Beatrijs tweede stuk

Beschouwing: slot
In de conclusie geef je uiteindelijk een korte samenvatting van je beschouwing, waarbij je alle belangrijke oorzaken, gevolgen en oplossingen noemt. 
Het slot 
- geeft een aftastend antwoord op de probleem-/vraagstelling
- sluit de tekst origineel af, waarbij het het beste is nog steeds je eigen mening voor je te houden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beschouwing: slot
In de conclusie geef je uiteindelijk een korte samenvatting van je beschouwing, waarbij je alle belangrijke oorzaken, gevolgen en oplossingen noemt. 
Het slot 
- geeft een aftastend antwoord op de probleem-/vraagstelling
- sluit de tekst origineel af, waarbij het het beste is nog steeds je eigen mening voor je te houden

Slide 1 - Tekstslide

Beschouwing. De opdracht
  • Lees de Beatrijs
  • Lees nog een ander middeleeuws boek met hetzelfde thema
  • Schrijf er een beschouwing over
  • Beschijf hoe actueel de twee boeken nog zijn en hoe achterhaald vanuit 21e eeuws perspectief
  • De dealine volgt nog




Slide 2 - Tekstslide

Beatrijs - anoniem

Slide 3 - Tekstslide

Wat is er tot nu toe gebeurd in de Beatrijs? Beschrijf de situatie toen we vorige week stopten.

Slide 4 - Open vraag

Verhaal tot nu toe
Beatrijs is al jaren verliefd op een jongeman, maar is desondanks toegetreden tot een klooster. Ze merkt dat Eros te sterkt aan haar trekt, om nog als non te leven; ze is nog steeds verliefd. Ze spreekt met haar geliefde af onder de rozenstruik en ze ontmoeten elkaar.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1
 
Lees van: Over hem zwijg ik nu... tot: ... barrevoets was.
(2 voorlezers) 
Wat gaat Beatrijs doen? Wat denkt ze?

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaat Beatrijs doen? Wat denkt ze?
A
Ze wijst de jongeling af en blijft in het klooster
B
Ze gaat uit het klooster. Ze twijfelt.

Slide 7 - Quizvraag

Verder lezen tot regel 295

Slide 8 - Tekstslide

Vanaf regel 295:
Toen het in het oosten begon te dagen, zei ze: ‘God, toeverlaat aller mensen, moogt Gij ons nu beschermen. Ik zie dat het licht begint te worden. Als ik niet met u weggegaan was, zou ik nu de klok voor het ochtendgebed geluid hebben, zoals ik vroeger altijd in het+ klooster deed. Ik ben bang dat ik spijt van deze reis zal krijgen. Er is zo weinig trouw in de wereld waartoe ik me toch gewend heb. De wereld lijkt op de onbetrouwbare+ betrouwbare koopman die namaak gouden ringen voor echte verkoopt’.

Slide 9 - Tekstslide

Heeft ze er vertrouwen in?
Lees van: Toen het in het oosten... tot echte verkoopt.

Slide 10 - Open vraag

Vanaf regel 295
Toen het in het oosten begon te dagen, zei ze: ‘God, toeverlaat aller mensen, moogt Gij ons nu beschermen. Ik zie dat het licht begint te worden. Als ik niet met u weggegaan was, zou ik nu de klok voor het ochtendgebed geluid hebben, zoals ik vroeger altijd in het+ klooster deed. Ik ben bang dat ik spijt van deze reis zal krijgen. Er is zo weinig trouw in de wereld waartoe ik me toch gewend heb. De wereld lijkt op de onbetrouwbare+ betrouwbare koopman die namaak gouden ringen voor echte verkoopt’.

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor vergelijking over de wereld noemt Beatrijs? En wat betekent dat? (rond regel 305)

Slide 12 - Open vraag

Vanaf regel 295
Toen het in het oosten begon te dagen, zei ze: ‘God, toeverlaat aller mensen, moogt Gij ons nu beschermen. Ik zie dat het licht begint te worden. Als ik niet met u weggegaan was, zou ik nu de klok voor het ochtendgebed geluid hebben, zoals ik vroeger altijd in het+ klooster deed. Ik ben bang dat ik spijt van deze reis zal krijgen. Er is zo weinig trouw in de wereld waartoe ik me toch gewend heb. De wereld lijkt op de onbetrouwbare+ betrouwbare koopman die namaak gouden ringen voor echte verkoopt’.

Slide 13 - Tekstslide

Lees tot en met 'onbehouwen pummel' (regel 305). Hoe beledigend is dat woord?

Slide 14 - Open vraag

Wat vind jij van de jongeling?

Slide 15 - Open vraag

Verder lezen tot regel 395
(2 lezers)

Slide 16 - Tekstslide

Jaren van rijkdom
Beatrijs en de jongeling hebben zeven goede jaren waarin twee kinderen worden geboren. Bespreek in je groepje hoe die zeven jaren eruit hebben gezien en beantwoord de volgende vragen:
1. Hoe zag het huis van Beatrijs en de jongeling eruit?
2. Waar zouden Beatrijs en de jongeling hun tijd aan besteden?
3. Zouden ze werken?
4. Hadden ze vrienden?
5. Zouden de kinderen naar school zijn gegaan?

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden Jaren van rijkdom

Slide 18 - Open vraag

Magere jaren
1. Beatrijs blijft met haar twee kinderen alleen achter. Spring weer even ‘terug’ naar de toekomst en bedenk het volgende: je gaat scheiden en je hebt twee kinderen en je hebt nooit gewerkt. 

a. Hoe gaat het dan in onze tijd?
b. Hoe kom je aan een inkomen? Zorgt de overheid daarvoor of moet je daar helemaal zelf voor zorgen?
c. Wat voor regelingen kun je bedenken voor alleenstaande moeders?

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden magere jaren

Slide 20 - Open vraag

Sociaal vangnet
2. Je hebt dus een behoorlijk ‘sociaal vangnet’ in onze tijd.
a. Was dit ook al zo in de Middeleeuwen? Bedenk hoe je je als alleenstaande moeder moest redden.
b. Beatrijs had nóg een nadeel: ze had nooit een beroep geleerd. Hoe zou jij het aanpakken als je haar was?
c. Welk beroep gaat Beatrijs uiteindelijk beoefenen? Waarom kiest ze hiervoor en gaat ze in plaats daarvan niet bedelen?

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden sociaal vangnet

Slide 22 - Open vraag