Zakelijk bericht lj 1 schrijven 3

Nederlands
Een zakelijk bericht sturen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Een zakelijk bericht sturen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer? Eens kijken..

Slide 2 - Tekstslide

Ik schrijf een zakelijke e-mail naar de Cool Cat als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb een leuk weekend gehad en daar wil ik mijn oma over vertellen.
Ik schrijf een:
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 4 - Quizvraag

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 5 - Quizvraag

Een goede afsluiting van een
zakelijke e-mail is:
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Liefs,
D
XXX

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel
  • Ik weet wat het doel kan zijn van een zakelijk bericht en voor wie het bedoeld is.
  • Ik weet welke conventies er horen bij een zakelijk bericht.

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet ik al over een
zakelijk bericht?

Slide 8 - Woordweb

Leespubliek zakelijk bericht:
Aan wie schrijf je een zakelijk bericht?
Je schrijft aan iemand die je niet persoonlijk kent (jullie zijn geen vrienden of familie).

Bijvoorbeeld: 
Vodafone, je docent, 
de Action voor een stageplek of bijbaantje, enz.

Slide 9 - Tekstslide

Tekstdoel
Wanneer schrijf je een zakelijk bericht? Dus met welk doel?
Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.

  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Slide 10 - Tekstslide

Taalgebruik
Een zakelijk bericht schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan:
U, mevrouw Schotanus, meneer Benes, enz. 
Dit noem je formeel taalgebruik. 

Slide 11 - Tekstslide

In de inleiding........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 12 - Quizvraag

In de kern........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 13 - Quizvraag

In het slot........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 14 - Quizvraag

Een passende slotformule voor mijn
zakelijke brief is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Kusjes,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 15 - Quizvraag

Dus als je alles wat je nu weet onder elkaar zet dan zie je:

  • Je zet het onderwerp van je bericht in de onderwerpregel van de mail.
  • Begin met een keurige aanhef zoals "Geachte heer,"
  • Dan laat je een regel open.
  • In de eerste zinnen vertel je waar het over gaat en waarom.
  • Je maakt alinea's in je bericht. 
  • Je eindigt met een nette slotzin
  • Dan een regel open laten
  • Dan: "Met vriendelijke groet," 
  • Je naam op de regel eronder.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf een mail aan de mediamarkt. 
Je hebt een tv gekocht, maar toen je thuiskwam bleek er een grote kras op het scherm te zitten. Het beeld doet het wel, maar je ziet de kras wel zitten. Je wil de tv graag zaterdag om komen ruilen voor een tv zonder kras. 
Je vraagt dus of dit kan. Ook wil je weten waar je je dan moet melden, wat je mee moet nemen en hoe laat je er moet zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
  • Ik weet wat het doel kan zijn van een zakelijk bericht en voor wie het bedoeld is.
  • Ik weet welke conventies er horen bij een zakelijk bericht.

Slide 18 - Tekstslide