Verdeelde republiek

Verdeelde republiek
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verdeelde republiek

Slide 1 - Tekstslide

Beantwoord de vragen
  • Waarom verklaart Filips II Willem van Oranje vogelvrij en welke gevolgen heeft dit voor de Opstand?
  • Wie wordt de opvolger van Willem in de Opstand, en welke gevolgen had dit? 
  • Hoe en waarom wordt 'Het Twaalfjarig Bestand' ingevoerd? 
  • Omschrijf de politieke situatie tijden 'Het Bestand'. 
  • Welke veranderingen zijn er in 'De Opstand' na 'Het Bestand'?
  • Hoe verlopen de onderhandelingen naar de 'Vrede van Münster'?
  • Wat hield de 'Vrede van Münster' allemaal in?

Slide 2 - Tekstslide

Wapen
Na De Opstand kregen de Nederlanden een nieuw wapen. Het zwaard stond voor macht, de 7 pijlen voor de provinciën. De spreuk betekent: door eendracht worden kleine dingen groot. De leeuw staat nog steeds in het Nederlandse wapen. 

Slide 3 - Tekstslide

Land en provincie
De republiek was meer een statenbond: zelfstandige provincies die alleen samenwerkten bij zaken die iedereen aangingen. Provincies moesten grotendeels zelfstandig denken over het landsbelang. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Macht
Lang niet iedereen had iets te zeggen, er was geen democratie. In de 17e eeuw was er geen idee om de macht ook aan het volk te geven.  Er was een grote kloof tussen rijke burgers en edelen die het land bestuurden en het lagere volk dat in armoede leefde. 
Het volk had volgens de bestuurders  niet genoeg wijsheid om te regeren.  Alleen mannen met aanzien konden het land regeren.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Provincies
De provincies die samen de koning hadden afgezet vormden samen de Nederlandse Republiek. Een republiek is een staat zonder koning. Elke provincie had een eigen regering: de Provinciale Staten. Alleen als het echt moest, overlegden de provincies in de Staten-Generaal. Dit waren de algemene vergaderingen waarin vertegenwoordigers vergaderden. 
Elke provincie kon één stem uitbrengen. De Staten-Generaal kon alleen ergens mee instemmen als alle provincies meestemden. 

Slide 10 - Tekstslide

Regenten
De bestuurders noemden zich regenten. Er waren geen verkiezingen, je was je hele leven regent. Wanneer een regent overleed benoemden de regenten een nieuwe. Daarbij kozen ze iemand uit een regentenfamilie die ze goed kenden. De familie maakten hier afspraken over. Zo werden de regenten een gesloten groep, bijna een soort adel. De Nederlandse Republiek was een aristocratie.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 5 t/m 10 van tijdvak 6

Slide 12 - Tekstslide