Poëzie 2

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Taak poëzie
Bloemlezing

  • vijf gedichten over corona
  • inleiding: toelichting keuze gedichten
  • per gedicht analyse van de inhoud en van de vorm
  • reflectie

Slide 2 - Tekstslide

Verklaar de naam 'bloemlezing'.

Slide 3 - Open vraag

Vier kenmerken poëzie

1. een gedicht heeft een eigen uiterlijke vorm
2. in een gedicht spelen (rijm)klanken, maat en/of ritme een rol; 
3. een gedicht heeft een of meer versregels met een speciale (soms ongrammaticale) zinsbouw
4. in een gedicht wordt gespeeld met betekenissen van woorden.

Slide 4 - Tekstslide

 Poëzie: vorm en inhoud

Bij poëzie gaat het zowel om de inhoud als om de vorm. Vaak is er een relatie tussen vorm en inhoud en brengt de vorm je dichter bij de inhoud. 

Slide 5 - Tekstslide

Rijm
Rijm betekent in de ruimste zin van het woord herhaling van klanken.
Meestal bedoelt men daarmee herhaling van klank aan het eind van een regel (eindrijm).

Slide 6 - Tekstslide

Eindrijm en rijmschema


De bekendste vorm van rijm (Sinterklaasrijm). 

De woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank. 

Als je rijmende woorden aan het eind van een regel dezelfde letter geeft, ontstaat een rijmschema.



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

A.
Sint liep te denken
Wat moest hij jou schenken
Een boek of een bon
Of een flesje lotion?
B.
Sint liep te denken,
Een boek of een bon
Of een flesje lotion,
Wat moest hij jou schenken?
C.
Sint liep te denken
Een boek of een bon
Wat moest hij jou schenken
Een flesje lotion?
gepaard rijm
omarmend rijm
gekruist rijm
abab
aabb
abba

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe noem je dit rijmschema? 


Wat wil je worden? vroeg de juf  

't was in de 3de klas  

Ik keek haar aan en wist het niet  

Ik dacht dat ik al iets was  

Slide 13 - Tekstslide

Hoe noem je het rijmschema?
A
omarmend rijm
B
gekruist rijm
C
gebroken rijm
D
gepaard rijm

Slide 14 - Quizvraag

Half rijm
Gelijkheid van klank.

Assonantie: klinkerrijm
Gelijkheid van de beklemtoonde lettergrepen

Slide 15 - Tekstslide

Martinus Nijhoff

Maar' t  leven is te vast en hard

Of we al een rustplaats graven

Nog nimmer kwam de grote nacht

En is een mensch gaan slapen


Slide 16 - Tekstslide

Martinus Nijhoff

Maar' t  leven is te vast en hard

Of we al een rustplaats graven

Nog nimmer kwam de grote nacht

En is een mensch gaan slapen


Slide 17 - Tekstslide

Beginrijm
Gelijkheid van de beginmedeklinkers. 

Ook wel stafrijm.

Guido Gezelle: 
"Stafrijmen zijn stapstenen waarop men steunt met de stemme."

Slide 18 - Tekstslide

Welke soort rijm herken je?  

Slide 19 - Tekstslide

Welke soort rijm herken je in de titels van Suske en Wiske?
De gladde glipper / Het Spaanse spook /Het statige standbeeld

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Van welke soort rijm is er sprake in het liedje 17 miljoen mensen?
Ik zou eigenlijk juist nu een arm om je heen willen slaan
Zoveel nieuws, zo stil is het op straat
Een elleboog was nooit zo beschaafd,
en er is wel meer raars

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Welke rijm herken je in dit fragment?
Amsterdam, half negen / Aan de bar met z'n tweeën /Net een hapje gegeten
Ik doe iets fouts zonder reden / Ik dacht dat wij elkaar begrepen/ Nu gaan we terug in het verleden

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Welke rijm herken je in dit fragment?
Zo gaat het elke keer
We doen het telkens weer
Alle avonden belanden in dezelfde sfeer

Slide 26 - Open vraag

Inhoud

Slide 27 - Tekstslide

Uit: Olijven moet je leren lezen

"Sommige jongeren hebben nogal griezelige opvattingen over poëzie. Dat een gedicht bijvoorbeeld alles mag betekenen wat je maar wil. Dat songteksten altijd poëzie zijn, hoewel de meeste een slappe herkauwing van common sense zijn." 

Slide 28 - Tekstslide

Uit: Olijven moet je leren lezen
"En dat terwijl poëzie zo fantastisch is. Ze kan tegelijkertijd grappig én schrijnend zijn, ontroerend én ontluisterend. Acht regels kunnen de impact hebben van een natuurdocumentaire en actiefilm in één. Regels als alles van waarde is weerloos of niet het snijden doet zo'n pijn, maar het afgesneden zijn zingen mee met iedere stap die ik zet." 

Slide 29 - Tekstslide

"Een kleine waarschuwing is hier wel op haar plaats. Poëzie is niet ongevaarlijk. Ze kan je vrolijk maken, maar ook somber. Verdrietig. Opeens zie je gevoelens verwoord die je eerder niet kon uitdrukken en dus ook niet verwerken." 

Slide 30 - Tekstslide

Uit: Olijven moet je leren lezen
"Op poëziefestivals zijn er twee vragen die dichters altijd worden gesteld. De eerste vraag is of je misschien iets minder wilt drinken. De tweede vraag komt pas tegen het einde van de avond aan bod, en wordt vaak gesteld door een bezoeker die door zijn partner is meegesleept en een beetje ineengekrompen naar al die poëten heeft geluisterd." 

Slide 31 - Tekstslide

Wat zou de tweede vraag zijn die dichters altijd worden gesteld op poëziefestivals?

Slide 32 - Open vraag

Uit: Olijven moet je leren lezen
"Het is een goede vraag, die raakt aan een van de pijnlijkste aspecten van poëzie: dat ze je het geoel kan geven dat je dom bent." (...) Hoe vaag een gedicht ook kan lijken (en geloof me, er zijn gedichten waar de gehele literatuurwetenschap geen raad mee weet), het wil altijd iets overbrengen. Anders had er in plaats van De oude meepse barg rust nimmermeer in drab net zo goed PLOxq*355' kunnen staan." 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Uit: Olijven moet je leren lezen
"Hoe prachtig is zwemmen opeens als je gelooft dat Snoek het meent, dat zwemmen liefhebben met iedere porie is? Al kan je niet precies uitleggen waarom zwemmen met armen en benen oude geheimen vertellen is, toch heb je een idee wat Snoek hiermee bedoelt. Beginnen met het lezen van poëzie is ermee akkoord gaan dat je niet meteen alles begrijpt. Maar wel dingen gaat aanvoelen." 

Slide 35 - Tekstslide

Uit: Olijven moet je leren lezen
"Waarom zegt Snoek niet gewoon dat hij van zwemmen houdt? Omdat hij niet gewoon van zwemmen houdt. Hij zegt niet gewoon wat hij bedoelt, hij zegt precies wat hij bedoelt. Iedereen die begint met het lezen van poëzie mag ervan uitgaan dat het gedicht iets wil zeggen. Het is deel van de conversatie-etiquette tussen tekst en lezer en de eerste les in het leren lezen van gedichten." 

Slide 36 - Tekstslide