CVRM AA1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FPZMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Van welke hartaandoening heb je wel eens gehoord?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de allerbelangrijkste leefstijl regel bij het voorkomen van hart vaat ziekten?

Slide 6 - Open vraag

Welke groep GNM wordt meestal voorgeschreven bij Hartfalen?
A
Diuretica en ACE-remmer
B
Cardiologica en Betablokker
C
Anti-diarrhoica en ACE-remmer
D
Diuretica en Cardiologica

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Welke geneesmiddelgroep wordt gebruikt bij ritmestoornissen?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Welke GNM worden veel voorgeschreven bij Angina pectoris?
A
Nitraten en ACE-remmers
B
Betablokkers en Sympaticomimetica
C
Anti-aritmica en Calciumantagonisten
D
Nitraten, betablokkers Calciumantagonisten

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

De namen van ACE remmers eindigen meestal op:
A
lol
B
pril
C
artan
D
pine

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Hoe worden Diuretica vaak genoemd?
A
maagmiddelen
B
hartmiddelen
C
plasmiddelen
D
vaatmiddelen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Op welke stelsel werken betablokkers?
A
Willekeurig zenuwstelsel
B
Onwillekeurig zenuwstelsel
C
Raas-systeem
D
Nierstelsel

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat veroorzaakt de bijwerking hoofdpijn bij Nitraten?
A
Het sneller kloppende hart
B
De verlaging van de bloeddruk
C
De verwijde bloedvaten.
D
De instroom van calcium

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de werking van Calciumantagonisten?
A
ontspannen van spierweefsel
B
remmen samen- trekking van 't hart
C
werkt bloeddruk verhogend
D
hersteld het hartritme

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Digoxine is een vergift het heeft een....
A
Smalle therapeutische breedte
B
Grote therapeutische breedte

Slide 23 - Quizvraag