Semaine 44 3G

Bonjour
Sur la table:
livre, ordinateur, stylo et weekplanner



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour
Sur la table:
livre, ordinateur, stylo et weekplanner



Slide 1 - Tekstslide

Objectifs de la semaine 44
  • Chapitre 1: Connecté 
  • ik kan mijn vriend(in) beschrijven
     




Tâche:
Voilà mon ami(e) 


Slide 2 - Tekstslide

Objectifs de la semaine 45
  • Chapitre 1 Connecté
Ik check of ik alle leerdoelen van chapitre 1 heb bereikt
Ik kan de onregelmatigwerkwoorden avoir en être gebruiken
Ik kan de werkwoorden op –er gebruiken 






L: alle voca en grammaire ch1

M: oefentoets online
Extra oefenbladen 

Slide 3 - Tekstslide

Aujourd'hui

Samen: kennistoets voorbereiden

oefenen met regelmatige werkwoorden op -re en op -re






voca en grammaire chapitre 1 (p. 48 t/m 51)

+ verbes op-er (p.307) + avoir en être (p.310)

Slide 4 - Tekstslide

programme

Samen:  voorbereiding Tâche

in 2-tallen oefenen


Slide 5 - Tekstslide

Regelmatige ww op -re
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op -re. 
Bijvoorbeeld:
  • attendre (wachten)
  • descendre (naar beneden gaan, uitstappen)
  • entendre (horen)
  • répondre (antwoorden)
  • vendre (verkopen)
  • rendre (teruggeven)
  • perdre (verliezen)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vertaal: ik antwoord
A
j'attend
B
je réponds
C
il vend
D
je vends

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb verloren
(perdre, passé composé)
A
J'ai perdu
B
J'ai perdé
C
J'ai perdi

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: Jullie antwoorden

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: Zij wacht

Slide 11 - Open vraag

Werkwoorden op -ER in de présent
1. Haal -ER van het werkwoord af (STAM). 
parler -er = parl
2. Zet hier de juiste uitgang achter:
Je                     + e 
Tu                     + es
Il / elle / on   + e
Nous               + ons
Vous               + ez
Ils / elles       + ent

Slide 12 - Tekstslide

Kies de goede vorm

Je (regarder) la télé.
A
regardes
B
regardons
C
regard
D
regarde

Slide 13 - Quizvraag

Kies de goede vorm

Nous (habiter) à Hilversum.
A
habitez
B
habitons
C
habitent
D
habite

Slide 14 - Quizvraag

Kies de goede vorm

ils (jouer) à l'ordinateur.
A
jouons
B
jouez
C
jouent

Slide 15 - Quizvraag

Kies de goede vorm

Tu (parler) français?
A
parles
B
parle
C
parl
D
parlez

Slide 16 - Quizvraag

Mon père ........ (spreekt) français avec moi.

Slide 17 - Open vraag

Mes soeurs ............... (posten) beaucoup de photos sur Insta

Slide 18 - Open vraag

Zelf toetsvragen bedenken
In 2-tal:
Bedenk zelf 8 toetsvragen:
2 met ww op -er
2 met ww op -re
2 met AVOIR
2 met ÊTRE
Maak ook een antwoordblad

Slide 19 - Tekstslide

Check:
Objectifs de la semaine 45
  • Chapitre 1 Connecté
  • Ik check of ik alle leerdoelen van chapitre 1 heb bereikt
  • Ik kan de onregelmatigwerkwoorden avoir en être gebruiken
  • Ik kan de werkwoorden op –er gebruiken 






L: alle voca en grammaire ch1


M: oefentoets online
Extra oefenbladen 





Slide 20 - Tekstslide

2 invulzinnen met ww op -er

Slide 21 - Woordweb