Les 6

Les 6
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 6

Slide 1 - Tekstslide

* Huilbaby
* Karpmethode
* Tiltechnieken

Slide 2 - Tekstslide

Prikkelbare/Huilbaby
-  3 weken, 3 dagen per week, 3 uur per dag doordringend jengelt of
    ontroostbaar huilt. 
-  In Nederland voldoet twee tot tweeënhalf procent van de baby’s hieraan.
-  Gemiddelde baby vanaf de geboorte steeds meer gaat huilen, met een piek
    rond de leeftijd van zes tot acht weken. Gemiddeld huilt hij dan twee tot
    tweeënhalf uur per dag. 
    Na deze piek  neemt de duur van het huilen af.


Ouders raken oververmoeid en prikkelbaar


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

                                  Karp Methode
-  Methode om huilbaby’s – en baby’s die veel huilen – te troosten 
    en ze weer stil te krijgen. 
-  Baarmoeder zo veel mogelijk nagebootst.
-  Alleen eerste drie maanden toepassen.





5 stappen:
1.  Baker de baby in
2. de baby op de zij/buik op de onderarm
3. Zeg luid shhh bij het oor
4. Wieg het hoofdje zachtjes heen en weer in je hand
5. Speen om zuigbehoefte te voldoen.

Slide 5 - Tekstslide

                   De polyvagaaltheorie                                  
(waarom niet laten huilen)

Hoe gaat ons zenuwstelsel om met signalen van veiligheid en gevaar, en op welke manieren dat zich kan uiten.

Autonome zenuwstelsel bewaakt dat we kunnen overleven in tijden van gevaar en dreiging en zorgt voor rust en sociale verbinding als het veilig is. 

Slide 6 - Tekstslide

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit:
1. De parasympathische tak (rusten, herstellen, slapen,
    maar ook bevriezen en stilvallen)
2. De sympathische tak. (vechten of vluchten)

Bij extreme stress, angst of geen reactie op de sym-patische tak gaat de parasympatische tak heftig in werking, overload.
Je houdt je voor dood, denk aan het dierenrijk.

Slide 7 - Tekstslide


- De baby kan zijn zenuwstelsel nog niet zelf reguleren, dit gebeurt door middel van co-regulatie. 
- Door de baby het ‘zelf uit te laten zoeken’ zal het niet leren om zijn emoties te reguleren. 
- De baby kan zichzelf nog niet kalmeren,
- de baby heeft veiligheid en beschikbaarheid van een ander nodig om emoties mee te reguleren. 
- Hoe meer de baby daarop kan bouwen en vertrouwen, des te gezonder het zich emotioneel zal ontwikkelen.

Slide 8 - Tekstslide

                                    Inbakeren.

Wat is inbakeren?

Inbakeren is het in doeken wikkelen van een baby van schouders tot en met voetjes, de armen strak ingepakt en de benen losser (voor een gezonde heupontwikkeling).
Door inbakeren beperk je een baby beperkt in zijn (onwillekeurige) bewegingen zodat hij zich gemakkelijker kan overgeven aan de slaap.
Alleen bij toestemming ouders!

Bakers
-  Elk dorp had tot in de twintigste eeuw verschillende bakers. Een baker moest iemand zijn met veel
    ervaring en liefst zelf ook kinderen hebben. De baker had geen opleiding genoten. Kraamvrouwen-
    opleiding kwam er pas rond 1900.  

Tegenwoordig
Ongeveer 25 jaar geleden werd inbakeren in Nederland herontdekt omdat baby’s steeds onregelmatiger gingen drinken en slapen. De huidige techniek van het inbakeren, mits juist uitgevoerd, is niet belastend voor de groei en de heupontwikkeling. Inbakeren alleen als tijdelijk hulpmiddel toegepast bij baby’s die moeite hebben met slapen. Dankzij inbakeren kan er rust en regelmaat ontstaan. Na enkele maanden raakt de inbakerdoek als hulpmiddel overbodig en kan het inbakeren weer worden afgebouwd. 






Slide 9 - Tekstslide

Wanneer helpt inbakeren?
- Baby's die moeite hebben om zelf in slaap te vallen
- Baby's die alleen maar hazenslaapjes doen
- Baby's die snel overprikkeld zijn
- Baby's die veel huilen van moeheid

Resultaat:
- Beter slapen en daardoor minder huilen. 
- Dit geeft je als ouders de kans om een basis leggen voor een gezond slaap- en
  drinkritme.

Afbouwen:
Het meest recente advies is om het inbakeren vanaf 4 maanden weer af te bouwen en uiterlijk met 6 maanden te stoppen. Bij baby’s ouder dan 6 maanden wordt het risico dat ze – ingebakerd en al – naar hun buik draaien steeds groter en daarmee ook het risico ten aanzien van wiegendood.

Slide 10 - Tekstslide

Contra-indicaties / Redenen om de baby niet (meer) in te bakeren:

- (Verhoogde kans op een) dysplastische heupontwikkeling
- Koorts
- Eerste 24 uur na een vaccinatie
- Ernstige luchtweginfectie en/of benauwdheid (bijvoorbeeld het RS virus)
- Voorkeurshouding (scoliose) door een afwijking in de wervelkolom
- Als de ingebakerde baby pogingen doet om naar zijn buik te draaien
 







Slide 11 - Tekstslide

Er is een verschil tussen tillen en dragen, tussen hanteren en verbinding maken. Door de baby basisbevestigend te dragen kan het zichzelf leren kennen én maak je verbinding.

Slide 12 - Tekstslide

Basisbevestigend dragen

- Vanuit de baarmoeder waarbij de huid ook contact  
   mee word ervaren. 
- Steun het bekken en het hoofdje goed zo was het
   ook in de baarmoeder. Dit is beter voor het ruggetje.
- Door de basis te steunen voelt de baby zich veiliger. 
- De baby kan zich op deze manier niet overstrekken. 


Slide 13 - Tekstslide

                             De traagheid van oppakken

- Bewegingen worden vertraagd door het aanwezige
   vruchtwater. 
- Ruimtes zijn nieuw voor de baby
- Hersenen hebben tijd nodig om prikkels te verwerken.
- De baby vindt het prettig om opgetild te worden,
   waarbij je het hoofd en het bekken goed ondersteund.
- Optillen onder de oksels, waarbij de rest van het lichaampje ‘mee bungelt’, voelt voor je baby alsof het in een achtbaan terecht is gekomen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video