In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
onregelmatige werkwoorden haben - sein
Duits
werkwoorden vervoegen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
weet je wat werkwoorden zijn.
weet je hoe je (regelmatige) werkwoorden kunt vervoegen.
heb je geoefend met het toepassen van het vervoegen van werkwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
Slide 3 - Woordweb
Wat is de vertaling van onderstaande persoonlijke voornaamwoorden in het Duits?
ik
jij
hij / zij / het
wij
jullie
zij / U
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
FEESTTENTEN
Persoonlijk voornaamwoord + de stam van het werkwoord + FE-E-ST-T-EN-T-EN
ich
wohn
e
du
wohn
st
er/sie/es
wohn
t
wir
wohn
en
ihr
wohn
t
sie/ Sie
wohn
en
Slide 6 - Tekstslide
Nu gaan we oefenen. Gebruik hiervoor de gekleurde kaarten die je ziet in de volgende slide.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord? Ich wohn____
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord? wir spiel_____
A
spiele
B
spielt
C
spielst
D
spielen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord? du mach_____
A
mache
B
macht
C
machst
D
machen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord? Sie geh____
A
gehe
B
geht
C
gehst
D
gehen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord? ihr wink___ (zwaaien)
A
winke
B
winkt
C
winkst
D
winken
Slide 13 - Quizvraag
Opdracht 1
Maak een Powerpoint presentatie waarin je in eigen woorden uitlegt hoe het vervoegen van werkwoorden gaat. De presentatie bevat de volgende punten:
Voorblad, met naam en onderwerp.
Uitleg vervoeging van werkwoorden in eigen woorden.
Minimaal 5 sheets
Jullie mogen zelf de vormgeving bepalen.
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 2
Een columnist heeft ons de opdracht gegeven om een artikel voor hem te controleren op de werkwoordspelling.
Het artikel vind je op het werkblad.
Controleer samen het artikel en gebruik de feesttenten methode welke je vindt op het werkblad.
Lever de opdracht in bij je docent.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoelen behaald?
Je hebt het lesdoel behaald wanneer:
je weet wat werkwoorden zijn.
je weet hoe je (regelmatige) werkwoorden kunt vervoegen.
je hebt geoefend met het toepassen van het vervoegen van werkwoorden.
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf op een post-it een vraag voor de aankomende toets. De vraag moet gaan over de zojuist besproken lesstof. De beste vraag wordt als bonusvraag in de toets verwerkt.