Nederlands eten

• ANT2+
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Doelen

Je kan reclame maken (schrijven) voor een Nederlands product. 

1. Je weet wat een reclame is. 

2. Je kent positieve woorden. 

3. Je kent 7 bekende Nederlandse producten. 

Pindakaas 

- Ochtend of middag

- Beleg op brood

- Bevat noten

- Gezond en sterk

- Combinaties 

Haring 

- Rauwe vis 

- Uitjes (zout)

- Haring happen 

- Voor alcohol drinken

- Gezond 

Tompouce/tompoes

- Roze : Feestdag 

- Oranje : Koningsdag (27 april)

- Koek met room 

- Zoet 

- Moeilijk om te eten

- Frans 

Drop 

- Snoep

- Zoet of zout

- Zwart of bruin

- Helpt bij keelpijn 

- Zoethout

Hagelslag 

- Ochtend of middag 

- Beleg op brood 

- Chocolade

- Boter nodig 

- Met pindakaas 

- Bedacht toen het hagelde

Pepernoten

- November en december

- Klein, rond en hard

- Zoet

- Met of zonder chocola 

Oliebollen 

- Feestdag: oud & nieuw in december

- Poedersuiker 

- Krenten  

- Bakken in veel olie 

Positieve woorden
(reclame)

Raad het product 

Voorbeeld vragen:

Hoe ziet het eruit? (vorm, grootte, kleur)

Wanneer eet je het? (feestdag, maand, dagdeel)

Hoe smaakt het? (zoet/zout/zuur) 

Is het lekker en waarom?

Is het gezond en waarom?

Reclame schrijven

A. Kies 1 product en schrijf:

1. Waarom je het product hebt gekozen. 

2. Wanneer je het eet. 

3. Hoe het eruit ziet. 

4. Hoe het smaakt. 

5. Waarom iemand het moet proeven. 

B. Teken het product. 

Volgorde van woorden in zinnen

Hagelslag is heel populair.

Nederlanders eten pindakaas op brood.

Met oud & nieuw bakken mensen oliebollen.

Volgorde van woorden in zinnen

Hagelslag is heel populair.

Nederlanders eten pindakaas op brood.

Met oud & nieuw bakken mensen oliebollen.