2.3 Hoe wil je wonen?

2.3 Hoe wil je wonen?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 Hoe wil je wonen?

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  1. Herhalen paragraaf 2.2
  2.  Opdrachten bespreken van paragraaf 2.2
  3. Doelen van deze les 
  4. Uitleg paragraaf 2.3
  5. Zelfstandig aan de slag met de opdrachten
  6. Afronding van de les

Slide 2 - Tekstslide

Een HEMA rookworst kost €3,90 en een UNOX rookworst kost €2,50. Hoeveel procent is HEMA duurder dan de Unox rookworst?

Prijsverschil : prijs waarmee je vergelijkt x100%
A
0,56%
B
56%
C
0,36%
D
36%

Slide 3 - Quizvraag

Johan van 19 jaar sluit op straat een telefoonabonnement af van €75,-. Mag hij deze koop na 7 dagen ongedaan maken?
A
Nee, hij is handelingsbekwaam
B
Ja, volgens de colportagewet mag dit
C
Ja, hij is handelingsonbekwaam
D
Nee, hij is volwassen volgens de wet.

Slide 4 - Quizvraag

Opdrachten bespreken

Slide 5 - Tekstslide

Doelen deze les:
Aan het einde van deze les weten jullie:
  • Wat de woningmarkt is
  • Wanneer je recht hebt op huurtoeslag
  • Welke kosten je hebt als je een huis koopt
  • Wat een hypothecaire lening is
  • Welke belasting je als eigenaar van een woning betaalt 

Slide 6 - Tekstslide

De woningmarkt
De woningmarkt bestaat uit het totaal van alle woningen die te markt staan en alle mensen die opzoek zijn naar een woning.

Slide 7 - Tekstslide

Huurwoningen
Veel huurwoningen zijn in bezit van woningcorporaties.

Woningcorporaties: Het doel van deze organisatie is om betaalbare woningen te bouwen, verhuren en onderhouden.

Sociale huur en vrije sector

Slide 8 - Tekstslide

2 soorten huurwoningen
Je moet je inschrijven bij een woningcorporatie 
Je kunt gewoon reageren op de advertentie 

Slide 9 - Tekstslide

Huurtoeslag
Huurtoeslag:
Dit is een financiële bijdrage van de overheid waarmee jij een deel van je huur kan betalen.

Je hebt recht op huurtoeslag als:
Je inkomen en vermogen (spaargeld) niet hoog is en de huur mag niet te hoog zijn

Slide 10 - Tekstslide

Kosten Koper (K.K.)
Er komen extra kosten bij het kopen van een huis.


Bij nieuwbouwwoningen betaal je geen k.k, wel btw en notariskosten 


Overdrachtskosten: 2% van de koopprijs, alleen bij bestaande woningen.
Notariskosten: De notaris maakt een transportacte. Dit is het bewijs dat de woning aan de koper is geleverd.

Slide 11 - Tekstslide

Richard wil deze woning kopen. Het is hem gelukt om €12.500,- van de vraagprijs af te krijgen. De notariskosten zijn €450,-.

Bereken de totale aankoopkosten van Richard,
houd rekening met de kosten koper (k.k)
A
€ 482.500,-
B
€ 482.950,-
C
€ 505.350,-
D
€ 492.600,-

Slide 12 - Quizvraag

Hypothecaire lening

Slide 13 - Tekstslide

Ontroerendezaakbelasting (ozb)
  • De gemeente stelt elk jaar de waarde van de woning vast. Dit heet de WOZ-waarde

  • WOZ-waarde: Staat voor Wet Ontroerendezaakbelasting. De eigenaar van een woning moet ieder jaar ozb belasting betalen.

  • OZB is een percentage van de WOZ- waarde.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken: opdrachten van paragraaf 2.3 
Klaar? Maak de rekenopgave of maak de plusopdrachten

Slide 15 - Tekstslide