Havo 4 - PD - Verkiezingen

Programma
  • Korte herhaling
  • Bespreken H4 - Verkiezingen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Korte herhaling
  • Bespreken H4 - Verkiezingen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen deze les
  • Verschil passief en actief kiesrecht
  •  Wat een lijsttrekker is en doet
  • De rol van media tijdens verkiezingen => mediacratie
  • De motieven om op een bepaalde partij te stemmen
  • Evenredige vertegenwoordiging => hoe de zetels worden verdeeld

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen links en rechts?
timer
1:30
A
Eerlijk verdeling vs. het belang van de individueel
B
Grote role van de staat vs. gelimiteerde rol van de staat
C
Progressief vs Conservatief
D
A en B

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk politieke partij hanteert liberalisme
timer
1:30
A
Geen van deze partijen
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk politieke partij kan je linken aan socialisme
timer
1:30
A
B
C
Groenlinks
D
Alle drie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Meeste stemmen gelden!
Waarom zou je gaan stemmen?

Tegenwoordig zeggen mensen vaak “Wat maakt het nou uit, mijn ene stem heeft toch geen zin”. Dat klopt niet! Elke stem geeft een partij meer macht in de gemeente, provincie, Eerste en/of Tweede Kamer. 

Bij een belangrijk wetsvoorstel kan bijvoorbeeld één stem van een Kamerlid genoeg zijn om het juist wel of niet door te laten gaan. Het blijft in een democratie ‘de meeste stemmen gelden’. Dat betekent hoe meer leden er van een partij in de gemeenteraad, het provinciebestuur, of de Eerste of Tweede kamer zitten; hoe meer invloed die partij heeft. Alle verkiezingen zijn dus net zo belangrijk,  en iedere stem telt mee.

Altijd stemmen dus!

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Wat je belooft moet je doen!

In de verkiezingstijd beloven partijen veel om stemmen te winnen. Ze zeggen dingen soms erg stellig. Het is voor het volk natuurlijk belangrijk dat deze beloftes ook echt worden nagekomen. Dat is soms lastig, vooral als je als partij (om een meerderheid te krijgen) samen moet gaan werken met een partij die heel andere dingen heeft beloofd. Samen moeten de partijen er zo goed mogelijk uitkomen, voordat ze kunnen gaan regeren. Deze afspraken maken kost altijd veel tijd na de verkiezingen.
Actief en passief kiesrecht
Actief: je hebt recht om te stemmen
Passief: Je kunt je verkiesbaar stellen
Lijsttrekkers zijn de belangrijkste personen binnen een partij

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.

Kandidatenlijsten worden door de partijen samengesteld en samen met verkiezingspas opgestuurd.

#1 op de lijst = lijsttrekker (Wilders, Kaag, Segers, Klaver, Ploumen, Rutte)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.

Campagne voeren door de partijen (canvassen). Daarnaast (veel) debatten op televisie en radio door de lijsttrekkers van de partijen.

Er wordt strijd gevoerd 'om de kiezer'.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Partijen proberen vooral de zwevende kiezer te beïnvloeden
(kiezers die niet bij elke verkiezingen op de zelfde partij stemmen)
(Sociale) media spelen grote rol bij het bereiken van deze kiezers.
Peilingen, debatten, post op socials. Mediacratie (media bepaalt)
Partijen proberen vooral de zwevende kiezer te beïnvloeden
(kiezers die niet bij elke verkiezingen op de zelfde partij stemmen)

(Sociale) media spelen grote rol bij het bereiken van deze kiezers.

Peilingen, debatten, post op socials. Mediacratie (media bepaalt)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.
Verkiezingsdag

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De voornaamste redenen om op een partij te stemmen:
  • De standpunten van de partij komen overeen met jouw ideeën.
  • De partij let goed op jouw belangen.
  • Je stemt strategisch: je kijkt welke partij kans maakt om in de regering te komen.
  • De persoon van de lijsttrekker spreekt je aan.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Bepalen van de uitslag
Evenredige vertegenwoordiging:
Elke partij krijgt het aantal zetels dat in verhouding is met het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

Kiesdeler:

Hoeveel stemmen heb je 

nodig voor 1 zetel (stoel)?




=  60.000

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • In Nederland stem je op een persoon, niet op een partij.
  • De meeste kiezers stemmen op de lijsttrekker.
  • Sommigen kiezen bewust voor een andere kandidaat.
  • Door voorkeursstemmen kan een kandidaat die laag op de lijst staat toch in de Tweede Kamer komen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als ik 18 ben, ga ik zeker stemmen!
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  1. Afronden opdrachtje over politieke partij
  2. Lezen uit lesboek H4 Verkiezingen
  3.  Maken uit werkboek H4 Verkiezingen opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12 en 15

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een actiegroep
en een belangengroep?

timer
2:00

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een partij een partijleider kiest,
welke functie vervullen ze dan?
timer
2:00

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies