4.1 Feiten en meningen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Lezen hoofdstuk 4

4.1 Feiten en meningen

4.2 Argumenten

4.3 Betoog

Lesdoelen van vandaag

Aan het eind van deze les : 

• ken je de begrippen : feit, mening 
• kun je deze begrippen herkennen in een tekst
• Weet je wat het verschil is tussen feiten en meningen 

Oefenen met feit en mening

• Je krijgt allemaal een memoblaadje
• Schrijf je naam op en daaronder een feit over jezelf.
• Memoblaadje dichtvouwen en inleveren bij docent
• We checken samen of het inderdaad een feit is.

Feiten

Feiten zijn : 

• Echt gebeurd
• Te controleren
  
• De waarheid 
• Betrouwbaar

Een mening 

• Persoonlijke opvatting/idee
• Uitgesproken gedachte
  

•  Begint vaak met : Ik vind.......
• Je kunt het hiermee EENS zijn. 
• Je kunt het hiermee ONEENS zijn.

Feiten en meningen

Feit of mening

Feiten

Waar vind je vaak teksten met een mening (of noem een voorbeeld)?

Opdracht (Extra 3)

1. We lezen samen de tekst:

"Comazuipers betalen zelf de kosten"

2. We bespreken de moeilijke woorden

3. We beantwoorden quiz vragen over 

feiten en meningen in deze tekst.

Jongeren die vanwege comazuipen in het ziekenhuis
belanden, moeten zelf opdraaien voor de kosten
van de behandeling.

1. Feit
2. Mening

Een behandeling van een comazuiper kost
duizenden euro's.

1. Feit
2. Mening

Als iemand schade veroorzaakt die hij zelf in de hand
heeft, dan moet hij daar ook maar zelf voor opdraaien.

1. Feit
2. Mening

De stijging van het aantal comazuipers is
enorm en het zijn steeds jongere kinderen die
in het ziekenhuis belanden met een alcohol-
vergiftiging.

1. Feit
2. Mening

In 2010 werden er 684 jongeren met een
alcoholvergiftiging opgenomen terwijl er dat
in 2008 nog 337 waren.

1. Feit
2. Mening

Zelfstandig aan de slag

Maak opdracht 1, 2 en de examenopdracht

Klaar? maak opdracht 3

Volgende les 

4.2 Argumenten beoordelen

We sluiten af met een mening:
Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃