Kennis update voor de toets
1 / 34
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Als ik nu de theorietoets zou maken, dan..
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De afkorting EHBO staat voor
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Iedere situatie die je als eerstehulpverlener tegenkomt, is anders. Hierdoor moet je in iedere situatie anders handelen. Toch is er een 5 stappenplan voor een goede hulpverlening. Er zijn 5 belangrijke punten die je in een bepaalde volgorde moet volgen.
De 2e stap is:
De 2e stap is:
A
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
B
Let op gevaar
C
Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
D
Help het slachtoffer op de plek waar hij ligt
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De 4e stap van de basisregels is..
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Je legt iemand in de stabiele zijligging als..
A
Iemand zich niet lekker voelt
B
Iemand geen adem meer haalt
C
Iemand buiten bewustzijn is maar ademhaalt
D
Iemand misselijk is
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je legt iemand in de stabiele zijligging omdat..
A
Dat lekkerder ligt
B
Dit er voor zorgt dat de luchtwegen vrij zijn
C
Je zo letsel niet erger maakt
D
Je zo minder kou vat
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar is de afbeelding die we net zagen een voorbeeld van?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Mantelzorg betekent:
A
Zorg voor chronisch zieken door professionele hulpverleners
B
Zorg voor plots zieke mensen door professionele hulpverleners
C
Zorg voor chronisch zieken door naasten
D
Zorg voor plots zieke mensen door naasten
Slide 11 - Quizvraag
Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de reeds bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om langdurige zorg die onbetaald is.
MBO niveau 1
MBO niveau 2
MBO niveau 3
MBO niveau 4
Huishoudelijke taken
Helpen bij het wassen
Medicijnen uitgeven
Wondverzorging
Zorghulp
Helpende
Verzorgende
Verpleegkundige
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Oogcontact maken is een voorbeeld van verbalen communicatie. Waar of niet waar?
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een Automatische Externe Defibrillator (AED) is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Hoe gebeurt dit?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In de thuiszorg krijg je te maken met mensen die hulp nodig zijn bij de persoonlijke verzorging. Welke hieronder vallen onder persoonlijke verzorging?
A
Boodschappen doen
B
Haren kammen
C
Lichaamstemperatuur meten
D
Ramen zemen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
timer
0:30
ADL staat voor Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen
Noem voorbeelden van hulpmiddelen
Noem voorbeelden van hulpmiddelen
Slide 17 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
'De buurvrouw komt zuchtend binnen met een zwarte boodschappentas'
Dit is een voorbeeld van
Dit is een voorbeeld van
A
Zenden
B
Verbale communicatie
C
Non-verbale communicatie
D
Ruis
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Mevrouw De Wit is wat te zwaar en wil graag afvallen. Je ziet dat ze voor vanavond het eten heeft voorbereid: Een stukje kipfilet, rode kool uit een pot en aardappelen. Mevrouw Kuiper vraagt aan jou advies over haar menu. Welk advies is het best?
A
De aardappelen vervangen voor zilvervliesrijst
B
Producten uit de schijf van Vijf kiezen, dit is een gezond menu
C
De rode kool uit pot vervangen voor verse rode kool
D
Het stukje kipfilet vervangen voor een worstje
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Spasticiteit is een aandoening aan..
A
De longen
B
Het centraal zenuwstelsel
C
De alvleesklier
D
het evenwichtsorgaan
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
.. is een verzamelnaam voor meer dan 100 verschillende aandoeningen aan de gewrichten, spieren en pezen. Bij deze aandoeningen is het afweersysteem van het lichaam ontregeld, waardoor u chronische ontstekingen krijgt. De meeste vormen van ... veroorzaken pijn en stijfheid in gewrichten of spieren.
A
Alzheimer
B
MS
C
COPD
D
Reuma
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kenmerkend voor de Ziekte van Parkinson is
A
Trillingen, voorovergebogen lopen met schuifelende pasjes
B
Vaak knipperen met de ogen
C
Geen reukvermogen meer hebben
D
Heel snel lopen, spieren doen wat ze willen
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Video
Deze slide heeft geen instructies
COPD is een longziekte waarbij je longen zijn beschadigd. Je hebt minder zuurstof en ademen is moeilijker. Hierdoor heb je minder energie.
Waar of niet waar: COPD kan genezen
Waar of niet waar: COPD kan genezen
Slide 27 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
‘zwaarlijvigheid of vetzucht is het hebben van ernstig overgewicht. Je hebt een BMI boven de 30 en weegt veel meer dan goed is voor je gezondheid'
Het begrip wat hier wordt omschreven is
Het begrip wat hier wordt omschreven is
A
Boulimia
B
Diabetes
C
Domotica
D
Obesitas
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Obstipatie is een ander woord voor
A
Diarree
B
Incontinentie
C
Verstopping
D
Spastische darm
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Advies bij obstipatie is om voeding met veel .... te eten
A
Vitaminen
B
Mineralen
C
Vezels
D
Aminozuren
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een beroerte?
A
Een te hoge bloeddruk hebben
B
Een ongeluk in de hersenen
C
Je wordt ontzettend misselijk
D
Frequent flauwvallen
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De verloskundige controleert bij een pasgeboren baby de reflexen zoals het slikreflex.
Noem nog vier andere reflexen die een pasgeboren baby heeft.
Noem nog vier andere reflexen die een pasgeboren baby heeft.
Slide 32 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Een wond schoonmaken doe je
A
met betadine
B
met alcohol
C
met water
D
Niet
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem 3 taken die een kraamverzorgster uitvoert
Slide 34 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
