Koning Willem-Alexander is ons staatshoofd, maar hij heeft vrijwel geen macht.
Taken van de koning:
Handtekening onder alle wetten.
Troonrede voorlezen op prinsjesdag.
Overleg voeren met de minister-president.
Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
Ministers en staatssecretarissen beëdigen.
Slide 12 - Tekstslide
Prinsjesdag
Iedere derde dinsdag van september
Koning leest de troonrede voor, daarin staat wat het kabinet het komende jaar wil bereiken.
Minister van financiën leest de miljoenennota voor, daarin staat de gedetailleerde plannen van het kabinet + de rijksbegroting. Dat is een overzicht van alle uitgaven en inkomsten van het kabinet het komende jaar.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Het parlement controleert
Het parlement bestaat uit de Eerste en TweedeKamer.
De 150 leden van de Tweede Kamer worden direct gekozen.
De 75 leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen.
De kamerleden zijn dus onze volksvertegenwoordigers.
Slide 15 - Tekstslide
Taken van het parlement
Het parlement heeft twee taken en maakt gebruik van verschillende rechten om die taken uit te voeren.
Taak 1: (Mede)wetgeving
Stemrecht (1e en 2e kamer)
Recht van Amendement (2e kamer)
Recht van initiatief (2e kamer)
Taak 2:Controleren van het kabinet
Vragenrecht (1e en 2e kamer)
Motierecht (1e en 2e kamer)
Recht van interpellatie (1e en 2e kamer)
Enquêterecht (1e en 2e kamer)
Slide 16 - Tekstslide
Coalitie en oppositie
De partijen die samen de regering vormen noem je de coalitie.
De coalitiepartijen hebben samen de meeste zetels.
De andere partijen in de Kamer noem je de oppositie.
De oppositiepartijen zijn vaak kritisch op de plannen van de coalitie.
Slide 17 - Tekstslide
Belangrijke kenmerken democratie
Er is een grondwet
De politieke macht is in drie onderdelen verdeeld
Het parlement heeft de hoogste macht
Slide 18 - Tekstslide
De grondwet
In de grondwet staan de belangrijkste rechten en plichten van alle burgers. Bijvoorbeeld:
Vrijheid van meningsuiting
Discriminatie is verboden
Recht om te stemmen
Plicht om naar school te gaan
Slide 19 - Tekstslide
Scheiding van de machten
Er moet niet teveel macht in handen van 1 persoon of partij komen. Daarom wordt de macht verdeeld; de Trias Politica:
Het parlement beslist over de wetsvoorstellen van de regering.
De regering voert de wetten uit.
Rechters beoordelen of overheid en burgers zich aan de wet houden.
Slide 20 - Tekstslide
Macht van het parlement
De volksvertegenwoordigers in ons parlement hebben dus de meeste macht. We noemen Nederland daarom een parlementaire democratie.
De combinatie van parlementaire democratie, de grondwet en de trias politica maken Nederland een rechtsstaat. --> Een land waarin de rechten en plichten van burgers én van de overheid in de grondwet zijn vastgelegd.
Slide 21 - Tekstslide
De gemeente
Het bestuur van de gemeente bestaat uit:
Het collega van burgemeester en wethouders (B en W): het dagelijks bestuur.
De gemeenteraad mag stemmen over belangrijke besluiten en controleert het B en W.
Slide 22 - Tekstslide
De provincie
Provincies vormen de tussenlaag tussen de regering en de gemeenten. Ze regelen zaken die te groot zijn voor een gemeente, maar te klein om landelijk te regelen.
Leden van de provinciale staten worden elker vier jaar via getrapte verkiezingen gekozen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ahmed_Marcouch
Slide 23 - Tekstslide
Hoe kun je dit leren?
Proeftoetsjes op de methode site (zie content It's Learning)