Bereiden theorie h1

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
8:45 - 10:15        Nieuws van de week
                                Bereiden theorie

10:30 - 12:00     Bereiden theorie
                                Quizizz

Slide 2 - Tekstslide

Welkom!
Thema: bereiden & procestechnologie

Aan het eind van de les weet je welke bereidingstechnieken er zijn, voor welke producten deze gebruikt worden en hoe je ze veilig kan uitvoeren.

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je leren?

  • Bereidingstechnieken
  • Stukje achtergrond
  • Kennis van apparatuur
  • In de praktijk toepassen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Leg uit wat ‘mise en place’ inhoudt en waar dient dit voor?
  2. Noem twee voorbeelden van voorbewerkingstechnieken en voorbereidingstechnieken
  3. Benoem de drie Franse verdeeltechnieken
  4. Wat is het verschil tussen koken en stomen en noem twee voordelen van de laatste
  5. Waarom moet je zo dun mogelijk op de schil schillen?
  6. Waarom kun je beter geen gemarineerde producten op een bakplaat bakken?

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerpen
1 Voorbereiding (mise en place)
2 Voorbewerkingstechnieken
3 Voorbereidingstechnieken
4 Warme bereidingstechnieken
5 Afwerkingstechnieken

Slide 6 - Tekstslide

Welke
technieken
kan je noemen?

Slide 7 - Woordweb

1.1 Mise en place
- overkoepelende term
- letterlijk: "op zijn plek zetten"
- O.A: hygiene controleren, voorraad, instructievoorbereiden va producten, apparatuur klaar zetten.

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Voorbewerkingstechnieken
Bijvoorbeeld bewerken, wassen en schillen

Bewerken:
Snijd met een mes de oneetbare delen weg:
• De buitenste bladeren bij kool of sla
• Stronken en stelen bij bloemkool of broccoli
• De draden bij boontjes, peultjes

Slide 9 - Tekstslide

Wassen
Bladgroenten: kwetsbaar, dus zorgvuldig wassen. Wassen in ijskoud water en daarna laten uitlekken of slacentrifuge gebruiken.
Harde groenten, rijst en gedroogde vruchten: onder stromend water in een vergiet, laten uitlekken.
Champignons en zachte groenten: met een borsteltje of keukenpapier

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welke producten dien je te 'schillen'?

Slide 12 - Open vraag

Schillen
• Weer eerst wassen/reinigen
• Schil de aardappels met een dunschiller of aardappelschilmesje.
• Schraap de wortels of schil ze met een dunschiller.
• Pel de (gekookte) eieren met de hand.
• Gebruik voor het schillen van producten met een grove, ongelijkmatige schil
(bijvoorbeeld knolselderij) een koksmes. Maak daarbij eerst één kant vlak.
• Veel producten worden ook machinaal geschild.
• Bewaar sommige geschilde producten onder water, maar doe dit niet te lang.
• Voeg citroensap of azijn aan het water toe bij producten die verkleuren.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom kun je groentes het beste dun schillen?
A
Anders verlies je de meeste vitamines van de groente
B
Anders is er teveel voedselverspilling
C
Dat is de minst moeilijke manier
D
Anders lopen de kosten te hoog op

Slide 14 - Quizvraag

Ontvellen
- bekijk de video
- in de video worden tomaten ontveld
- schrijf terwijl je kijkt, mee welke stappen je ziet

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat zijn de stappen?

Slide 17 - Tekstslide

Ontvellen
• Breng een ruime hoeveelheid water aan de kook 
• Snijd het velletje aan de onderkant van de tomaat kruisvormig in 
• Dompel de tomaten 10 tot 20 seconden onder in het kokende water 
• Schep de tomaten met een schuimspaan uit de pan, wanneer je het velletje ziet  omkrullen 
• Spoel de tomaten direct af met koud water
• Trek de velletjes voorzichtig van de afgekoelde tomaten af 
• Bewaar gepelde tomaten afgedekt onder folie in de koeling

Slide 18 - Tekstslide

1.3 Verdeel/opdeel technieken
Belangrijk: gebruik de juiste materialen:
- juiste grote van het mes
- groene snijplank

Slide 19 - Tekstslide

Vormen
Brunoise: snijden in gelijke blokjes
Julienne: snijden in gelijke (kleine) reepjes
Chinoise: snijden in gelijke ruiten

Slide 20 - Tekstslide

Raspen
- een product kleiner maken, vaak korrelachtig
- gedaan voor harde producten
- kaas, wortels, appel, nootmuskaat
- commercieel gebeurt dit bijna altijd machinaal

Slide 21 - Tekstslide

Snipperen
- met een koksmes een product fijn snijden
- vooral bekend bij uien

Slide 22 - Tekstslide

1.4 voorbereidingstechnieken
Afwegen en afmeten
- gewicht of volume (liters/dl etc.) meten 
- gebruik de juiste, accurate apparatuur

Slide 23 - Tekstslide

Ontdooien
- in de originele verpakking ontdooien
- in de koelkast
- niet ontdooien voor gebruik? verandert de bereidingstijd

Vlees:
- ingepakt of afgedekt in de koelkast
- vocht opvangen en weggooien/spoelen
- gebruik ontdooit vlees zo snel mogelijk
- Vlees in waterdichte zak onderdompelen. Elke 30 min water vervangen

Slide 24 - Tekstslide

Roeren
- lepel, spade, garde
- voorkomt dat een product aanbrandt
- klontjes uit een product halen

Slide 25 - Tekstslide

Mengen
- meerdere grondstoffen door elkaar roeren zodat er een product ontstaat
- smaakstoffen door een saus
- ingrediënten voor een cake
- Soep

Slide 26 - Tekstslide

Marineren
- Mengsel van bijv kruiden, specerijen, saus, sap
- aanbrengen op product om:
   - verhogen van smaak
   - tegengaan verkleuring
   - Malser maken product

Slide 27 - Tekstslide

Marineren
Zoek op: welke marinade je kunt gebruiken voor dit product en welke van de drie functies marineren heeft
  
Spareribs, tofu, zalm

Slide 28 - Tekstslide

Marinade + functie(s)

Slide 29 - Open vraag

Bereidingstechnieken
Bereiden producten voor: garen en smaak

  • 1. Koken
  • 2. Stomen
  • 3. Frituren
  • 4. Grillen
  • 5. Bakken
  • 6. Braden
  • 7. Regenereren 

Slide 30 - Tekstslide

Warme bereidingstechnieken
1. Koken
2. Stomen
3. Frituren
4. Grillen
5. Bakken
6. Braden
7. Regenereren 

Opdracht:
- Je krijgt een techniek toebedeeld
- Zoek uit wat het is.
- Zoek uit wat het doel is van jouw techniek 
- Zoek uit wat de werkwijze is van jouw techniek
- vindt een filmpje (minder dan twee minuten) over jouw techniek

Slide 31 - Tekstslide

Pocheren
Pocheren is het gaar maken van producten in vloeistof (vaak water) tussen de 60 en 90 graden, dus niet kokend!

waarom deze techniek?
- voorkomen van uitdroging
- voorkomt dat het product uit elkaar valt

Werkwijze
- product eerst of water eerst, afhankelijk van het prodcut.
- laat het product liggen zolang als nodig, beweeg de vloeistof niet
- voor sommige producten geldt: laat afkoelen in de vloeistof

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Afwerkingstechnieken

Slide 34 - Tekstslide

Afwerkingstechnieken
Garneren: net afmaken van een gerecht, fraai maken. bijv:

• Een broodje hamburger met rauwkostsalade en tomaat
• Fruitsalade met een blaadje mint
• Tomatensoep met gehakte peterselie.

Slide 35 - Tekstslide

Decoreren
Net als bij ganeren: fraai maken van een gerecht, maar....

Niet eetbaar!

Slide 36 - Tekstslide

Dresseren
Rangschikken van producten op een bord:

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

H1 Gehad
Van bereiden je weet nu
- Voorbereiding (Mise en place) 
- Voorbewerkingstechnieken 
- Verdeel- of opdeeltechnieken 
- Voorbereidingstechnieken 
- Warme bereidingstechnieken 
- Afwerkingstechnieken

Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Leg uit wat ‘mise en place’ inhoudt en waar dient dit voor?
  2. Noem twee voorbeelden van voorbewerkingstechnieken en voorbereidingstechnieken
  3. Benoem de drie Franse verdeeltechnieken
  4. Wat is het verschil tussen koken en stomen en noem twee voordelen van de laatste
  5. Waarom moet je zo dun mogelijk op de schil schillen?
  6. Waarom kun je beter geen gemarineerde producten op een bakplaat bakken?

Slide 40 - Tekstslide