies