§6.1 Lading en spanning

§6.1 Lading en spanning
Heb je al eens gemerkt:
  • dat bij het kammen van je haar, het rechtop gaat staan? 
  • dat bij een trui uittrekken, deze knettert? 
  • dat het aanraken van een metalen knop, een schok kreeg? 
  • dat er vonkjes overspringen als je iets of iemand vast pakt?
Je hebt dan een elektrische lading gekregen.
het voorwerp is elektrisch geladen oftewel statisch
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§6.1 Lading en spanning
Heb je al eens gemerkt:
  • dat bij het kammen van je haar, het rechtop gaat staan? 
  • dat bij een trui uittrekken, deze knettert? 
  • dat het aanraken van een metalen knop, een schok kreeg? 
  • dat er vonkjes overspringen als je iets of iemand vast pakt?
Je hebt dan een elektrische lading gekregen.
het voorwerp is elektrisch geladen oftewel statisch

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Lading en spanning
Heb je wel eens gemerkt dat het afhankelijk is van het weer?
Des te meer waterdamp er in de lucht is, 
des te minder "last" je er van zult hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer merk je meer van elektrische lading?
A
Als het een zonnige dag is
B
Als het vriest en binnen is het lekker warm.
C
Als het regent en binnen droog is
D
Als er bliksem en regen is

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Opbouw
  • Alles om ons heen bestaat uit stof, materie.
  • Materie bestaat uit moleculen ( kleinst herkenbaar
     deeltjedat nog de stofeigenschap bezit).
  • Molecuul bestaat uit atomen.
  • Een atoom bestaat uit een kern en schillen.
  • In de kern zijn neutronen ( neutraal ) en protonen ( positief geladen)
  • De schil bestaat uit elektronen ( negatief geladen); deze bewegen met
     hoge snelheid om de kern.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Lading 
Elektrische ladingen oefenen een kracht op elkaar uit.




Neutraal voorwerp bezit evenveel positieve als negatieve lading.
Gelijke lading stoot elkaar af;
               ze bezitten beide of positieve óf negatieve lading
Verschillende lading trekt elkaar aan;
               het ene voorwerp bezit positieve en het andere negatieve lading

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Elektronen
Geladen voorwerp krijg je door bijvoorbeeld met een doek of ballon te wrijven.
Door wrijving springen elektronen ( deze zitten in de schil) over.

=>
Elektrisch geladen voorwerpen oefenen
een kracht op elkaar uit.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Elektroscoop
Met een elektroscoop kan worden onderzocht of een voorwerp wel of niet elektrisch geladen is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Spanning en elektronen
Spanning = potentiaalverschil = elektrisch potentiaal
Bol A = negatief geladen
Bol B = positief geladen
=> verschil in lading 
=> spanning
Indien ze met elkaar verbonden worden zullen de bollen ontladen => er is geen verschil meer

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkblad 6 - 1

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Spanningsbronnen
  • Elektrostatische bron:
      Elektriseerapparaat: apparaat waarmee
         statische lading opgewekt kan worden
         (vonken).
        {hoge spanning en
           een kortstondig durende stroom}

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Spanningsbronnen
Chemische bronnen: gebaseerd op een chemische reactie.
   De minpool levert elektronen en 
   de pluspool neemt elektronen op, via
   een stroomdraad buiten de bron.
   Zijn de beginstoffen op, dan stopt de reactie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§6.1 Spanningsbronnen
  • Elektromagnetische bronnen:
         Dynamo: spoel en magneet​
  
         => Magnetisch veld​ 
         => inductie, wisselspanning

           

  
​ 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escape
 room

Slide 14 - Tekstslide

De leerlingen kunnen de opdrachten in de gedeelde les maken in groepjes. 
Als ze het eindantwoord hebben kunnen ze deze laten controleren, niet goed betekent alles weer narekenen.