H4 Warmte; 4.6 Straling KB lj2

4.6 Straling
Hoofdstuk 4
Warmte
KB leerjaar 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.6 Straling
Hoofdstuk 4
Warmte
KB leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Basis: Mag mee doen met deze les (het hoofdstuk 'warmte' gaat voor jullie nog komen!). Daarna maken jullie de 'Test jezelf' onderdelen van het hoofdstuk 'Water'

Kader: Volgt deze les actief mee en gaat daarna aan de slag (ik vertel nog wat jullie online gaan maken).

Slide 2 - Tekstslide

De zon straalt in alle richtingen licht en warmte uit.
De zon komt OP in het oosten en gaat ONDER in het westen. Op haar hoogste punt staat de zon in het zuiden. Dan bereikt de meeste zonnestraling de aarde. 

Deze vorm van warmtetransport noem je warmtestraling. Door straling kan warmte over grote afstanden worden vervoerd. 

Als het zonlicht de aarde bereikt, heeft het een reis afgelegd van ongeveer 150 miljoen kilometer.

Slide 3 - Tekstslide

Waar gaat de zon OP en daarna ONDER
A
noorden - zuiden
B
westen - oosten
C
oosten - westen
D
zuiden- noorden

Slide 4 - Quizvraag

Door straling kan warmte over grote afstanden worden vervoerd. Hoe noem je deze vorm van warmtetransport
A
Isolatie
B
Warmtestroming
C
Zonlichttechnologie
D
Warmtestraling

Slide 5 - Quizvraag

Infrarode straling

De temperatuur van een hete radiator is 70 tot 80 °C. Bij deze temperatuur zendt een voorwerp geen zichtbaar licht uit. 

Het voorwerp zendt wel infrarode straling uit die je ogen niet kunnen zien. Je kunt die straling wel voelen, bijvoorbeeld als je een hand voor een hete radiator houdt. 

Ook kun je deze straling met speciale camera’s fotograferen.

Slide 6 - Tekstslide

De warme gebieden 'lichten op'
Foto gemaakt met een infraroodcamera

Slide 7 - Tekstslide

Verwarming door stroming en straling

Radiatoren verwarmen een kamer zowel door 
stroming (50-70%) als door 
straling (30-50%).

Slide 8 - Tekstslide

Geleiding
Stroming
Straling

Slide 9 - Sleepvraag

Op welke twee manieren verwarmt een radiator een kamer?
A
Warmtestroming en warmtestraling
B
Warmtestroming en geleiding
C
Geleiding en warmtestraling
D
Warmtestraling en isolatie

Slide 10 - Quizvraag

Straling uitzenden en absorberen
Een voorwerp kan warmte afstaan door straling uit te zenden; De zon verwarmt de aarde door het licht dat ze uitstraalt. Een radiator straalt warmte uit naar voorwerpen in een kamer.


Een voorwerp kan ook straling opnemen. Je noemt dat absorberen. Het voorwerp wordt dan warm. De aarde wordt warm als ze het licht van de zon absorbeert. Je hand wordt warm als die de straling van een hete radiator absorbeert.


Straling kan dus warmte vervoeren van het ene voorwerp dat de straling uitzendt naar het andere voorwerp dat de straling absorbeert. Warmte gaat altijd van het voorwerp met de hoogste temperatuur naar het voorwerp met de laagste temperatuur.

Slide 11 - Tekstslide

Wit weerkaatst zonnestraling, zwart absorbeert zonnestraling


Zonnestraling wordt het beste geabsorbeerd door donkere, doffe voorwerpen. Daardoor krijg je het algauw te warm als je met een zwart T-shirt in de hete zon loopt. In een wit T-shirt heb je minder last van de warmte, omdat de kleur wit de zonnestraling grotendeels weerkaatst

Slide 12 - Tekstslide

Doorlaten

Absorberen
Reflecteren

Slide 13 - Sleepvraag

Straling terugkaatsen
Lichte, glanzende voorwerpen absorberen maar weinig straling. Het grootste deel van de straling wordt teruggekaatst. 

De hittebestendige pakken van de brandweer hebben een glanzende buitenkant, zodat de warmte van een brand zo veel mogelijk door de pakken wordt teruggekaatst en niet geabsorbeerd.



Slide 14 - Tekstslide

De thermosfles
Lichte, glanzende voorwerpen zijn ook slechte warmtestralers. Als ze heet zijn, stralen ze hun warmte maar langzaam uit. 

Daarom heeft een thermosfles een glanzende binnenkant. Die binnenkant zit weer verpakt in een plastic omhulsel. Plastic is een slechte warmtegeleider.

Slide 15 - Tekstslide

Thermosfles
Binnenste en buitenste fles

Slide 16 - Tekstslide

Hiernaast zie je de doorsnede-tekening van een thermosfles. Waarom heeft deze thermosfles een glimmende buitenkant?
A
Om te voorkomen dat de warmte uit de thermosfles ontsnapt.
B
Om te voorkomen dat er warmte/kou in de thermosfles kan komen.

Slide 17 - Quizvraag

Een goed sluitende dop op een thermosfles voorkomt:
A
straling
B
stroming
C
geleiding

Slide 18 - Quizvraag


Welke vormen van
warmtetransport
worden door
een thermosfles
geblokkeerd?
A
Stroming & Straling
B
Stroming
C
Straling
D
Geleiding, stroming & straling

Slide 19 - Quizvraag

einde

Slide 20 - Tekstslide