Hoofdstuk 8 4GT paragraaf 8.1

Theorie vorige les
Neem voor je blz. 234 we gaan het huiswerk van de vorige les nakijken.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Theorie vorige les
Neem voor je blz. 234 we gaan het huiswerk van de vorige les nakijken.

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les 
- Weet je hoe je welvaart tussen landen moet vergelijken.
- Weet je welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben.
- Weet je waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben.
- Weet je wat landen kunnen doen tegen schommelende grondstofprijzen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is GÉÉN kenmerk van ontwikkelingslanden?
A
Snelle bevolkingsgroei
B
Monocultuur
C
Veel werkloosheid
D
Alfabetisme

Slide 4 - Quizvraag

Als een land maar 1 product exporteert: bijvoorbeeld alleen maar bananen
A
Analfabeet
B
Export
C
Monocultuur

Slide 5 - Quizvraag

In welk soort landen komt vaak een monocultuur in de landbouw voor?
A
Ontwikkelingslanden
B
Westerse landen
C
Volgers (BRICS)
D
Overal

Slide 6 - Quizvraag

Waar vind je monocultuur?
A
In rijke landen in de landbouw
B
in ontwikkelingslanden in de landbouw
C
in rijke landen in de industrie
D
in ontwikkelingslanden in de industrie

Slide 7 - Quizvraag

De ruilvoet van rijke landen is beter dan die van onderontwikkelde landen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Koffie is een belangrijk exportproduct van Rwanda (land in Oost-Afrika).
Stel dat de exportprijs van koffie uit Rwanda daalt en de importprijzen voor Rwanda niet veranderen.
Wat zal er dan gebeuren met de ruilvoet van Rwanda?
A
De ruilvoet van Rwanda zal gelijk blijven
B
De ruilvoet van Rwanda zal verslechteren
C
De ruilvoet van Rwanda zal verbeteren

Slide 9 - Quizvraag

De exportopbrengst van Botswana bestaat voor 70 tot 80% uit de verkoopopbrengst van diamant. In 2009 daalde de vraag naar diamant zeer sterk door de economische crisis, terwijl het aanbod gelijk bleef. De importprijzen veranderden niet in dat jaar.
Welke invloed had de economische crisis op de diamantprijs? En wat was de invloed op de ruilvoet van Botswana?
A
De diamantprijs daalde, de ruilvoet daalde.
B
De diamantprijs daalde, de ruilvoet steeg.
C
De diamantprijs steeg, de ruilvoet daalde.
D
De diamantprijs steeg, de ruilvoet steeg.

Slide 10 - Quizvraag

Ontwikkelingslanden met een ……. zijn voor hun export afhankelijk van één of enkele producten.
A
begrotingstekort
B
monocultuur
C
buffervoorraad
D
ruilvoet

Slide 11 - Quizvraag

Welk begrip hoort hierbij :
Verslechtering van de verhouding tussen de waarde van exportproducten en de waarde van importproducten van een land.
A
Ruilvoet verbetering
B
Periferie
C
Regionale ongelijkheid
D
Ruilvoet verslechtering

Slide 12 - Quizvraag

Ga aan het werk 
Lees paragraaf 8.1 en maak de opdrachten

Slide 13 - Tekstslide