blaaskatheter

blaaskatheter
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

blaaskatheter

Slide 1 - Tekstslide

Je brengt een blaaskatheter in bij een vrouw. Er vloeit geen urine af. Wat is er waarschijnlijk aan de hand en wat is in deze situatie een correcte actie?
A
De blaasuitgang is geblokkeerd; de katheter eruit halen en de arts waarschuwen.
B
De katheter zit in de vagina; de katheter eruit halen en een nieuwe katheter inbrengen in de urethra.
C
De katheter zit in de vagina; de katheter er even in laten zitten en een nieuwe katheter inbrengen in de urethra.

Slide 2 - Quizvraag

Bij een zorgvrager met een verblijfskatheter wordt bacteriurie vastgesteld. De specialist ouderengeneeskunde besluit de bacteriurie niet te behandelen. Wat is de meest waarschijnlijke reden?
A
Bij bacteriurie gaat het om onschuldige bacteriën.
B
De zorgvrager heeft een niet-behandelbeleid.
C
Er zijn geen signalen van een urineweginfectie.

Slide 3 - Quizvraag

Je constateert dat er urine lekt langs de katheterslang. Wat is een correcte eerste actie van de verzorgende?
A
De arts erbij halen.
B
De katheter vervangen.
C
De katheterzak vervangen.
D
Checken of er een knik in de slang zit.

Slide 4 - Quizvraag

Mevrouw Anninga (78) is sinds gisterenavond erg in de war. Ze herkende haar vaste verzorgende niet. Ze zei ook dat er mieren over de tafel lopen en in de thee zitten. Op andere momenten is ze helder. Ze was de voorgaande twee dagen niet helemaal fit. Ze had weinig energie, dronk en at weinig. Wat zijn de twee meest voorkomende oorzaken van deze acute verwardheid? Geef twee antwoorden.
Meerdere antwoorden zijn mogelijk:
A
Longontsteking
B
Uitdroging
C
TIA
D
Urineweginfectie

Slide 5 - Quizvraag

Er zijn verschillen soorten blaaskatheters wat betreft type, lengte, materiaal en dikte. Wie bepaalt welke katheter een zorgvrager krijgt?
A
De arts
B
De coördinerend verpleegkundige
C
De eerst verantwoordelijke verzorgende

Slide 6 - Quizvraag

Een vergrote prostaat kan de plasbuis (urethra) vernauwen. Waar ligt de prostaat precies?
A
De prostaat ligt voor de urethra.
B
De prostaat ligt achter de urethra.
C
De prostaat ligt rondom de urethra.

Slide 7 - Quizvraag

Je vermoedt een urineweginfectie bij een zorg vrager met een verblijfskatheter. Wat is een adequate aanpak?

A
Niets doen. Een urineweginfectie kan geen kwaad bij zorgvragers met een verblijfskatheter.
B
Zelf een urine-dipsticktest doen en daarna de arts informeren.
C
De coördinerend verpleegkundige vragen een urine-dipsticktest te doen.
D
De arts informeren.

Slide 8 - Quizvraag

Bij het inbrengen van een blaaskatheter wordt een glijmiddel gebruikt, bijvoorbeeld Instillagel. Welke stelling(en) is correct? Geef één antwoord.
Stelling I: Het glijmiddel Instillagel heeft ook een verdovende en desinfecterende werking.
Stelling II: Het glijmiddel Instillagel wordt aangebracht op de katheter, onder de kathetertip.
A
Alleen stelling I is juist.
B
Alleen stelling II is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 9 - Quizvraag

Je brengt een blaaskatheter in bij een zorgvrager. Hij is erg gespannen. Wat is een correcte aanpak om de zorgvrager te helpen zich te ontspannen?
A
De zorgvrager vragen om diep zuchten.
B
Extra glijmiddel met verdovende werking gebruiken.
C
Een collega erbij roepen en met haar/hem een gezellig praatje maken.

Slide 10 - Quizvraag

Mevrouw Assink verliest na de geboorte van haar derde kind regelmatig druppeltjes urine tijdens een niesbui. Is er sprake van incontinentie?
A
Ja, dit is stressincontinentie, door verzwakking van de bekkenbodemspieren.
B
Nee, dit is geen incontinentie, het komt door de zwangerschap en gaat vanzelf over.
C
Ja, dit is aandrangincontinentie, doordat de buik opgerekt is geweest.
D
Nee, dit is (nog) geen incontinentie, maar het kan dat wel worden als je er niets tegen doet.

Slide 11 - Quizvraag

Is gebruik van een barrièrecrème zinvol bij incontinentie ter preventie van huidletsel?
A
Ja, doordat je een laagje aanbrengt als bescherming tegen urine.
B
Ja, doordat je de huid hydrateert.
C
Nee; je kunt beter helemaal geen crème gebruiken op de kwetsbare, oudere huid.

Slide 12 - Quizvraag

Mevrouw Arends heeft een extra groot incontinentieverband met een extra inlegger gekregen, omdat ze zoveel urine verliest. Helaas treedt regelmatig lekkage op.
A
Het verband handhaven en de extra inlegger verwijderen.
B
Een groter verband geven met sterker absorberend vermogen, zonder inlegger.
C
Een kleiner verband geven en de extra inlegger handhaven.
D
Een kleiner verband geven met sterker absorberend vermogen, zonder extra inlegger.

Slide 13 - Quizvraag

De oorzaak van incontinentie bij mensen met de ziekte van Alzheimer is meestal:
A
Algehele veroudering.
B
Een verstoorde prikkelwerking.
C
Een te kleine blaascapaciteit.
D
Immobiliteit, desoriëntatie of apraxie (niet meer weten hoe iets gaat)

Slide 14 - Quizvraag

Is maandverband geschikt als incontinentieverband voor de nacht bij beginnende incontinentie?
A
Ja; bij beginnende incontinentie is dat effectief en goedkoop.
B
Ja, maar liever niet voor langere tijd, want dat kan irritatie geven.
C
Ja; het is zelfs beter, omdat het dikker en stugger is dan incontinentiemateriaal.
D
Nee; de bovenlaag van maandverband absorbeert geen urine.

Slide 15 - Quizvraag

Waar moet je op letten bij de dagelijkse verzorging van een katheter bij mannen?
A
Of er een wondje is bij de ingang van de plasbuis.
B
Of het ballonnetje van de katheter voldoende gevuld is.
C
Of er urine lekt langs de katheter.

Slide 16 - Quizvraag

Bij welke cliënten die een katheter gebruiken, is de kans op een urineweginfectie het grootst?
A
Bij cliënten die zichzelf katheteriseren met een katheter voor eenmalig gebruik.
B
Bij cliënten met een verblijfskatheter.

Slide 17 - Quizvraag

Je brengt een katheter in bij meneer Van Son. Je voelt weerstand wanneer je de katheter langs de prostaat wilt voeren. Wat is het grootste gevaar van ‘doorduwen’ van de katheter?
A
Beschadigen van het slijmvlies van de plasbuis.
B
Doorschieten van de katheter tot diep in de blaas.
C
Maken van een fausse route.

Slide 18 - Quizvraag

reden voor katheterisatie

Slide 19 - Woordweb

De latex katheter is gemaakt van latexrubber. Het is een soepele katheter, geschikt voor:
A
kortdurend gebruik (max 2 weken)
B
middenlang gebruik (max 4 weken)
C
lang gebruik (max 8 weken)

Slide 20 - Quizvraag

Full siliconen katheter, de verblijfsduur van deze katheter is
A
8 tot 12 weken
B
4 tot 8 weken
C
1 tot 12 weken
D
een half jaar

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn nadelen van "full siliconen katheter"

A
is wat stugger
B
het materiaal is semi-permeabel
C
kalkafzettingen
D
geen enkele

Slide 22 - Quizvraag