Les 2 digitaal 3 havo (3h2)

Nederlands les 7 januari 3h2
  • Lesdoelen
  • Je herkent tegenargumenten en weerleggingen in een tekst.
  • Je weet het verschil tussen mening en feit.
  • Je (her)kent de verschillende argumentatiestructuren.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands les 7 januari 3h2
  • Lesdoelen
  • Je herkent tegenargumenten en weerleggingen in een tekst.
  • Je weet het verschil tussen mening en feit.
  • Je (her)kent de verschillende argumentatiestructuren.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- 15 min: quizvragen over de stof (en bespreken)
- 15 min: nakijken huiswerk opdracht 2
- 10 min: huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 3 - Quizvraag

Overtuigen
De schrijver van de tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt. 

Slide 4 - Tekstslide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Utrecht is een prettige stad om te wonen. Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk argument

Slide 7 - Quizvraag

Feitelijk of niet-feitelijk?
Niet-feitelijk, omdat 'gezellige mensen' een mening is. De definitie van gezellig is voor iedereen anders. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de stelling (mening)?
A
Daar doen wij niet aan mee.
B
Ben je gek?
C
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
D
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.

Slide 10 - Quizvraag

Welk argument wordt er voor de stelling gegeven?
A
Ben je gek?
B
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
C
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.
D
Je hoeft niet altijd iets te kopen om Valentijn te vieren...

Slide 11 - Quizvraag

Welk tegenargument wordt er gegeven?
A
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
B
Je hoeft niet altijd iets te kopen om Valentijn te vieren...
C
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.
D
Daar doen wij niet aan mee.

Slide 12 - Quizvraag

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument 'opgelost' kan worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Is B een weerlegging of tegenargument?
A. Roken bekort het leven met acht jaar. Roken moet helemaal verboden worden.
B. Mensen moeten zelf weten of ze roken of niet.
A
Weerlegging
B
Tegenargument

Slide 14 - Quizvraag

We gaan nu het huiswerk nakijken! 

Pak allemaal je schrift erbij. Zorg dat je je antwoorden voor je hebt en je boek open hebt op blz. 138. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2 - Vraag 3
Wat staat er in hokje : A1 - B1 - C1 - D1
Typ het ook in deze volgorde!

Slide 16 - Open vraag

Vraag 7. Aan welke signaalwoorden herken je de weerlegging?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht 2, antwoorden vraag 3 
A1 Volkoren brood is gezond.
A2 In volkorenbrood zit jodium.
A3 In volkorenbrood zitten verschillende vitamines.
A4 In volkorenbrood zitten mineralen.
A5 In volkorenbrood zitten nuttige vezels.
B1 Halfvolle melk is gezond.
B2 In halfvolle melk zitten eiwitten.
B3 In halfvolle melk zit kalk.
C1 Appelstroop is gezond.
C2 In appelstroop zit ijzer.
D1 Halvarine is gezond.
D2 In halvarine zitten goede vetten.
D3 In halvarine zit extra vitamine D.

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 4. Om wat voor argumentatie gaat het hier?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Meervoudige argumentatie
C
Enkelvoudig onderschikkend
D
Meervoudig onderschikkend

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 9. Aan welk signaalwoord herken je het tweede argument?

Slide 20 - Open vraag

De rest van de antwoorden komen vanmiddag op Classroom te staan! 

Slide 21 - Tekstslide

Nu: rest van de les aan het werk met huiswerk

Opdracht 3, blz. 140/141. Maken vraag 1 t/m 9.
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk voor maandag 
Maken: opdracht 3 vraag 1 t/m 9, blz. 140/141
Inleveren op Classroom uiterlijk maandag 11 januari 10:00 uur

Slide 23 - Tekstslide