DISK - Thema 6 t/m 10 herhalen antwoorden

Herhalen DISK thema 6 t/m 10


  • We spelen in teams.
  • 5 rondes van 5 vragen.

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen DISK thema 6 t/m 10


  • We spelen in teams.
  • 5 rondes van 5 vragen.

Slide 1 - Tekstslide

Je krijgt alleen een punt als het woord goed is geschreven.

Slide 2 - Tekstslide

Thema 6

Film

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1

Welke films draaien er allemaal in Pathé?




Slide 4 - Tekstslide

Vraag 2

Amsterdam bestaat 750 jaar.
Daarom was er zaterdag een groot feest 
op de snelweg.









Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3

In welke bioscoop draait de nieuwe Disneyfilm?



Slide 6 - Tekstslide

Vraag 4

Ik houd van spannende films. 
Ik wil graag naar een thriller.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 5

Maak een woord van de volgende letters.
v - a - d - n - o - n - v - a  
Begin met de dikgedrukte letter.
vanavond


Slide 8 - Tekstslide

Thema 7

Ruzie

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 1

Die meisjes vertellen onaardige dingen over hun vriendin. Ze roddelen over haar.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 2

Ellen gaf de bal een flinke trap. 
Hij kwam heel hard tegen mijn arm. 


Slide 11 - Tekstslide

Vraag 3

Ik luister naar muziek tijdens het sporten.



Slide 12 - Tekstslide

Vraag 4

Ik wil je graag helpen.
Zeg maar wat ik kan doen.



Slide 13 - Tekstslide

Vraag 5

Maak een woord van de volgende letters.
r - e - e - o - n - p  
Begin met de dikgedrukte letter.
roepen


Slide 14 - Tekstslide

Thema 8

Technologie

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 1

Hoe schrijf je dit? Robot





Slide 16 - Tekstslide

Vraag 2

Mijn oma wil een smartphone.
Ze wil foto's op Instagram zetten.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 3

Op de app op mijn mobiel kan ik zien hoeveel ik heb gelopen. 


Slide 18 - Tekstslide

Vraag 4

Robots kunnen de hele dag werken. 
Ze zijn nooit moe.



Slide 19 - Tekstslide

Vraag 5

Maak een woord van de volgende letters.
b - d - e - o - o - e - v - ij - l - r - b 
Begin met de dikgedrukte letter.
bijvoorbeeld


Slide 20 - Tekstslide

Thema 9

Uiterlijk

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 1

Een ander woord voor het bewerken van foto's = fotoshoppen

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 2

Asma sport veel en zij eet goed. 
Dat is goed voor haar gezondheid.

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 3

Je schrijft erg lelijk.
Zo kan ik de toets niet lezen!


Slide 24 - Tekstslide

Vraag 4

Alle leerlingen trekken een blauw t-shirt aan tijdens de sportdag.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 5

Maak een woord van de volgende letters.
p - g - i - a - h - c - r - t 
Begin met de dikgedrukte letter.
prachtig


Slide 26 - Tekstslide

Thema 10

Regels en straf

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 1

Hans heeft een zak snoep uit de winkel gepakt. Hij heeft niet betaald. Hij heeft de zak snoep gestolen.

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 2

Als je een papiertje of een leeg blikje op straat gooit, dan krijg je een boete.


Slide 29 - Tekstslide

Vraag 3

Je moet stoppen voor een rood stoplicht.


Slide 30 - Tekstslide

Vraag 4

's Avonds bezorg ik pizza's. 
Ik verdien € 5 per uur.

Slide 31 - Tekstslide

Vraag 5

Maak een woord van de volgende letters.
p - i - e - t - i - l - o 
Begin met de dikgedrukte letter.
politie


Slide 32 - Tekstslide

En de winnaars zijn...

Slide 33 - Tekstslide