Mogelijkheden LessonUp

Mogelijkheden LessonUp
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mogelijkheden LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is LessonUp?
Tool voor digitale en interactieve lessen
Uitgebreide Lessenbibliotheek
Makkelijke ICT mogelijkheid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom LessonUp?
Interactie met de leerlingen
Individuele aanspreekbaarheid
Gebruik van ICT in de les
Veel afwisseling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijkheden binnen LessonUp

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken modern imperialisme
Economisch
In de koloniën kunnen landen goedkope grondstoffen vinden voor de industrie (olie, rubber, katen, etc.)
Ook kunnen de industriële producten worden verkocht in de kolonie. De kolonie wordt zo een afzetgebied.
Techonologie
Door de industriële revolutie heeft Europa een technologische voorsprong:
  • Betere, sterkere en meer wapens
  • Betere communicatie over afstanden
  • Beter transport over afstanden
Nationalisme
De Europese landen zijn nationalistisch. Hun land moet dus macht en aanzien hebben. Dit kun je krijgen door andere gebieden te veroveren. Daarnaast vinden ze dat hun "belangrijke" land een groot gebied verdient.
Superioriteitsdenken
De Europeanen voelen zich beter dan anderen. Ze vinden zichzelf superieur en hebben dus het recht om anderen te overheersen. Europeanen dringen hun cultuur dan ook op aan de koloniën, ze vinden zichzelf beschaafder. Veel mensen denken dat dit komt door hun huidskleur, wat leidt tot racisme.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirect bestuur
Gouverneur-Generaal
Inlandse vorsten
Het inlandse volk
Bestuurt
Besturen
Denkt te worden bestuurd door
Wordt daadwerkelijk bestuurd door
Nederlandse overheid
Stuurt aan

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren. 
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
360˚ video van een loopgraaf
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acropolis
De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.
Tempel
De tempel was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.
Agora
De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur en konden de handelaren handelen.
Stad
Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.
Platteland
Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.
Haven
De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.
Stadsmuur
In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Kaart

Laat de leerlingen rondkijken op de Akropolis van Athene (360 graden-foto)
Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees "Revolutie" in het boek
Zet de woorden op de juiste plek
1. In 1789 kwamen de vertegenwoordigers van de drie standen bijeen bij de koning in [..........1..........].

2. Na een ruzie met de [..........2..........] en [..........3..........] stand hielden de burgers van de [..........4..........] stand een aparte vergadering die ze de Nationale Vergadering noemden.

3. De Nationale Vergadering wilde een [..........5..........] en wilde de [..........6..........] van de koning inperken.

4. De Nationale Vergadering schafte de [..........7..........] van de eerste en tweede stand af.
Versailles
eerste
tweede
derde
grondwet
macht
privileges

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De scheiding tussen kerk en staat
Taak voor de staat
Taak voor de kerk
Bischoppen benoemen
Het leger aansturen
Wegen laten bouwen
Belasting innen
Kerken laten bouwen
Ongelovigen straffen
Misdadigers straffen
Wetten bepalen
Een domein besturen
Gods ideeën verspreiden

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Handelskapitalisme
Industrieel kapitalisme
Ontstaat rond
Producten worden gemaakt in
Werkgevers zijn
Werknemers zijn
De grootte van het bedrijf is
Handelskapitalisme wordt vervangen door industrieel kapitalisme. Zet de kenmerken op de juiste plek in de tabel
1800
Fabrieken
Klein bedrijf
Huisnijverheid
Fabrieksarbeiders
Groot bedrijf
Koopmannen
Fabriekseigenaren
1400
Boeren en arbeiders

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over
Lodewijk XIV?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Gebruik bron 1
Volgens het bijschrift is dit een 'symbolische prent'. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
De tekenaar probeert met zijn tekening boeren aan te zetten tot vernielingen
B
Het vernielen van spullen van edelen en geestelijken moet je niet letterlijk nemen
C
In werkelijkheid was het andersom: adel en geestelijkheid vernielen spullen van boeren
D
Met deze tekening probeert de tekenaar precies af te beelden wat hij heeft gezien

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Gebruik bron 1
Wat is de mening van de maker over de standenmaatschappij? (verwijs naar de bron)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

8

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:44
Waarom verhuizen deze landarbeiders naar de stad?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:14
Waarom gaan de mensen niet gewoon in een betere woning wonen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:51
Omschrijf de
leefomstandigheden

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

04:22
Waarom nemen fabrieksbazen graag kinderen aan?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:23
Wie kreeg wat betaald?
ƒ6.60 per week
ƒ2.70 per week
ƒ1.80 per week

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

05:04
Omschrijf de
werkomstandigheden

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

05:55
Waarom accepteren de mensen deze werkomstandigheden?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

06:24
1) Fabriekseigenaren betalen  [.................1.................]  loon, want dan kunnen ze meer  [.................2.................]  maken

2) Fabriekseigenaren betalen  [.................3.................]  loon als iemand ziek is, want een zieke  [.................4.................]  geld voor de baas

3) Fabriekseigenaren maken machines  [.................5.................], want anders  [.................6.................]
De slechte werkomstandigheden zijn het gevolg van kapitalisme. Maak de zinnen kloppend.
geen
wel
veel
verdient geen
verdient
producten
brengt het geld op
onveilig
winst
zo min mogelijk
veilig
kost  het geld

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies