G, deel 1. Werkwoordelijk gezegde





Grammatica G, deel 1. Werkwoordelijk gezegde
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les





Grammatica G, deel 1. Werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst:

Wat weet je nog van de vorige lessen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Noteer binnen één minuut zoveel mogelijk
begrippen uit de vorige lessen!

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was zinsontleding ook alweer belangrijk?
Zinsontleding is belangrijk, omdat je zinnen leert begrijpen. Je hoeft echt niet iedere zin te ontleden om een tekst te snappen. Toch snap je sneller wat er met een moeilijke zin bedoeld wordt als je ook iets van ontleden snapt. Bovendien kun je zinsontleding gebruiken als je een nieuwe taal moet leren. Zinnen zijn niet in alle talen hetzelfde opgebouwd. Als jij weet uit welke delen een zin kan bestaan, wordt het begrijpen en gebruiken van de andere taal ook veel makkelijker.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van deze les:

- Kun je het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen en benoemen.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee soorten zinnen bestaan er in het Nederlands?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een zin met een DOE-betekenis (WG)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica
G, deel 1: Werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat weet je al/nog over het werkwoordelijk gezegde (WG)?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kijk eens goed naar de naam:

Werkwoordelijk gezegde

Wat valt je op?

Slide 10 - Tekstslide

  • Het woord 'werk' zit erin, dus iemand DOET iets
  • Het woord 'werkwoord' zit erin, dus het gezegde heeft te maken met werkwoorden!
Het WG:
  • doen-betekenis
  • alle werkwoorden van een zin
  • bestaat altijd uit een zelfstandig werkwoord (en evt. hulpwerkwoorden).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het werkwoordelijk gezegde (WG):
- Alle werkwoorden in een zin (zelfstandig werkwoord + hulpwerkwoorden)
- Als de PV het enige werkwoord is: is dat ook meteen het WG
- Let op de werkwoorden die je kunt scheiden: Hij let erg goed op
- Als 'te' en 'aan het' voor het werkwoord staat, hoort dit bij het WG: 
                                                   Hij is met zijn zusje aan het fietsen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nu (weer) wat een WG is?
Maak een keuze voor de rest van deze les:
Nee, ik doe graag mee met de klassikale instructie en gezamenlijke oefening
Ja, ik begrijp wat het WG is en wil graag zelfstandig verder werken met een oefenblad
Ja, en ik wil graag extra uitdaging en probeer ook het NW te benoemen

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde


Beschrijft wat het onderwerp doet:
 Het meisje zwaait.

Kern = zelfstandig werkwoord
Mijn broertje studeert voor zijn examens.

Scheidbaar werkwoord
Zij kwam veel te laat binnen.




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
  1. Bepaal het zelfstandig werkwoord (en let op scheidbare werkwoorden)
  2.  Bepaal of er hulpwerkwoorden zijn


Werkwoordelijk gezegde

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1
Ik zou vanavond wel pizza willen eten.

Stap 1: Het zelfstandig werkwoord = eten
Stap 2: De hulpwerkwoorden zijn: zou en willen

-> zou willen eten = werkwoordelijk gezegde

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
Met wie spreek je volgende week allemaal af?


Stap 1: spreek af = scheidbaar werkwoord (afspreken)
Stap 2: geen hulpwoorden

-> spreek af = werkwoordelijk gezegde


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortom: WG vinden?
► Werkwoordelijk gezegde heeft een doen-betekenis
► Alle werkwoorden van een zin


Let op: het WG begint dus altijd met de PV!


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even samen oefenen:
1: Remco heeft altijd een brandweerman willen schilderen.
2: Je kunt in contact komen via Facebook.
4: Wil jij misschien dat doosje aangeven?
5: Op zijn knieën vroeg mijn neef haar ten huwelijk.





Stappenplan
  1. Bepaal het zelfstandig werkwoord (en let op scheidbare werkwoorden)
  2. Bepaal of er hulpwerkwoorden zijn

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu jullie!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen:
Schrijf van elke zin het WG op:

1. Hij gaat morgen naar Terschelling
2. Daarom was hij al druk aan het inpakken
3. De wasmachine stond inmiddels al te draaien
4. Zijn vriendin belde hem verontrust op.
5. Ze moesten nu echt opschieten!
6. Hij pakte nu echt zijn tas in.
Klaar?
Vergelijk je antwoorden met je buurman/buurvrouw; hebben jullie hetzelfde opgeschreven?
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het WG op uit de volgende zinnen:
  1. Hij gaat morgen naar Terschelling
  2. Daarom was hij al druk aan het inpakken
  3. De wasmachine stond inmiddels al te draaien
  4. Zijn vriendin belde hem verontrust op.
  5. Ze moesten nu echt opschieten!
  6. Hij pakte nu echt zijn tas in.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snap je het? Nu zelf!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het WG:

Dat had je niet moeten doen!

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het WG:

Ik kan het me niet voorstellen

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het WG:

Ze is aan het voetballen met haar broertjes

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In hoeverre heb je deze les actief meegedaan?
0100

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


De rest van deze les ga ik... 
De huiswerkopdrachten maken
Ik wil graag extra hulp, ik ga met mevouw Keizer samen nog een aantal oefeningen maken
Oefenen met een werkblad
Lezen in mijn leesboek

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog extra uitleg nodig of heb je nog vragen?
Ja
Nee

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat

Huiswerkopdrachten maken:

Grammatica G, blz 104
Maken opdrachten 1 t/m 4

Hoe
Eerste 10 minuten individueel, in stilte.
Als de timer afgelopen is mag je zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw


Hulp nodig? 
Steek je vinger op, dan kom ik langs.


Klaar?
Ga dan extra oefeningen maken in Kern of lezen in je leesboek.


timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelcheck

Leg in je eigen woorden uit:
  • Wat is een werkwoordelijk gezegde?
  • Hoe kun je het werkwoordelijk gezegde vinden?



Volgende les: Het naamwoordelijk gezegde

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies