AFP 2.5.2 Botten anatomie

Anatomie fysiologie en pathologie 
Les 17 periode 2.1.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Anatomie fysiologie en pathologie 
Les 17 periode 2.1.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
  • Wat is er aan de hand bij psoriasis?

  • Waarom moeten patiënten met vitiligo voorzichtig zijn in de zon?

  • Op welke manier onderscheiden we 1e, 2e en 3e graads brandwonden?

  • Wat bedoelen we met de regel van 9?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom + Osiris
  2. terugblik vorige week
  3. Theorie 'Het skelet'
  4. Zelf aan de slag 
  5. Huiswerk en afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun jij:
  • Vertellen welke functies het menselijk skelet heeft
  • Uitleggen hoe een bot is opgebouwd
  • Uitleggen welke soorten botverbindingen er zijn
  • De 6 verschillende soorten synoviale gewrichten benoemen inclusief voorbeelden hiervan

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies skelet
Uit hoeveel botten bestaat ons skelet?
Welke functies weten jullie?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het skelet
Skelet: 206 botten
  • Beweging (aanhechting spieren)
  • Bescherming (zachte weefsels en organen)
  • Bloedcelproductie (rode beenmerg)
  • Opslag mineralen en energie (o.a. calcium)
  • Steun en vorm

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bot, de bouw
Normaal beenweefsel: harde tussencelstof bestaat voornamelijk uit collagene vezels. bloedvoroziening vanuit het periost

Kraakbeen: bevat geen kalkzouten daardoor veel minder hard en buigzamer

Botvlies/beenvlies/periost
  • Stugge aanhechtingsplaats voor pezen en 
bindweefselbanden
  • Bevat botvormende cellen (osteoblasten)

Slide 7 - Tekstslide

Rode beenmerg maakt bloed aan
Gele beenmerg is energiereserve (vetcellen)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten botten
  • Pijpbeenderen: Lang en dun (dijbeen, opperarmbeen)

  • Platte beenderen: Breed en plat (schedel, schouderblad)

  • Onregelmatig gevormde beenderen (rugwervel, bekken)


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijpbeenderen
spongiosa; hier bevindt zich rode beenmerg. Hier worden erytrocyten, leucocyten en trombocyten gevormd. 

in onze ledematen, bevatten groeischijven = epifysaire schijf

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bovenste ledematen

humerus
radius
ulna
Onderste ledematen

femur
tibia
fibula

Slide 13 - Tekstslide

Humerus: opperarmbeen
radius: spaakbeen
ulna: ellepijp

femur: dijbeen
scheenbeen: tibia
kuitbeen: fibula
Platte beenderen
-Bevat rood beenmerg waarin leukocyten, trombocyten en erytrocyten worden gevormd;
-van buiten naar binnen:
*periost 
*corticalis (schors)
*spongiosa met daarin het rode beenmerg.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Platte beenderen

cranium
costae
sternum
scapula(e)

Slide 15 - Tekstslide

Humerus: opperarmbeen
radius: spaakbeen
ulna: ellepijp

femur: dijbeen
scheenbeen: tibia
kuitbeen: fibula
Onregelmatig gevormde beenderen
Voorbeeld:
vertebrae
ossa carpi
ossa tarsi 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Open opdracht 'Skelet om in te vullen'
Onderzoek of je dezelfde botten bij Henk kunt vinden
Schrijf op welk bot waar zit en hoe dit bot in het Latijn heet .

Ben je klaar? Maak dan de opdracht in de link op de volgende dia. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Botverbindingen
  1. Bindweefselverbindingen: vb. schedel, tanden in kaakbot
    - Stevigheid en stabiliteit, geen beweging
  2. Kraakbeenverbindingen: vb. ribben, wervelschijven
    - Beperkte beweging, kan veel kracht hebben
  3. Synoviale verbindingen: 'echte gewrichten'
    - Maken grote bewegingen mogelijk

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synoviale gewrichten
  1. Gewrichtskraakbeen: vangt drukkrachten op

  2. Gewrichtsholte: bevat gewrichtsvloeistof

  3. Gewrichtsvloeistof: 'smeerolie'

  4. Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar

  5. Bindweefselbanden: versterken botverbinding

Slide 20 - Tekstslide

gewrichtsvloeistof voedt kraakbeen, zorgt voor schokdemping en soepele beweging

Slide 21 - Tekstslide

Slijmbeurs (bursa): zakje gevuld met vloeistof -> schokdemper, zorgt dat pees makkelijker over bot glijdt

Kraakbeenschijf: meniscus -> tussen gewrichtsoppervlakken als schokdemper
Soorten gewrichten

Zie de link op de volgende pagina.

Beschrijf per soort gewricht kort hoe het werkt (hoe kan het bewegen?) en waar in het lichaam het zit. 

Slide 22 - Tekstslide

Beschrijf per soort gewricht kort hoe het werkt (hoe kan het bewegen?) en waar in het lichaam het zit. 

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

  1. Scharniergewricht: Één beweging mogelijk (elleboog)
  2. Kogelgewricht: Kop en kom (heup, schoudergewricht)
  3. Eivormig gewricht: Eivormige kop en kom (pols)
  4. Zadelgewricht: Twee assen (duimgewricht)
  5. Rolgewricht: Botten draaien om elkaar (spaakbeen/ellepijp)
  6. Vlakgewricht: Botten schuiven over elkaar (schouderblad)

Slide 24 - Tekstslide

eivormig gewricht: ellipsoïd gewricht

Klik op titel voor voorbeelden
Wervelkolom
totaal 33 (of soms 34) wervels

Lordose: kromming, bolle kant naar de buik
kyfose: kromming, bolle kant naar de rug


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wervelkolom
De wervelkolom bestaat uit:
7 halswervels = cervicale wervelkolom
12 borstwervels = thoracale wervelkolom
5 lendenwervels = lumbale wervelkolom
5 heiligbeenwervels vergroeid tot 1 heiligbeen
3 of 4 staartbeenwervels of stuitwervels, vergroeid tot 1 staartbeen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ribben en borstbeen
ribben: costae
borstbeen: sternum 

Ribben zitten vast aan wervelkolom.
De bovenste 7 paar ribben zijn aan de voorkant ook nog verbonden met het borstbeen
Het 8ste, 9de en 10de  paar zijn met ribkraakbeen verbonden met het 7de paar, 
Het 11de en 12de paar zitten niet vast aan borstbeen 

Slide 28 - Tekstslide

eivormig gewricht: ellipsoïd gewricht

Klik op titel voor voorbeelden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Open het werkboek op Cumlaude (week 40) en ga met de opdrachten aan de slag. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Maken Expert College Pathologie: Fracturen Bewegingsapparaat 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies