4M H2 2.1 en topo

Maandag heb je als het goed is de les van H2 2.1 doorgewerkt hier op Lesson up. 
Dit moet af zijn van 2.1 voor dat je aan de les van 2.2 begint:
1.Alle aantekeningen van 2.1 staan in je schrift.
2.Opdracht 1-2-3-4-5-6-7 in WB bij 2.1 zijn gemaakt.

ga aan de slag.

Nog niet alles af? Dan eerst alles uit de les van maandag gaan doen. Open de les van maandag nu in Lesson up en aan de slag. Pas als die af is, ga je door met deze les.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Maandag heb je als het goed is de les van H2 2.1 doorgewerkt hier op Lesson up. 
Dit moet af zijn van 2.1 voor dat je aan de les van 2.2 begint:
1.Alle aantekeningen van 2.1 staan in je schrift.
2.Opdracht 1-2-3-4-5-6-7 in WB bij 2.1 zijn gemaakt.

ga aan de slag.

Nog niet alles af? Dan eerst alles uit de les van maandag gaan doen. Open de les van maandag nu in Lesson up en aan de slag. Pas als die af is, ga je door met deze les.

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdag 20 oktober:
Als je deze les vandaag volgt, kom je de volgende dingen tegen:
*nakijken 2.1
*nog wat oefenen met 2.1
*rekenen met bevolkingscijfers
*WB  topografie maken

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken WB 2.1
Pak jouw WB erbij en check jouw antwoorden. Heb je iets niet goed? Verbeter het en kijk of je snapt waarom je het fout hebt. Als je iets niet weet, vraag het dan aan!!!!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Nog even oefenen met 2.1
De volgende slides bevatten nog een paar oefenvragen over 2.1

Slide 11 - Tekstslide

Een bevolkingsgrafiek van een arm land heeft een brede onderkant
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In de bevolkingspiramide van NL kan je niet zien wanneer WOII was.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

De bevolking van het land van de bevolkingsgrafiek van de vorige afbeelding neemt af.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De bevolkingspiramide die je zag is van een rijk land want mensen worden best oud in dit land
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een welvarend land heeft een oude bevolking omdat iedereen naar dat land toe komt
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Cirkeldiagram van de vorige slide heeft te maken met
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Is er bij de vorige slide sprake van een sterfte- of geboorteoverschot
A
stefteoverschot
B
geboorteoverschot

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

De vorige kaart gaat over
A
Droogte wereld
B
Corona slachtoffers
C
Bevolkingsdichtheid
D
Welvaart wereld

Slide 23 - Quizvraag

De bevolkingsdichtheid is het hoogste in
A
Noord Afrika
B
Zuid Amerika
C
Australië
D
Azië

Slide 24 - Quizvraag

De bevolking is redelijk gelijkmatig verspreid over de wereld
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Rekenen met bevolkingscijfers 1
Je kunt de bevolking uitdrukken in absolute aantallen, bijvoorbeeld Nederland heeft 17.415.000 inwoners. Je kijkt dan echt naar hoeveel mensen er zijn, geboren worden, sterven, naar Nederland verhuizen of juist weggaan hier. 
Bijvoorbeeld, in Nederland worden elk jaar ongeveer 180.000 baby's geboren. 

Slide 26 - Tekstslide

Rekenen met bevolkingscijfers 2
Je kunt ook kijken naar de relatieve aantallen. Je kijkt dan naar het  aantal geboortes, sterftes of verhuizingen per 1000 inwoners. Je kunt hiermee landen of gebieden vergelijken.

Het sterftecijfer van NL is bijvoorbeeld 10. Dit betekent dat er per 1000 inwoners 10 dood gaan per jaar. 

Slide 27 - Tekstslide

Rekenen met bevolkingscijfers 3
Een stad heeft 50.000 inwoners. Het geboortecijfer is 3. Hoeveel kinderen worden er dan per jaar geboren?
Dit weet je:
3 geboortes per 1000 inwoners, stad heeft 50.000 inwoners
dus ?? geboortes per 50.000 inwoners.
1000 x 50 = 50.0000
Je doet dan ook 3 x 50 = 150 geboortes

Slide 28 - Tekstslide

Dit weet je:
3 geboortes per 1000 inwoners
stad heeft 50.000 inwoners
Kijk hiernaast hoe je het uitrekent:
3 x 50 is 150
 Er worden 150 kinderen geboren

Slide 29 - Tekstslide

Rekenen met bevolkingscijfers4
Een stad heeft 60.000 inwoners. Er verhuizen 120 mensen. 
Wat is het vertrekcijfer?

Slide 30 - Tekstslide

Dit weet je:
Er zijn 60.000 inwoners.
Er vertrekken 120 mensen.
Een vertrekcijfer gaat altijd per 1000 inwoners.

120 : 60 is 2 
Het vertrekcijfer is 2

Slide 31 - Tekstslide

In een stad wonen 80.000 inwoners. Er worden 240 kinderen geboren. Wat is het geboortecijfer?
A
3
B
5
C
8
D
4

Slide 32 - Quizvraag

Het vestigingscijfer is 5. Er wonen 30.000 mensen in dit dorp. Hoeveel mensen komen erbij?
A
140
B
150
C
250
D
1000

Slide 33 - Quizvraag

Vragen over 2.1?
Als je vragen hebt, stel ze dan alsjeblieft aan me!

Slide 34 - Tekstslide

Maken in deze les
Achter in je WB staan allemaal topo kaarten. Bij T3 zit ook een deel topo. De topo gaat over Duitsland en China. Deze kaarten moet je dus gaan maken:

Topo Duitsland (plaatsen, wateren, buurlanden en landstreken)
Topo China (plaatsen, wateren, buurlanden en landstreken)
(let op er zijn 2 kaarten van China, kijk goed naar de titel!!)

Slide 35 - Tekstslide

Hoe ging het deze les? Wat heb je allemaal al af?
A
Aantekeningen 2.1
B
Opdrachten WB 2.1
C
Topo Duitsland
D
Topo China

Slide 36 - Quizvraag