ma'leer verzorgingsstaat les 4

Lesdoelen
  •                                 Na deze les kun je uitleggen: 
  • wat de behoefte-piramide van Maslow inhoudt
  • weet je wat de begrippen sociale ongelijkheid en sociale mobiliteit inhouden en hoe dat jouw positie bepaalt op de maatschappelijke ladder
  • ken je het verband tussen vergrijzing,ontgroening en solidariteit.
  • Ken je het verschil tussen materiële en immateriële motieven van arbeid 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  •                                 Na deze les kun je uitleggen: 
  • wat de behoefte-piramide van Maslow inhoudt
  • weet je wat de begrippen sociale ongelijkheid en sociale mobiliteit inhouden en hoe dat jouw positie bepaalt op de maatschappelijke ladder
  • ken je het verband tussen vergrijzing,ontgroening en solidariteit.
  • Ken je het verschil tussen materiële en immateriële motieven van arbeid 

Slide 1 - Tekstslide

Waarom werken mensen?
Wat zijn hun motieven? 
Materiële motieven: goed loon, (luxe) goederen kunnen kopen, vakantiegeld, mooi huis etc.
Immateriële motieven: status/ aanzien, leuk werk, sociale contacten, nuttig zijn gewaardeerd worden, etc.

Slide 2 - Tekstslide

Maslow


"Je kunt je pas richten op een hogere behoefte als jouw basisbehoeften op de lagere niveaus bevredigd zijn"!

Materieel / Immaterieel

Slide 3 - Tekstslide

Maatschappelijke ladder
  • Je positie wordt bepaald door:
  1. Kennis en vaardigheden (leerling lager dan meester)
  2. Macht en verantwoordelijkheid (werknemer lager dan werkgever)
  3. Inkomen (Chirurg hogere status dan schooldirecteur).
  • Ladder ook persoonlijk, meer status voor Messi of chirurg?

Slide 4 - Tekstslide

Iemand werkt om zijn huur te kunnen betalen. Welke basisbehoefte van Maslow wordt hierdoor bevredigd?
A
Zelf realisatie
B
behoefte aan sociaal contact
C
veiligheid en zekerheid
D
lichamelijke behoeften

Slide 5 - Quizvraag

Werk en sociale mobiliteit
Maatschappelijke positie: plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder

Erkenning die je van anderen krijgt   

Van invloed: salaris, macht/invloed, kennis, talenten

Slide 6 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid & sociale mobiliteit
Sociale mobiliteit: de verandering in jouw positie (of van jouw beroepsgroep) op de maatschappelijke ladder
Sociale ongelijkheid: ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen, kennis en politieke macht

Links partijen: willen ongelijkheid verkleinen
Rechtse partijen: vinden de verschillen vanzelfsprekend

Slide 7 - Tekstslide

Noem een beroep dat hoog op de maatschappelijke ladder staat

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 11 - Quizvraag

Solidariteit is:

Hoe komen we in de samenleving voor elkaar op?

Wat hebben mensen onderling voor elkaar over?

Hoe verdelen we de kosten/lasten van samenleven eerlijk onder elkaar? 

Slide 12 - Tekstslide

Ongelijkheid en solidariteit tussen jong en oud
  • Sociale ongelijkheid: lasten zijn  niet eerlijk over de mensen verdeeld. 
  • Vergrijzing en ontgroening spelen hierin ook een rol
  • Er ontstaan sterk stijgende kosten voor de verzorgingsstaat
  • Solidariteit komt onder druk!

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les 
Havo4 WB: blz 153 par.4: vr 3 t/m8 
                       blz. 155/156 nr. 11 en nr. 12
VWO 4 WB: blz 168 vr 4 en vr 5 en blz. 169/170: nr.8, nr.9 
H4& V4: PO actueel onderwerp: verder met verslag in jullie 2-tal 

Slide 14 - Tekstslide

SUCCES!

Slide 15 - Tekstslide