Trede 9.1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een konijn weegt gemiddeld 3000 ...
A
gram
B
milligram
C
kilo
D
ton

Slide 4 - Quizvraag

Gewicht is een
A
grootheid
B
eenheid

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe laat is het op deze klok?
A
12:00
B
02:00
C
14:00
D
16:00

Slide 8 - Quizvraag

hoe laat is het ?

08:30
A
half 9
B
half 8
C
half 10
D
8 uur

Slide 9 - Quizvraag

Het is nu 10:10. Hoe laat is het over drie kwartier?

Slide 10 - Open vraag

Hoe laat is het op deze klok?
A
kwart voor 11
B
kwart voor 9
C
kwart voor 10
D
kwart over 11

Slide 11 - Quizvraag

Mevrouw Peters gaat om 16.37 naar huis. Ze doet 64 minuten over haar reis. Hoe laat is ze thuis?

Slide 12 - Open vraag

Marion moet om 8.25 uur op school zijn. Ze doet er 45 minuten over haar reis. Hoe laat moet ze vertrekken?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Basak fietst 5 m/s.
Wat is haar snelheid in km/u?
A
5 : 3,6 = 1,4
B
5 x 3,6 = 18
C
5 x 60 = 300
D
ik ben moe

Slide 17 - Quizvraag

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
108 x 3,6 = 389 m/s
B
108 : 10 = 10,8 m/s
C
108 : 3,6 = 30 m/s

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Quiz-time...

Slide 20 - Tekstslide

meter en centimeter zijn eenheden van
A
tijd
B
lengte
C
snelheid
D
gewicht

Slide 21 - Quizvraag

km/uur en m/s zijn eenheden van
A
tijd
B
gewicht
C
snelheid
D
inhoud

Slide 22 - Quizvraag

Karel vertrekt om 7:58 uur van huis. Hij doet 37 minuten over zijn reis. Hoe laat is hij op zijn bestemming?

Slide 23 - Open vraag

Karin fietst 18 km/uur.
Wat is haar snelheid in m/s?
A
3
B
20
C
6
D
5

Slide 24 - Quizvraag

Karin fietst 30 km in 90 minuten.
Wat is haar snelheid in km/uur?
A
6
B
5,56
C
10
D
20

Slide 25 - Quizvraag

liter en milliliter zijn eenheden van
A
gewicht
B
lengte
C
tijd
D
inhoud

Slide 26 - Quizvraag

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 27 - Sleepvraag

Grootheid
Eenheid
tijd
cm
gewicht
kg
liter
snelheid
uur
oppervlakte

Slide 28 - Sleepvraag