Aardrijkskunde les groep 3: Vervoer

Ik ga op reis. Maar hoe?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Ik ga op reis. Maar hoe?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tom gaat op bezoek bij Oma
Tom gaat naar zijn oma toe. Oma woont aan de andere kant van het land. Gelukkig kent hij de route. Tom moet dus met verschillende vervoersmiddelen gaan. Hij neemt de bus naar het treinstation. Tom loopt naar de bushalte en stapt in zijn bus. Hij betaalt met zijn OV-chipkaart. Betalen moet bij openbaar vervoer. Als de bus aankomt op het station loopt Tom naar het perron. Daar komt de juiste trein al aan! Tom stapt in de trein en de conducteur controleert zijn OV-chipkaart en fluit wanneer de trein vertrekt. Na een half uur in de trein stapt Tom uit in de stad waar oma woont. Voor het laatste stuk neemt Tom de tram. Hij loopt naar de halte en hoort de tram al over de rails aankomen. Na 10 minuten stapt Tom uit, hij is bij Oma aangekomen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vervoersmiddelen ken je al?
Vervoer

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel van deze les
Ik kan verschillende vervoersmiddelen bedenken en ik kan vertellen waar dit vervoer rijdt.

Ook kan ik het verschil opnoemen tussen eigen vervoer en openbaar vervoer.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga jij naar school?
Met de fiets
Met de benenwagen
Met de bus
Met de auto
Anders

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ra Ra met welk vervoer ben ik op reis gegaan=
Ra Ra met welk vervoer ben ik op reis gegaan?
Ik ging naar het station. Ik wachtte op het perron. De conducteur fluit op zijn fluitje. We reden op de rails.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ra Ra met welk vervoer ben ik op reis gegaan?

A
Bus
B
Fiets
C
Trein
D
Benenwagen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ra Ra met welk vervoer ben ik op reis gegaan?
Ik stond te wachten bij de halte. De deur ging open en ik liet mijn kaart aan de chauffeur zien. Bij iedere halte stopten we even. Het rijdt op de weg.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ra Ra met wel vervoer ben ik op reis gegaan?

A
Bus
B
Fiets
C
Trein
D
Benenwagen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar vervoer
- Je reist niet met je eigen vervoersmiddel.
- Je moet extra betalen 
- Dit vervoer rijdt met vaste tijden.
- Dit vervoer rijdt met vaste routes
Eigen vervoer
- Je reist met je eigen vervoersmiddel.
- Je hoeft niet extra te betalen
- Je kan zelf kiezen wanneer je weggaat. 
- Je kan je eigen route kiezen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar vervoer of eigen vervoer?
A
Eigen vervoer
B
Openbaar vervoer

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar vervoer of eigen vervoer?
A
Eigen vervoer
B
Openbaar vervoer

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar vervoer of eigen vervoer?
A
Eigen vervoer
B
Openbaar vervoer

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar vervoer of eigen vervoer?
A
Eigen vervoer
B
Openbaar vervoer

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar vervoer of eigen vervoer?
A
Eigen vervoer
B
Openbaar vervoer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

beroepen in het vervoer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De conducteur
  • Iemand die in een trein of tram de vervoersbewijzen controleert

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De machinist
  • Iemand die een trein bestuurt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De piloot

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De chauffeur

Slide 21 - Tekstslide

Iemand die een wagen bestuurt, bijvoorbeeld een auto of bus. 
Zelf werken
Teken je eigen fantasievoertuig. Kies voor een vervoersmiddel die in het openbaar kan rijden of hoort bij eigenvervoer. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies