Samenvatting hoofdstuk 3





HOOFDSTUK 3 
INFORMATIEVE EN INSTRUCTIEVE TEKSTEN LEZEN


SAMENVATTING
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les





HOOFDSTUK 3 
INFORMATIEVE EN INSTRUCTIEVE TEKSTEN LEZEN


SAMENVATTING

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 INFORMATIEVE EN INSTRUCTIEVE TEKSTEN LEZEN

Planning: 
  • Welkom
  • Herhalen theorie hoofdstuk 3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn verschillende informatieve teksten:

Nieuwsberichten: de schrijver wil de lezer op de hoogte brengen van het laatste nieuws.
Achtergrondartikelen: de schrijver geeft de lezer informatie over wat er vooraf ging aan het nieuws en wat de gevolgen zijn.
Voorlichtingsfolders: de schrijver informeert de lezer waar iets te vinden is of wat de lezer kan doen.
Interviews: de schrijver informeert de lezer over wat de geïnterviewde vindt en denkt.
Beschouwing: de schrijver wil je aan het denken zetten. Hij laat verschillende kanten van een onderwerp zien. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 4 informatieve teksten ken je?
(1)Nieuwsberichten - (2)Romans - (3)Voorlichtingsfolders -
(4)Gedichten - (5)Reclamefolders - (6)Achtergrondartikelen -
(7)Kalenders - (8)Interviews

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke punten: 

Informatieve teksten zijn teksten die uitleg en informatie geven over een bepaald onderwerp.

De verschillende informatieve teksten hebben een eigen lay-out en eigen kenmerken.

- Is de bron betrouwbaar? Heeft de bron er belang bij om informatie achter te houden?




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de vetgedrukte informatie die sommige teksten hebben onder de titel?
A
Lied
B
Head
C
Lead
D
Vettie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Instructie

Een instructie geeft een lezer uitleg over hoe iets gedaan moet worden.

Denk aan recepten, een toelichting bij een formulier of de regels van een spel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SIGNAALWOORDEN
bovendien
fietsen
zoals
yolo
omdat
probleem
kortom
vrolijk

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een instructieve tekst?
A
Een instructieve tekst overtuigt je een bepaald product te kopen, bijvoorbeeld een folder of advertentie.
B
Een instructieve tekst brengt je op de hoogte van het laatste nieuws, bijvoorbeeld een krantenartikel.
C
Een instructieve tekst informeert je over hoe je iets moet doen, bijvoorbeeld een gebruiksaanwijzing of recept.
D
Een instructieve tekst is bedoeld om de lezer te vermaken, bijvoorbeeld de Donald Duck en de Tina.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Infographics
  • Informatieve illustraties met een combinatie van tekst en beeld.
  • De korte teksten in een infographic zijn net zo belangrijk als    de afbeeldingen.
  • Belangrijk: kijk naar koppen, pijlen, kleurgebruik en cijfers.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ter ondersteuning van welke tekst is de afbeelding van het lachende meisje toegevoegd?
Om aan te geven dat ze last heeft van hooikoorts.
Zij maakt duidelijk dat lezen helemaal niet moeilijk is.
Er is onder andere een moppenboekje voor dyslectische lezers tussen 9 en 12.
Om te laten zien dat lezen leuk is.

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de boekenserie voor dyslectische lezers?

Voetlicht podologie
Zoeklicht dyslexie
Snoepzicht Chocolaterie
Boekenserie Dyslexie

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Noem een belangrijk kenmerk van infographics

Slide 14 - Woordweb

- Informatieve illustraties met een combinatie van tekst en beeld.
- De korte teksten in een infographic zijn net zo belangrijk als de afbeeldingen.
- Belangrijk: kijk naar koppen, pijlen, kleurgebruik en cijfers
► Wat te doen:
Voorbereiding op de toets Lezen H3

•Zorg dat je alle reguliere opdrachten van 3.1, 3.2 en 3.3 gemaakt hebt.
•Leer de theorie die bij deze paragrafen hoort.
•Neem blz. 201 nog een keer door (signaalwoorden)
•Maak de oefentoets.
•Scoor je op een onderdeel lager dan 70%? Maak dan de extra opdrachten die bij deze paragraaf horen.

Toets Lezen H3 – 1e week oktober

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies