Gender-/seksuele diversiteit algemeen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij seksuele- & genderdiversiteit?

Slide 2 - Woordweb

Factsheet
Diversiteit= verscheidenheid, verschillen.

Seksueel= Tot wie voel jij je aangetrokken? Kan jij verliefd worden?

Gender= Welk geslacht voel jij je? Onzijdig, man, vrouw of? 

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
Kan je het verschil tussen seksuele en genderdiversiteit benoemen.
Kan je verschillende onderdelen van de LHBTI+ gemeenschap herkennen.
Heb je kennis gemaakt met hoe (culturele) kaders invloed hebben op seksuele en genderdiversiteit.

Slide 4 - Tekstslide

Seksuele oriëntatie
- één gender vallen zijn hetero, lesbisch (de ‘l’ van lhbti+) of homo (de ‘h’ van lhbti+), ook wel ‘monoseksueel’ genoemd  (2,4% lesbisch en 3% homoseksueel in Nederland).
-Val je op meer dan 1 gender? Bi+ (15% van de vrouwen en zo’n 6% van de mannen in Nederland identificeert zich als biseksueel). Andere benamingen binnen de bi-familie zijn: ‘panseksueel’ (vallen op een man, vrouw of alles daartussen), ‘bischierig’ (overheersend hetero- of homoseksueel zijn, maar nieuwsgierig naar het andere geslacht, ook wel bekend als ‘heteroflex’ en ’homoflex’) en ‘poly-seksueel’ (meerdere genderidentiteiten/geslachten)  
-‘Aseksuele’ mensen hebben geen seksuele aantrekking tot iemand of ‘a-romantisch’ zijn betekent geen gevoel van verliefdheid kunnen laten ontstaan. 
-‘Demi-seksuele’ vallen voor mensen bij het leren kennen van het innerlijk van iemand.

Slide 5 - Tekstslide

Genderdiversiteit (1)
Chromosomen: vrouwen hebben XX-chromosomen en mannen XY-chromosomen. Sommigen hebben een geslachtschromosoom extra, zoals XYY, XXX of XXY.

Hormonen: hebben ook invloed op je sekse, testosteron wordt gekoppeld aan het mannelijke hormoon en oestrogeen aan het vrouwelijke hormoon. Ieder mens maakt echter beide hormonen aan, waarin het bij ieder in hoeveelheid weer verschilt.

Sommige mensen passen niet in hokje man of vrouw, dit heet intersekse conditie (de letter ‘i’ binnen lhbti+) en komt bij ongeveer 1 op de 200 mensen voor (85.000 mensen in Nederland)

Slide 6 - Tekstslide

Genderdiversiteit (2)
-Mensen die zich niet volledig prettig voelen in het lichaam dat de natuur aan hen heeft gegeven kiezen om in transitie te gaan, ook wel bekend als ‘transgender’ personen (de letter ‘t’ binnen lhbti+). 0,7% van de Nederlandse bevolking, +- 102.000 mensen. Dit kan door:
    - Hormonen
    - Operatie(s)
-Sommigen vinden het ingeburgerde vrouw- en manverhaal maar onzin en zien zichzelf niet als zodanig. Deze mensen noemen zich ‘a-gender.
-Jezelf zien als vrouw én man, of als geen van beiden, is ‘non-binair’.
-Het kan ook per dag of levensfase verschillen hoe iemand zichzelf voelt, wat als ‘genderfluïde’  (3,9% van de bevolking)
       1 op 200 mensen onderzeker over hun genderidentiteit en of deze altijd bij hun past.

Slide 7 - Tekstslide

Welke dag klopt?
A
Paarse vrijdag internationaal 15 oktober 2020
B
Paarse vrijdag Nederland 11 december 2020
C
Paarse vrijdag 17 oktober 2021
D
Roze zaterdag 19 juni 2021

Slide 8 - Quizvraag

Waarom denk je dat de LHBTI+ als symbool een regenboogvlag heeft?
A
Omdat ze dat mooie kleuren vinden.
B
Gezien de kleur paars erin zit.
C
Vanwege de verschillende kleuren.

Slide 9 - Quizvraag

Cultureel kader
Seksuele diversiteit bestond zo ook al in het Oude Griekenland, waar +/- 400 jaar voor Christus homo-erotisch werk was van de Griekse filosofen Plato en Socrates. 

Het kader ‘homoseksualiteit’ werd echter niet gebruikt, men sprak openlijk over deze gevoelens. Rond 1100 na Christus begon homofobie pas in opkomst te komen, voornamelijk vanuit de invloeden van de kerk die een duidelijk beeld hadden over de rolpatronen tussen man en vrouw. 

Dieren (zonder cultureel kader) hebben ook seksuele en genderdiversiteit. Onderzoek geeft aan dat het voorkomt bij honderden soorten zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, vissen, insecten.
Bijbel later geschreven/vertaald. Hierdoor grote kans op insluipen van culturele kaders. Daarnaast zijn er ook verhalen dat homoseksualiteit in tijden van de verhalen van de Bijbel voorkwamen. Wat is (juist) opgeschreven en wat niet? Dit blijft altijd lastig als men vasthoudt aan een schrift van vroeger.

Slide 10 - Tekstslide

2

Slide 11 - Video

00:45
Wat staat er aan de andere kant?

Slide 12 - Open vraag

03:14
Wat wordt er bedoeld met Love has no labels?

Slide 13 - Woordweb

Persoonlijke vragen? Waar kan je terecht op het ROC?
SLB-er
Vertrouwenspersoon
Regenboogcafé (medestudenten)
Het altijd helpt om erover te praten.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide