GKC M3ac Kap3 4e nv+vz+der/ein

GKC Mavo 3a en c
4e naamval en voorzetsels
der- en ein- Gruppe



1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

GKC Mavo 3a en c
4e naamval en voorzetsels
der- en ein- Gruppe



Slide 1 - Tekstslide

der- Gruppe
ein- Gruppe
der, die
das
dies-
jed-
welch-
alle
ein-
kein-
mein-
dein-
sein-
ihr-
unser-
euer-
ihr-
Ihr-

Slide 2 - Sleepvraag

Welke woorden horen bij de der- Gruppe?

Slide 3 - Open vraag

Welke woorden horen bij de ein- Gruppe?

Slide 4 - Open vraag

voor
om
door
tegen
zonder

    für
   
    um

  durch

  gegen

  ohne

Slide 5 - Sleepvraag

Noem de voorzetsels waarna je de 4e naamval krijgt

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

 der-Gruppe
We behandelen nu eerst de der-Gruppe:
als je dat goed snapt, ga we een volgende keer verder met de Ein-Gruppe.

Luister en kijk goed naar de volgende video


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Er kauft (deze) ........ Fußball(m).
A
dieser
B
diesen
C
dies
D
diese

Slide 12 - Quizvraag

Welch.... Mann hat dir geholfen?
A
welcher
B
welchen
C
welch
D
welche

Slide 13 - Quizvraag

All.... Kinder lieben Eis.
A
alles
B
allen
C
alle
D
aller

Slide 14 - Quizvraag

Wir spielen Fußball gegen (alle)..... Mädchen.
A
jede
B
alle
C
jeden
D
allen

Slide 15 - Quizvraag

Weißt du, wie dies... Lehrer heißt?
A
dieser
B
diesen
C
diese
D
dieses

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Ohne dies.... Schlüssel(m) kannst du die Tür nicht öffnen.
A
diese
B
dieser
C
diesen
D
dies

Slide 18 - Quizvraag

Oefenen/ üben 
Zoals je weet mag je je naamvalskaart erbij pakken.
Heb je deze niet, kijk dan in het overzicht
op blz 196-197 boek B.

op blz 196 staan de voorzetsels en de zinsdelen, 
  op blz 197 staat het schema en de der/ein-Gruppe

Slide 19 - Tekstslide

Das Theater ist um (de) ...... Ecke(v).
A
der
B
die
C
den
D
das

Slide 20 - Quizvraag

Ohne (haar ) ........ Handy(o) geht sie nicht in die Stadt.
A
ihren
B
sie
C
ihr
D
ihre

Slide 21 - Quizvraag

Vul in:
Ich fahre nicht gern ohne (mijn)...... Freunde(mv) weg.

Slide 22 - Open vraag

(Ieder) ...... Spiel(o) hat andere Regeln.
A
jede
B
jeden
C
jeder
D
jedes

Slide 23 - Quizvraag

Vul in:
(Welke).......... Pullover(m) hast du gekauft?

Slide 24 - Open vraag

Vul in:
(Jouw) ..... Bruder hat immer viel Glück.

Slide 25 - Open vraag

Vul in:
Für (deze)....... Konzert(o) muss man online Tickets kaufen.

Slide 26 - Open vraag

(De).... Mann hat gestern (deze) Ring(m) für (de) ...... Freundin gekauft.
A
die, dieser, das
B
der, dieser, die
C
den, diesen, die
D
der, diesen, die

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video