Lesson 2.6 6 nov

 Today
  • Check homework exercise
  • Write homework in planner & work on homework 
  • Pronunciation vocabulary 2.4
  • Explain grammar: plural
        -  Practice in LessonUp
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Today
  • Check homework exercise
  • Write homework in planner & work on homework 
  • Pronunciation vocabulary 2.4
  • Explain grammar: plural
        -  Practice in LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Check homework 
Exercise 3
page 11

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary
Page 175

    Pronunciation vocabulary 2.4
    Repeat the words

    Slide 3 - Tekstslide

    Please take
    your notebook in
    front of you

    Slide 4 - Tekstslide

    Plurals
    In het Engels zet je zelfstandige naamwoorden in het meervoud door er een -s aan vast te schrijven.

    Slide 5 - Tekstslide

    Plurals
    1.  Een sis-klank
    dan plak je -es achter het woord
    one box  >  five boxes
    Zelfstandig naamwoord eindigt op:
    one bus  >  two buses
    2.  Een medeklinker + -y
    -y weghalen, -ies erachter plakken
    one baby  >  three babies
    one lady  >  four ladies

    Slide 6 - Tekstslide

    Plurals
    3.  -f of -fe,
    -f(e) weghalen, -ves erachter plakken
    one knife  >  two knives
    Zelfstandig naamwoord eindigt op:
    one wolf  >  five wolves
    4.  (veel woorden) -o,
    -es erachter plakken
    one hero  >  ten heroes
    one tomato  >  two tomatoes

    Slide 7 - Tekstslide

    Plurals
    Eigen meervoudsvorm
    (uit je hoofd leren!)

    Slide 8 - Tekstslide


    Plural of:
    A
    shoe
    B
    shoes
    C
    schoenen
    D
    shoos

    Slide 9 - Quizvraag


    Plural of:
    A
    tomatos
    B
    tomaten
    C
    tomato's
    D
    tomatoes

    Slide 10 - Quizvraag


    Plural of:
    A
    child
    B
    childs
    C
    childrens
    D
    children

    Slide 11 - Quizvraag


    Plural of:
    A
    puppies
    B
    puppy's
    C
    puppys
    D
    puppen

    Slide 12 - Quizvraag

    What is the plural of 'gift'?

    Slide 13 - Open vraag

    What is the plural of 'woman'?

    Slide 14 - Open vraag

    What is the plural of 'party'?

    Slide 15 - Open vraag

    What is the plural of 'bus'?

    Slide 16 - Open vraag

    Study: Vocabulary 2.4 (page 175)
    Do: Exercise 1 & 2 (GB page 10) 
    Do: Vertaalzinnen in SOM


    Wednesday 8th of November

    Slide 17 - Tekstslide