4 VWO §4.1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Planning

Nieuw hoofstuk 4: Kracht en beweging

Vandaag: § 4.1 en KECO hoodstuk 3 afmaken  

Na deze les kan je:

- Rekenen met krachten die op een voorwerp werken in één richting

- De eerste wet van Newton uitleggen en toepassen

Eerste wet van Newton

• De som van de krachten, werkend op 1 voorwerp, is de netto kracht
• Fnetto = 0 N, dan beweegt het voorwerp in een rechte lijn met constante snelheid of staat het voorwerp stil. 

Traagheid?

Hoe koppel je de eerste wet van Newton aan traagheid?

Waarom hoort het introductie filmpje bij de eerste wet van Newton?

Oefen opgave

Een fietser levert 10N om vooruit te komen. De wind zit hem echter tegen met 3N. De rolweerstand bedraagt 7N.

1. Bereken de netto kracht die op de het voorwerp werkt

2. Geef aan of de fiets versneld, vertraagt, met consante tempo rijd of stil staat. 

Uitwerking oefenopgave

Doordat er netto geen kracht op de fiest werkt, zal de fiest:

- Of stilstaan

- Of met constante snelheid bewegen

F​n​​=F​fietser​​−F​wind​​−F​wrijving​​=10−3−7=0N

In deze situatie is Fnetto

1. 0 N
2. > 0 N
3. < 0 N

De snelheid van de auto

1. Blijft gelijk
2. Neemt toe
3. Neemt af

De snelheid van de auto

1. Blijft gelijk
2. Neemt toe
3. Neemt af

Welke kant beweegt de fietser op?

1. Dat is niet te zeggen, enkel dat hij vertraagt
2. Dat is niet te zeggen, enkel dat hij versnelt
3. Twee mogelijkheden: Ofwel versneld vooruit of vertraagd achteruit
4. Twee mogelijkheden: Ofwel vertraagd vooruit of versneld achteruit

De motor rijder vliegt door de lucht omdat:

1. Er een netto kracht in de bewegingsrichting is die op hem werkt
2. Dit is puur het resultaat van de snelheid die de persoon al had