Werk en vrije tijd

MYP 2 Werk en vrije tijd
Booklet Werk en Vrije tijd
Blz 235
Opdracht 7 en 8
Vocabulary Thema Seizoenen
 Leer je woordjes

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

MYP 2 Werk en vrije tijd
Booklet Werk en Vrije tijd
Blz 235
Opdracht 7 en 8
Vocabulary Thema Seizoenen
 Leer je woordjes

Slide 1 - Tekstslide

Werk en Vrije tijd bkl
10.1 Page 228 Tekst Nikos en Thomas gaan naar het zwembad
Ex 1 vragen bij de tekst
10.2 Ga je mee?
Tekst samen lezen
Ex 2 en page 230/231

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary Seizoenen
Day 1page 1 - 9 
Day 2 page 10 - 15 

Slide 3 - Tekstslide

Today
10.3 Wat doe jij in je vrije tijd?
Samen LEZEN
opdracht (exersice) 4 blz 232
10.4 Computertaal blz 233 samen LEZEN
opdracht (ex) 5 en 6 blz 234

Slide 4 - Tekstslide

Wat is hetzelfde als "lente"?

A
najaar
B
voorjaar
C
achterjaar
D
opjaar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tegengestelde van NACHT?

Slide 6 - Open vraag

Is dit een "spin"of een "vis"

Slide 7 - Open vraag


Slide 8 - Open vraag

Dit is de ...... van een ........

Slide 9 - Open vraag

Dit is .......

Slide 10 - Open vraag

Lidwoorden

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm in
A
ik gelijd, jij glijdt, hij gelijd, zij gelijd
B
ik gelijdt, jij gelijdt, hij gelijdt, zij gelijdt
C
ik gelijd, jij gelijd, hij gelijd, zij gelijd
D
ik gelijd, jij gelijdt, hij gelijdt, zij gelijdt.

Slide 12 - Quizvraag

Seizoenen

Slide 13 - Woordweb

boom

Slide 14 - Woordweb

Splitsbare werkwoorden
werkwoorden (verbes) die we uit elkaar halen.
whom we take apart.
Het werkwoord is in een zin gesplitst in twee delen: het voorvoegsel en het werkwoord. Ze staan gescheiden in een zin.


In de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd staat het eerste deel van dit werkwoord achteraan in een zin. Bij het voltooid deelwoord wordt ge tussen de twee delen geplaatst.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelde splitsbare Werkwoorden
in/grijpen, op/nemen, uit/stappen, in/schrijven

Slide 16 - Tekstslide

Plaats van delen 
Altijd voor- of achtervoegsel helemaal naar achteren in de zin.

De wekker loopt altijd veel te vroeg af (aflopen)

Slide 17 - Tekstslide

Maak een zin met het splitsbare werkwooord KLAARZETTEN

Slide 18 - Open vraag

Maak een zin met het splitsbare werkwooord: OPBELLEN

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin met het splitsbare werkwooord: OPVANGEN

Slide 20 - Open vraag

Maak een zin met het splitsbare werkwooord: AFGEVEN

Slide 21 - Open vraag