HOOFDSTUK 3 MENGSELS SCHEIDEN

HOOFDSTUK 3 MENGSELS SCHEIDEN
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 3 MENGSELS SCHEIDEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kun je...
homogene en heterogene mengsels herkennen.
voorbeelden noemen bij de verschillende groepen mengsels.
het scheiden van mengsels beschrijven met behulp van het deeltjesmodel.
uitleggen dat je gebruikmaakt van verschillen in stofeigenschappen bij het scheiden van mengsels.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het scheiden van mengsels?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Twee groepen mengsels: homogene en heterogene mengsels
Homogene mengsels zijn perfect vermengd en lastig te scheiden.
Heterogene mengsels zijn troebel en niet goed gemengd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken en voorbeelden van heterogene mengsels
Suspensie: troebel mengsel van vloeistof en vaste stof.
Rook: mengsel van gas met vaste stof.
Nevel: mengsel van gas met fijne vloeistofdeeltjes.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken en voorbeelden van homogene mengsels
Oplossing: heldere vloeistof waarin stoffen zijn opgelost.
Legering: mengsel van meerdere metalen.
Gasmengsel: mengsel van meerdere gassen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het deeltjesmodel toegepast op mengsels
Het deeltjesmodel kan het verschil tussen homogene en heterogene mengsels verduidelijken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scheidingsmethoden en stofeigenschappen
Scheiden van mengsels gebeurt op basis van verschillen in stofeigenschappen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homogeen mengsel
Een mengsel waarin de bestanddelen volledig zijn vermengd en niet met het blote oog te onderscheiden zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heterogeen mengsel
Een mengsel waarin de bestanddelen niet goed gemengd zijn en waarin de verschillende componenten vaak wel te onderscheiden zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suspensie
Troebel mengsel van vloeistof en vaste stof, waarbij de vaste stof na verloop van tijd naar de bodem zakt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emulsie
Mengsel van twee vloeistoffen die niet goed mengen, zoals water en olie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rook
Mengsel van een gas met een vaste stof, zoals lucht en fijnstof.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nevel
Mengsel van een gas waar fijne vloeistofdeeltjes in zweven, zoals mist bestaande uit lucht en water.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schuim
Mengsel van gasbellen omgeven door een vaste stof of vloeistof, zoals een spons van rubber en lucht.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing
Een heldere, soms gekleurde vloeistof waarin een of meer stoffen zijn opgelost.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Legering
Een mengsel dat ontstaat door meerdere metalen samen te smelten, bijvoorbeeld brons uit koper en tin.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gasmengsel
Een mengsel van meerdere gassen, zoals lucht bestaande uit stikstof, zuurstof en koolstofdioxide.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.