Naut thema 3, les 2

Thema 3, les 1/2
Van boerderij naar supermarkt
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 3, les 1/2
Van boerderij naar supermarkt

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je gisteren allemaal gegeten? Schrijf alles op!

Slide 2 - Open vraag

Wat komt van de boerderij?

Slide 3 - Open vraag

Vlog van Jonah
Jonah heeft een vlog gemaakt over de boerderij. Kijk mee!

Slide 4 - Tekstslide

'Je bent gemaakt van eten'
Mensen hebben nodig om te kunnen leven:
- Zuurstof (lucht)
- Eten (groeien, actief te zijn, gezond te blijven)
- Drinken

Slide 5 - Tekstslide

Milan zwemt onder water. Hij komt al snel weer boven water. Waarom?
A
Hij heeft honger
B
Hij heeft dorst
C
Hij heeft zuurstof nodig

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet iemand die geen vlees of vis eet?

Slide 7 - Open vraag

Hoe heet iemand die geen dierlijke producten (vlees, vis, eieren, honing, melk) eet?

Slide 8 - Open vraag

Om te groeien
Als je eet en drinkt, bouw je aan je lichaam
Van eten maakt je lichaam bouwstoffen
Groeien = vlees, vis, kaas, eieren en melk nodig. 
Dat is nodig voor botten, spieren, bloed en huid

Slide 9 - Tekstslide

Brandstoffen
Brood, pasta, rijst en aardappels zitten vol brandstoffen.
Je lichaam heeft brandstoffen nodig, hier krijg je energie van.
Het is belangrijk om veel te bewegen, dan gebruik je de energie.

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je nodig om te kunnen leven?
A
Eten en drinken
B
Eten, drinken, zuurstof
C
Drinken en zuurstof
D
Zuurstof

Slide 11 - Quizvraag

Waar haalt je lichaam bouwstoffen uit om te kunnen groeien?

Slide 12 - Woordweb

Van brandstoffen krijg je energie. Waar haal je brandstoffen uit?
A
Aardappels
B
Snoep
C
Koek
D
Chips

Slide 13 - Quizvraag


Je lichaam heeft verschillende etenswaren nodig om gezond te blijven. 

Slide 14 - Tekstslide

Verschillende eters
De natuur kent veel verschillende soorten eters:
Planteneters
Vleeseters
Alleseters

Slide 15 - Tekstslide

Planteneters = herbivoren
Kenmerken:
Platte kiezen
Ogen zitten aan de zijkant van het hoofd
Eten bladeren, zaden, bessen, gras

Slide 16 - Tekstslide

Welke planteneters ken jij?

Slide 17 - Woordweb

Carnivoren = vleeseters
Kenmerken:
Scherpe tanden
Ogen zitten aan de voorkant
Leven van alleen vlees 

Slide 18 - Tekstslide

Welke van deze is een carnivoor?
A
Poes
B
Varken
C
Gorilla
D
Olifant

Slide 19 - Quizvraag

Omnivoren = alleseters
Kenmerken:
Eten planten en dieren
Gebit

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Open vraag