chapter 4 - Par B today

Elijar
Dustin
Delano
Azra
Darren
Ceylin
Lana
Ruben
Tyler
Berkay
Nick
Tijn
Chlouwy
Paulina
Tallin
Cinar 
Tuana
Aya
Markus
Teacher 
Blackboard 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Elijar
Dustin
Delano
Azra
Darren
Ceylin
Lana
Ruben
Tyler
Berkay
Nick
Tijn
Chlouwy
Paulina
Tallin
Cinar 
Tuana
Aya
Markus
Teacher 
Blackboard 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welcome back everyone!

Slide 3 - Tekstslide

Goals
Aan het einde van deze les...

.... kan ik de Engelse voorzetsels van plaats gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Today
Theme words (15 min)  

Prepositions of place

 

Slide 5 - Tekstslide

Detached house
Flat
semi-detached house
castle
skyscraper
terraced house

Slide 6 - Sleepvraag

Prepositions of place

Slide 7 - Woordweb

Prepositions.....?
Prepositions noem je in het Nederlands voorzetsels.
In, op, achter, naast, onder, etc.
Wist je toch?

Slide 8 - Tekstslide

Theme words
I know words to do with places to live and prepositions of place, and I can use them correctly

Slide 9 - Tekstslide

aantekening: prepositions of place

in = in
on = op / aan
under = onder
above = boven
between = tussen
in front of = voor
opposite = tegenover
near = vlakbij
among = tussen (meer dan twee personen)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

On and At?
Betekenen dus in het Nederlands allebei "op"

Maar... Wat is dan het verschil tussen:
- I am at school?
en
- I am on school? 

Slide 12 - Tekstslide

The boy is on school. 
(bovenop het oppervlakte)
These kids are at school.
👇🏻

Slide 13 - Tekstslide

Prepositions of place
a couple more
close to 
outside
under
with
next to
behind
between
in front of

Slide 14 - Tekstslide

Prepositions of place
a couple more
close to
outside
under
with
next to
behind
between
in front of

dichtbij
buiten
onder
bij/met
naast
achter
tussen
voor

Slide 15 - Tekstslide

What is the blonde girl doing?

Slide 16 - Open vraag

A bird is sitting .....

Slide 17 - Open vraag

The dog is trying to climb ....

Slide 18 - Open vraag

The ice-cream salesman is standing....

Slide 19 - Open vraag

Where is the bird?
.... the box
A
on
B
under
C
above
D
between

Slide 20 - Quizvraag

Where is the cat?
.... the box
A
under
B
behind
C
opposite
D
above

Slide 21 - Quizvraag

Where is the bird?
.... the box
A
in
B
above
C
opposite
D
on

Slide 22 - Quizvraag

Where is the bird?
.... the boxes
A
under
B
in front of
C
between
D
on

Slide 23 - Quizvraag

Where is the cat?
.... the box
A
under
B
over
C
between
D
next to

Slide 24 - Quizvraag

Time to get to work!

DO: exercises 11 t/m 17

Slide 25 - Tekstslide

What have you learnt?
* je kunt voorzetsels van plaats gebruiken
*je kent de woorden plaatsen om te wonen

Slide 26 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 27 - Open vraag

Homework 18-02
DO: Par C 18 - 19 - 20 - 21 
+ translate stone 10 + 11

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide