herhaling 4.1 en 4.2: arbeid

Snelheid berekenen

v = \frac{​ s ​ ​}{​ t ​}

s = v \cdot t

t = \frac{​ s ​ ​}{​ v ​}

1 / 19

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Snelheid berekenen

v = \frac{​ s ​ ​}{​ t ​}

s = v \cdot t

t = \frac{​ s ​ ​}{​ v ​}

Slide 1 - Tekstslide

Je moet een stuk van 8,6 kilometer fietsen en doet hier 26 minuten over.
Wat is je snelheid?

Slide 2 - Open vraag

Uitwerking

Je moet een stuk van 8,6 kilometer fietsen en doet hier 26 minuten over.

Wat is je snelheid?

Slide 3 - Tekstslide

Een hardloper loopt gemiddeld 4,0 m/s. Hij gaat 25 minuten hardlopen.
Welke afstand heeft hij afgelegd?

Slide 4 - Open vraag

Uitwerking

Een hardloper loopt gemiddeld 4,0 m/s. Hij gaat 25 minuten hardlopen.

Welke afstand heeft hij afgelegd?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de resulterende kracht?

Het verschil tussen de voortstuwende krachten en de tegenwerkende krachten.

Slide 6 - Tekstslide

Resulterende kracht

Meer meewerkende kracht(en)

Resultante kracht vooruit

Versnelling

Evenveel tegenwerkende als meewerkende kracht(en)

Geen resultante kracht

Constante snelheid

(of stilstaan)

Meer tegenwerkende kracht(en)

Resultante kracht achteruit

vertraging

Slide 7 - Tekstslide

Een vliegtuig staat stil op de grond. Wat weet je over de resulterende kracht?

De resulterende kracht is vooruit gericht

De resulterende kracht is achteruit gericht

De resulterende kracht is 0 N

Niks

Slide 8 - Quizvraag

Een vliegtuig vliegt met constante snelheid door de lucht. Wat weet je over de resulterende kracht?

De resulterende kracht is vooruit gericht

De resulterende kracht is achteruit gericht

Er is geen resulterende kracht

Niks

Slide 9 - Quizvraag

Afstand bepalen

Je gaat een klein stukje fietsen. Eerst versnel je in 20 seconden van stilstand naar een snelheid van 4,5 m/s. Vervolgens fiets je 45 seconde op die snelheid. Dan stop je met fietsen en laat je de fiets uitrollen. Na 35 seconde sta je weer stil.

Slide 10 - Tekstslide

Afstand bepalen

1) in 20 seconden versnellen naar 4,5 m/s

2) 45 seconden lang. constante snelheid.

3) 35 seconden lang vertragen tot stilstand.

Slide 11 - Tekstslide

Afstand bepalen

Slide 12 - Tekstslide

Welke afstand heb je afgelegd?

Slide 13 - Open vraag

Uitwerking

Slide 14 - Tekstslide

Arbeid berekenen

W = F \cdot s

F = \frac{​ W ​ ​}{​ s ​}

s = \frac{​ W ​ ​}{​ F ​}

Slide 15 - Tekstslide

Je duwt met een kracht van 40N een zware tas 70cm over een tafel. Hoeveel arbeid heb je geleverd?

Slide 16 - Open vraag

Uitwerking

Je duwt met een kracht van 40N een zware tas 70cm over een tafel. Hoeveel arbeid heb je geleverd?

Slide 17 - Tekstslide

Met een kracht van 80 N duw je een vriend vooruit op de fiets. Nadat je 5600 J arbeid hebt geleverd stop je met duwen. Welke afstand heb je afgelegd?

Slide 18 - Open vraag

Uitwerking

Met een kracht van 80 N duw je een vriend vooruit op de fiets. Nadat je 5600 J arbeid hebt geleverd stop je met duwen. Welke afstand heb je afgelegd?

Slide 19 - Tekstslide

herhaling 4.1 en 4.2: arbeid

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Online les 4.1 en 4.2

oefentoets h4 open vragen

kracht en beweging Les 2

Herhaling par. 4.1+4.2

oefentoets h4

h4 § 1 Krachten en soorten beweging

H4 - 4.3 Veiligheidsmaatregelen in het verkeer

Overal 3h P4.2