H6.7 (N)iets voor jou?

Hoofdstuk 6.7
(N)iets voor jou?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.7
(N)iets voor jou?

Slide 1 - Tekstslide

In deze les ga je ontdekken wat je zelf kunt doen om ontwikkelingslanden te helpen.
6.7 (N)iets voor jou?

Slide 2 - Tekstslide

  • NL geeft ontwikkelingshulp in de vorm van: geld, kopen van goederen en diensten.
  • voorbeelden:
  • vakantie: toerisme geeft inkomsten
  • Fairtrade producten: producten met een fairtrade keurmerk zijn duurder door opslag op inkoopprijs. Deze opslag gaat naar de telers. Voorwaarde is dat zij moeten zorgen voor goede arbeidsomstandigheden

6.7 (N)iets voor jou?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kinderarbeid
  • Kinderarbeid is het tewerkstellen van kinderen op een wijze die ze hun kindertijd, hun waardigheid of hun potentieel ontneemt en die schadelijk is voor hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. 
  • Sommige consumenten kiezen bewust voor producten die zonder kinderarbeid gemaakt worden.
6.7 (N)iets voor jou?

Slide 5 - Tekstslide

Unicef (helpt kinderen over de hele wereld bij ziekte, geweld, discriminatie, kinderarbeid)
Wat doet Unicef?
- arme families financieel te ondersteunen,
- het aanbieden van toegankelijk en kwalitatief goed basisonderwijs,
- voorlichtingscampagnes,
- het beïnvloeden van overheidsbeleid
- in gesprek te gaan met werkgevers over alternatieven voor de inzet van kinderen.
6.7 (N)iets voor jou?

Slide 6 - Tekstslide

Microkrediet

Een microkrediet is een kleine lening (max. €50.000,-) die verstrekt wordt aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden die niet kunnen lenen bij traditionele banken. 


Slide 7 - Tekstslide

Microkrediet: hoe werkt dat precies
6.7 (N)iets voor jou?

Slide 8 - Tekstslide

De wereldbank:
Zij verstrekt leningen aan ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden, met als voornaamste doel het bestrijden van armoede.

6.7 (N)iets voor jou?

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingswerk 
6.7 (N)iets voor jou?

Slide 10 - Tekstslide

Invloed op ontwikkelingswerk
Als Nederlander heb je invloed op de regering en daardoor invloed op ontwikkelingshulp.
Kijk naar de verkiezingsprogramma's van de partijen dan weet je waar ze voor staan en kun jij je keuze maken.

6.7 (N)iets voor jou?

Slide 11 - Tekstslide

Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.
A
Nationaal inkomen
B
Inkomen per hoofd van de bevolking
C
Ontwikkelings- samenwerking
D
Bruto binnenlands product

Slide 12 - Quizvraag

Hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden aan die hulp gesteld worden
A
Gebonden hulp
B
Structurele hulp
C
Noodhulp
D
Vicieuze cirkel

Slide 13 - Quizvraag

Wat is GÉÉN kenmerk van ontwikkelingslanden?
A
Snelle bevolkingsgroei
B
Monocultuur
C
Veel werkloosheid
D
Alfabetisme

Slide 14 - Quizvraag

Als een land maar 1 product exporteert: bijvoorbeeld alleen maar bananen
A
Analfabeet
B
Export
C
Monocultuur

Slide 15 - Quizvraag

Waar vind je de meeste monocultuur?
A
In rijke landen in de landbouw
B
in ontwikkelingslanden in de landbouw
C
in rijke landen in de industrie
D
in ontwikkelingslanden in de industrie

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Koffie is een belangrijk exportproduct van Rwanda (land in Oost-Afrika).
Stel dat de exportprijs van koffie uit Rwanda daalt en de importprijzen voor Rwanda niet veranderen.
Wat zal er dan gebeuren met de ruilvoet van Rwanda?
A
De ruilvoet van Rwanda zal gelijk blijven
B
De ruilvoet van Rwanda zal verslechteren
C
De ruilvoet van Rwanda zal verbeteren

Slide 18 - Quizvraag

De exportopbrengst van Botswana bestaat voor 70 tot 80% uit de verkoopopbrengst van diamant. In 2009 daalde de vraag naar diamant zeer sterk door de economische crisis, terwijl het aanbod gelijk bleef. De importprijzen veranderden niet in dat jaar.
Welke invloed had de economische crisis op de diamantprijs? En wat was de invloed op de ruilvoet van Botswana?
A
De diamantprijs daalde, de ruilvoet daalde.
B
De diamantprijs daalde, de ruilvoet steeg.
C
De diamantprijs steeg, de ruilvoet daalde.
D
De diamantprijs steeg, de ruilvoet steeg.

Slide 19 - Quizvraag

Hulp die een land rechtstreeks geeft aan een ontwikkelingsland.
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
C
Bilaterale hulp
D
Gebonden hulp

Slide 20 - Quizvraag

Deze organisatie heeft als belangrijkste taak ontwikkelingslanden te helpen met leningen
A
WTO
B
WHO
C
Wereldbank
D
Europese Centrale Bank

Slide 21 - Quizvraag

Geef de omschrijving voor microkrediet

Slide 22 - Open vraag

Geef de omschrijving van fairtrade

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag
Maken toepassingsvragen 6.7; opdracht 6, 7, 8, 9

Slide 24 - Tekstslide