Herhaling weefsels

Herhaling weefsels
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling weefsels

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Kahoot celleer 
  • Epitheelweefsel
  • Klierweefsel
  • Bindweefsel
  • Steunweefsel
  • Zenuwweefsel 
  • Spierweefsel 

Slide 2 - Tekstslide

Epitheelweefsel

Slide 3 - Woordweb

Epitheelweefsel
Geen of weinig celtussenstof. Bekleed alle inwendige en uitwendige oppervlakken van het lichaam. Endotheel weefsel is eenlagig epitheelweefsel. Epitheel heeft een bedekkende en afscheidende functie. 
  • Cilindrisch epitheel: ronde/ hoge cellen en altijd eenlagig
  • Kubisch epitheel: vierkante cellen, één- of meerlagig
  • Plaveisel epitheel: platte cellen, één- of meerlagig 
  • Trilhaar epitheel: epitheel met een vervoersfunctie. Bijzondere vorm van cilindrisch epitheel. 

Slide 4 - Tekstslide

Klierweefsel

Slide 5 - Woordweb

Klierweefsel
Opgebouwd uit epitheelweefsel. Het uitscheiden van afvalstoffen is excretie

  • Exocriene klieren: klieren met een afvoerbuis. Buisvormige klieren (zweetklieren), trosvormige klieren (o.a. talgklieren) en gemengde klieren (oorspeekselklieren)
  • Endocriene klieren: klieren zonder een afvoerbuis. Geven hun afscheiding direct af aan het bloed (hormoonklieren)
  • Endo-exocriene klieren: klieren met én zonder een afvoerbuis (o.a. alvleesklier)

Slide 6 - Tekstslide

Bindweefsel

Slide 7 - Woordweb

Bindweefsel
Meest voorkomende steunweefsel in het lichaam

  • Fibroblasten/ bindweefselcellen: de belangrijkste in het bindweefsel. 
  • Mestcellen: spelen een rol bij wondreparatie

  • Collagene vezels: sterk en rekt niet mee (lederhuid)
  • Elastine vezels: tot 2 keer zijn eigen lengte rekken. Komt veel voor in het lichaam
  • Reticuline vezels: dun en fijn. Vormen een netwerk (o.a. rond de organen)

Slide 8 - Tekstslide

Steunweefsel

Slide 9 - Woordweb

Steunweefsel
Kraakbeenweefsel :  elastisch en veerkrachtig steunweefsel. Bevat weinig bloedvaten en geneest daardoor moeilijk. Biedt steun een de weke delen, verbinding tussen beenderen, glijvak voor gewrichten, vormgeven
  • Elastisch kraakbeenweefsel: makkelijk vervormbaar (oren)
  • Glasachtig kraakbeenweefsel: stevig maar soepel (verbinding borstbeen en ribben)
  • Vezelig kraakbeenweefsel: sterk en stevig. Op plaatsen waar veel druk en kracht op staat (tussenwervelschijven)

Beenweefsel: vorm en steun geven, beschermen van de organen, vormen van bloedcellen, aanhechtingsplaats voor spieren
  • Compact botweefsel: buitenste laag van het bod. Wit en hard
  • Spongieus botweefsel: er zitten holtes in, netwerk van beenbalkjes. In de openingen rood beenmerg

Slide 10 - Tekstslide

Zenuwweefsel

Slide 11 - Woordweb

Zenuwweefsel
Zenuwcel noemen we ook wel een neuron. De uitlopers zijn belangrijk voor de zenuwgeleiding. 
  • Neurieten: één per zenuwcel, lange uitlopers. Geleiden de prikkels van de zenuwcel af
  • Dendrieten: meerdere per zenuwcel. Geleiden de prikkels naar de zenuwcel toe
  • Myelineschede: vetachtige stof die de neuriet isoleert, hierdoor kunnen de prikkels sneller doorgegeven worden
  • Synaps: de plek waar de impuls overspringt 

  • Motorische zenuwen: bewegingszenuwen, bundel neurieten. Van hersenen en ruggenmerg naar spieren of klieren
  • Sensibele zenuwen: gevoelszenuwen, bundel dendrieten. Van lichaam naar hersenen en ruggenmerg
  • Autonome zenuwen: kan je niet zelf aansturen

Slide 12 - Tekstslide

Spierweefsel

Slide 13 - Woordweb

Spierweefsel
Ongeveer 700 spieren. Liggen direct onder de huid. Functies: lichaam bewegen, lichaam fixeren en organen beschermen. 
Begin van de spier is de oorsprong (origo), eind van de spier aanhechting (insertio). Spier beweegt van eind naar begin

  • Glad spierweefsel: onwillekeurig weefsel, langgerekte spoelvormige cellen. Langzaam en gelijkmatig samentrekken.
  • Dwarsgestreept spierweefsel: willekeurig spierweefsel. Bij skeletspieren begin en eind aan botten. Bij mimische spieren aan bot en huid 
  • Hartspierweefsel: onwillekeurig dwarsgestreept spierweefsel. Trekt krachtig samen maar je hebt geen invloed op de beweging

Slide 14 - Tekstslide

Heb je wat gehad aan deze herhalingsles?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Volgende les

Toets cel- en weefselleer
De huid, huidlagen
  • Bouw 
  • Structuur

Slide 16 - Tekstslide