les 2: Ontdek het verborgen geheim van zoet water op onze planeet! (3.1) [deel 2]

Ontdek het verborgen geheim van zoet water 
op onze planeet! 🌍💧
Paragraaf 3.1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ontdek het verborgen geheim van zoet water 
op onze planeet! 🌍💧
Paragraaf 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plattegrond V2C

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
  • Terugblik 3.1 [deel 1]

  • Uitleg 3.1 [deel 2] (10min)
Korte en lange waterkringloop

  • Tekenopdracht waterkringloop (20min)

  • Werken aan weektaak
1 t/m 6 van 3.1
Huiswerk in Plenda schrijven
Maken: 1 t/m 6 van 3.1
Leren: 3.1

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk in plenda zetten.


Je leert...

- Waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens


- Hoe water over de aardbol beweegt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 3.1  [deel 1]

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?

De totale hoeveelheid water
 op aarde blijft gelijk

Slide 6 - Tekstslide

De hoeveelheid water blijft altijd gelijk.

Het water verandert namelijk van vorm
Bijvoorbeeld: 
vast naar vloeibaar (smelten)
vloeibaar naar gas (verdampen)
gas naar vloeibaar (condenseren)
vloeibaar naar vast (bevriezen)

Veel van het water op aarde 
kunnen we niet gebruiken. 
Waarom niet?

1......              2......           3......

Slide 7 - Tekstslide

1. Water is te zout
2. Water zit te diep in de grond (diepte grondwater)
3. Water is opgeslagen in ijskappen en gletsjers

Slide 8 - Tekstslide

De percentages hoef je niet te weten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De waterkringlopen

Slide 10 - Tekstslide

De percentages hoef je niet te weten.
Korte kringloop
  • Verdampen
  • Zon verwarmt het water
  • Water wordt waterdamp
  • Verdamping op land via planten




  • Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden waterdruppels
    (wolken)
  • Grijze, dikke wolken regenen uit
    boven zee
  1. De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  2. Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  3. Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.

  1. Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  2. Als de wolken dik en grijs zijn regenen ze uit. Het water valt weer in de zee.

Slide 11 - Tekstslide

1. Verdamping
  • De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  • Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  • Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.
2. Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  • Als de wolken vol met water zitten en dik en grijs zijn regenen ze uit. Het water valt weer in de zee.

Korte kringloop
Verdampen
  • Zon verwarmt het water
  • Water wordt waterdamp
  • Verdamping op land via planten




Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden waterdruppels
    (wolken)
  • Grijze, dikke wolken regenen uit
    boven zee
verdampen
  1. De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  2. Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  3. Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.

condensatie en neerslag
  1. Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  2. Als de wolken dik en grijs zijn regenen ze uit. Het water valt weer in de zee.

Slide 12 - Tekstslide

1. Verdamping
  • De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  • Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  • Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.
2. Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  • Als de wolken vol met water zitten en dik en grijs zijn regenen ze uit. Het water valt weer in de zee.

Lange kringloop
  • Verdampen

  • Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden waterdruppels
  • In koude bergen valt water als sneeuw
    Hier kan het lang blijven liggen

  • Grondwaterstromingen
  • Regen of smeltwater zakt in de bodem.
  • Stroomt naar lager gelegen gebieden

  • Afstroming door rivieren
  • Regen of smeltwater komt in rivieren
  • Via rivieren stroomt het richting zee
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is in de rivier terechtgekomen. Via de rivieren stroomt het weer richting zee.
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is zakt in de bodem. Daar ligt het niet stil op zijn plek, het stroomt naar lager gelegen gebieden. Ook richting zee.
Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
In de bergen is het koud. Het water valt als sneeuw in de bergen. Hier kan het lang blijven liggen.
  1. De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  2. Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  3. Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.

Slide 13 - Tekstslide

1. Verdamping
2. Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  • In de bergen is het koud. Het water valt als sneeuw in de bergen. Hier kan het lang blijven liggen.
3. Grondwaterstromingen
  • Regenwater of smeltwater zakt in de bodem.
  • Daar ligt het niet stil op zijn plek, het stroomt naar lager gelegen gebieden. Ook richting zee.
4. Afstroming door rivieren
  • Regenwater of smeltwater komt in de rivier terecht.
  • Via de rivieren stroomt het weer richting zee.
  • Als het water in zee is beland, wat soms miljoenen jaren kan duren, begint het proces opnieuw.
Lange kringloop
Verdampen

Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden waterdruppels
  • In koude bergen valt water als sneeuw
    Hier kan het lang blijven liggen

Grondwaterstromingen
  • Regen of smeltwater zakt in de bodem.
  • Stroomt naar lager gelegen gebieden

Afstroming door rivieren
  • Regen of smeltwater komt in rivieren
  • Via rivieren stroomt het richting zee
afstroming door rivieren
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is in de rivier terechtgekomen. Via de rivieren stroomt het weer richting zee.
Grondwaterstromingen
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is zakt in de bodem. Daar ligt het niet stil op zijn plek, het stroomt naar lager gelegen gebieden. Ook richting zee.
condensatie en neerslag
Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
In de bergen is het koud. Het water valt als sneeuw in de bergen. Hier kan het lang blijven liggen.
verdampen
  1. De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen. 
  2. Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
  3. Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.

Slide 14 - Tekstslide

1. Verdamping
2. Condensatie en neerslag
  • Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
  • In de bergen is het koud. Het water valt als sneeuw in de bergen. Hier kan het lang blijven liggen.
3. Grondwaterstromingen
  • Regenwater of smeltwater zakt in de bodem.
  • Daar ligt het niet stil op zijn plek, het stroomt naar lager gelegen gebieden. Ook richting zee.
4. Afstroming door rivieren
  • Regenwater of smeltwater komt in de rivier terecht.
  • Via de rivieren stroomt het weer richting zee.
  • Als het water in zee is beland, wat soms miljoenen jaren kan duren, begint het proces opnieuw.
De waterkringloop wordt aangedreven door ...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de 3 belangrijkste onderdelen van de korte waterkringloop.

Slide 16 - Open vraag

1. verdamping van zeewater
2. condensatie (=wolkvorming)
3. neerslag in zee
Geef 2 voorbeelden uit de lange waterkringloop
die niet voorkomen in de korte waterkringloop.

Slide 17 - Open vraag

1. Water dat vast zit in ijskappen op een berg.
2. Water dat via grondwaterstromingen naar laaggelegen gebied stromen.
3. Water dat via de rivieren richting zee stromen.
Tekenopdracht waterkringloop
  • Je gaat een stripverhaal tekenen over de waterkringloop 

  • De hoofdpersoon is Droppie water. Die moet in elk plaatje
    zichtbaar zijn (je mag ook zelf een naam verzinnen)

  • De onderstreepte omschrijving geeft aan wat er 
    gebeurt in het plaatje

  • De schuingedrukt woorden moeten per plaatje
    terugkomen je strip
  • Individueel
  • In stilte (na 5 min zacht overleggen)
  • Tijd: 20 min

Klaar?
  • Lever je strip in
  • Maak 1 t/m 6 van 3.1
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan de weektaak

Lees 3.1
 
Maak opgave 1 t/m 6 van 3.1

Leren 3.1
Huiswerk in Plenda

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt geleerd...

- Waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens
...te zout            ...te diep          ...in de ijskappen

- Hoe water over de aardbol beweegt
Verdamping -> condensatie -> neerslag als sneeuw -> ligt op de berg als ijskap -> rivieren/grondwater richting zee

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

melk drinken
plassen
riool
waterzuivering
rivier naar zee
verdamping

koe drinkt
regen in sloot

Slide 21 - Tekstslide

  1. Een glas melk dat jij drinkt, plas je weer uit in de vorm van urine.
  2. Daar zit hetzelfde water in.
  3. Die urine komt in het riool, dat gaat naar de rioolwaterzuivering van het waterschap en dan komt het - als het gezuiverd is - in de rivier. 
  4. Van de rivier stroomt het naar zee waar het verdampt. 
  5. Dat water vormt wolken en valt naar beneden in de vorm van regen. 
  6. Die regen zou bijvoorbeeld in de sloot kunnen vallen waar koeien uit drinken.
  7. Van het water uit de sloot maakt de koe weer melk. 
  8. En zo kan het wat uit jouw eigen urine zomaar weer in een pak melk bij jou in de koelkast terechtkomen!

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies