Inhoud en oppervlakte

Inhoud en oppervlakte
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inhoud en oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kan je....
.... oppervlakte van ruimtefiguren berekenen
..... inhoud van ruimtefiguren berekenen
..... vergroting berekenen van inhoud en oppervlakte

Slide 2 - Tekstslide

De oppervlakte van een cirkel
A
πstraal2
B
πd

Slide 3 - Quizvraag

De omtrek van een cirkel
A
πr2
B
πd

Slide 4 - Quizvraag

Oppervlakte van een driehoek
A
21zijdehoogte
B
21zijdebijbehorendehoogte
C
zijdehoogte
D
zijdebijbehorendehoogte

Slide 5 - Quizvraag

Oppervlakte van een parallellogram
A
21zijdehoogte
B
21zijdebijbehorendehoogte
C
zijdehoogte
D
zijdebijbehorendehoogte

Slide 6 - Quizvraag

Oppervlakte van een trapezium
A
zijdehoogte
B
2zijdeboven+zijdeonderhoogte
C
zijdeonderzijdebovenhoogte

Slide 7 - Quizvraag

Oppervlakte ruimtefiguur
De oppervlakte van een ruimtefiguur 
alle zijden van het ruimtefiguur bij elkaar opgeteld

Slide 8 - Tekstslide

Oppervlakte piramide
De oppervlakte van een piramide
de oppervlakte van het grondvlak 
+
de oppervlakte van de driehoekige zijden 
(hierbij gebruik je vaak Pythagoras)

Slide 9 - Tekstslide

 Piramide
Regelmatige 4 zijdige piramide, 
  • alle ribben zijn even lang
  • top zit precies boven het grondvlak
  • grondvlak is een vierkant
Tetraëder


  • regelmatige piramide
  • alle grensvlakken zijn gelijkzijdige driehoeken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Oppervlakte cilinder
Oppervlakte cilinder 
oppervlakte van het grondvlak
+
oppervlakte van het bovenvlak
+
oppervlakte cilindermantel (omtrek cirkel x hoogte) 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Oppervlakte kegel
Oppervlakte kegel
oppervlakte van het grondvlak
+
oppervlakte van de kegelmantel

(omtrekgrotecirkelomtrekgrondvlakoppgrotecirkel)

Slide 15 - Tekstslide

Inhoud
Inhoud van een object kan je meten door het onder te dompelen in een maatbeker met een vloeistof, aan de hand van de stijging van het water kan je de inhoud berekenen. 

Bij wiskunde berekenen we de inhoud van ruimtefiguren. 

Slide 16 - Tekstslide

Inhoud balk, prisma en cilinder
Inhoud van een balk, prisma en cilinder 
=
Oppervlakte grondvlak x hoogte

Het grondvlak hoeft niet op de grond te liggen
⛺️

Slide 17 - Tekstslide

Balk met afmetingen
10 x 4,5 x 8 cm
de inhoud is .... liter

Slide 18 - Open vraag

Cilinder met afmetingen
diameter = 10 cm, hoogte = 36 cm
de inhoud is .... liter

Slide 19 - Open vraag

Inhoud kegel en piramide
Inhoud van een kegel en piramide
=
x oppervlakte grondvlak x hoogte


31

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Piramide met grondvlak 4x4 meter
hoogte 9 meter
de inhoud is ....
m3

Slide 22 - Open vraag

Kegel met straal 4 dm
hoogte 9 dm
de inhoud is .... liter

Slide 23 - Open vraag

Inhoud samengesteld figuur
Bij een samengesteld figuur zoek je ruimtefiguren waarvan je de inhoud kan berekenen. 

Slide 24 - Tekstslide

Vergrotingsfactor
Vergrotingsfactor k gaat over de lengte

lengte 3x zo groot, k = 3
lengte 3x zo klein, k = 

k > 1 vergroting k <1 verkleining
31

Slide 25 - Tekstslide

Oppervlakte vergroten /verkleinen

k = 3   lengte 3 x zo groot
                           oppervlakte       x zo groot

k=     lengte 3 x zo klein
                     oppervlakte       x zo klein
32
31
32
x 1/9
dus

Slide 26 - Tekstslide

Inhoud vergroten /verkleinen

k = 3   lengte 3 x zo groot
                           oppervlakte       x zo groot
                  inhoud        x zo groot 
k=     lengte 3 x zo klein
                       oppervlakte       x zo klein
             inhoud       x zo klein
32
31
32
33
33
x 1/9
dus
x 1/27
dus

Slide 27 - Tekstslide

k berekenen bij oppervlakte



voorbeeld oppervlakte grasveld = 2

oppervlakte ander grasveld = 8


k=oppervlakteorigineeloppervlaktebeeld
m2
m2
k=28=4=2

Slide 28 - Tekstslide

k berekenen bij inhoud



voorbeeld inhoud kubus = 2

inhoud andere kubus = 16


k=3inhoudorigineelinhoudbeeld
m3
m3
k=3216=38=2

Slide 29 - Tekstslide