MA3 8.2 & 8.5 Met werk kom je verder + De verzorgingsstaat

MA H.8 Werk
8.2 Met werk kom je verder
8.5 De verzorgingsstaat

- Uitleg
- Aan de slag!
- Les afsluiten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

MA H.8 Werk
8.2 Met werk kom je verder
8.5 De verzorgingsstaat

- Uitleg
- Aan de slag!
- Les afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet/kan ik na deze les?
Uitleg 8.2 en 8.5
 - Wat is je maatschappelijke positie? Wat heeft daar invloed op?
- Wat is de maatschappelijke ladder?
- Wat is kansenongelijkheid?
- Wat is sociale mobiliteit?
- Wat is een/de verzorgingsstaat?
- Welke regelingen zijn er voor werknemers?
- Welke regelingen zijn er voor iedereen?
- Verzorgingsstaat of participatiesamenleving?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het minimumloon?
A
Het loon dat mensen krijgen die geen werk hebben
B
Het loon voor mensen die de minste uren werken
C
Het loon dat iedere Nederlander minimaal moet krijgen.
D
Het loon voor mensen met de simpelste banen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen bruto en nettoloon?
A
Het brutoloon is hoger dan het nettoloon
B
Het nettoloon is zonder belastingen, brutoloon na belastingen
C
Het nettoloon is hoger dan het brutoloon
D
Het brutoloon is zonder belastingen, nettoloon na belastingen

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent ontslag op staande voet?
A
Dat je geen nieuw contract krijgt
B
Dat je het bedrijf meteen moet verlaten
C
Dat je voor de rechter moet verschijnen
D
Dat je aan het eind van de week ontslagen wordt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is je maatschappelijke positie?

Slide 6 - Open vraag

De maatschappelijke ladder
Maatschappelijke positie
= Je plek in de samenleving
(Hoeveel respect, macht enz. heb je)

Maatschappelijke ladder
= Is de plek van iedereen in de
   samenleving van laag naar hoog.

Slide 7 - Tekstslide

Wat bepaalt je maatschappelijke positie?
Geld en bezit = invloed en meer respect/aanzien.

Status = Hoeveel respect/aanzien heb je door wie je bent en wat je doet?

Verantwoordelijkheid = Vuilnisman heeft minder verantwoordelijkheid dan minister.

Talent = ergens goed in zijn geeft je ook aanzien/respect,

Macht = des te meer mensen je kan beïnvloeden des te meer respect je hebt.
Kennis en vaardigheden = des te meer je weet en kan, des te meer respect.

Slide 8 - Tekstslide

Positie op basis van geld
(inkomen)
Positie op basis van respect/waardering

Slide 9 - Tekstslide

Wat is sociale mobiliteit?

Slide 10 - Open vraag

Sociale mobiliteit
= hoe makkelijk kan je een betere maatschappelijke positie krijgen?

Bij kansenongelijkheid is dit voor sommige mensen makkelijker dan anderen.
Omdat ze niet met dezelfde mogelijkheden opgroeien.

Slide 11 - Tekstslide

De verzorgingsstaat
De overheid beschermt mensen tegen:
- Ziekte
- Werkloosheid
- Arbeidsongeschiktheid

Helpt ook bij:
- Kinderen
- Ouderdom

Slide 12 - Tekstslide

Waarom betaal je belasting?
A
Om de overheid te betalen
B
Om bedrijven te betalen
C
Zodat de overheid dingen kan betalen
D
Zodat je werkgever je loon kan betalen

Slide 13 - Quizvraag

Waarvoor betaal je premies?
A
Voor uitkeringen
B
Voor het stemrecht
C
Voor het openbaar vervoer
D
Voor het onderwijs

Slide 14 - Quizvraag

Voorbeelden van uitkeringen voor werknemers:
Werkloosheidswet (WW) = Heb je betaald werk en wordt je ontslagen? Dan krijg je voor een beperkte tijd een uitkering (inkomen).

Ziektewet = Kun je door ziekte niet werken en krijg je geen loon? Dan krijg je maximaal 2 jaar, 70% van je loon als uitkering.

Wet Inkomen naar Arbeid (WIA) =
- Ernstige lichamelijke of geestelijke handicap.
- Of langer dan 2 jaar niet werken door ziekte.
Uitkering van maximaal 75% van je loon. MAAR! Wordt eerst gekeken wat je nog wel kan.

Slide 15 - Tekstslide

Wie krijgt een uitkering van de AOW?
A
Werklozen
B
Ouders zonder werk
C
Zieken
D
Ouderen

Slide 16 - Quizvraag

Regelingen voor iedereen
Kinderbijslag =
Uitkering voor opvoeden van kinderen.

AOW = Algemene OuderdomsWet
Uitkering voor mensen die door ouderdom niet kunnen/willen werken.

Bijstand =
Uitkering voor werklozen die
- Nooit betaald werk hebben gedaan.
- Geen WW meer krijgen.

Slide 17 - Tekstslide

Is het nog betaalbaar?
AOW:
Steeds meer gepensioneerden + minder werkenden.

Zorg en dus zorgverzekeringen worden steeds duurder omdat mensen langer leven.

Ook andere onderdelen van de verzorgingsstaat worden duurder.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Aan de slag!
Wat? Basis: 8.2 opdrachten 2, 3, 5, 7 t/m 10
                          8.5 opdrachten 2, 5, 8, 10, 12, 13
             Kader/TL: 8.2 opdrachten 1, 3, 4, 7, 9, 10, 14
                                  8.5 opdrachten 4, 5, 6, 9, 10, 11, 16

Met wie? Zachtjes overleggen met buurman of -vrouw.
Vragen? Hand opsteken, docent komt helpen.
Klaar? Verder werken aan opdracht Hindoeïsme en Boeddhisme

Slide 20 - Tekstslide