1.3 plantaardige en dierlijke cellen

1.3 plantaardige en dierlijke cellen
Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen benoemen en de functies ervan beschrijven.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.3 plantaardige en dierlijke cellen
Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen benoemen en de functies ervan beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Basisonderdelen (organellen) van een cel

zie volgende slide :).

Slide 2 - Tekstslide

Plantaardige cel

Slide 3 - Tekstslide

Verschil tussen plantaardige en dierlijke cellen
  • Plantaardige cellen hebben een celwand en een vacuole
  • Plantaardige cellen hebben plastiden (korrels):
  • Chloroplasten (bladgroenkorrels)
  • Chromoplasten (kleurstofkorrels)
  • Leukoplasten (dienen om stoffen als vet, zetmeel, en eiwit in op te slaan)
  • Plastiden kunnen overgaan in andere plastiden (bv rijping van een tomaat, gaat van groen > geel > oranje > rood!)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Plastiden
  • Chloroplasten/bladgroenkorrels: bevat groene kleurstof (chlorofyl, chloro = groen!
  • Chromoplasten: gele, oranje of rode kleurstof (chromo = kleur!)
  • Leukoplasten: opslag vet, zetmeel en eiwit . (leuko = wit!)

Rijping vrucht: chloro => chromo

Slide 6 - Tekstslide

Celorganellen en hun functies
  • Intracellulaire ruimte: gevuld met lucht of vocht > opvulling tussen de plantaardige cellen
  • Kernmembraan: vormt buitenste laag van de celkern > houdt het bij elkaar
  • Kern: bevat alle genetische informatie van het organisme 
  • Vacuolemembraan: membraan om de vacuole > houdt het bij elkaar
  • Vacuole: opgevuld met vocht > geeft stevigheid aan de cel/plant (kan kleurstof bevatten)
  • Celmembraan: bestaat voor grootste deel uit vetmoleculen > scheidt inwendig (cytoplasma) van uitwendig milieu
  • Celwand: géén cel onderdeel, bestaat uit tussencelstof > geeft stevigheid
  • Cytoplasma: bestaat uit grondplasma (water en opgeloste stoffen) + allerlei organellen
  • *Plastiden: zie vorige slide

Slide 7 - Tekstslide

Benoem de onderdelen. Welke cel is dit?
cytoplasma
kern
kernmembraan
celmembraan
celwand
intercellulaire ruimte
vacuole

plastide (bladgroenkorrels)
vacuolemembraan

Slide 8 - Sleepvraag

Benoem de onderdelen. Welke cel is dit?
cytoplasma
kernplasma
kernmembraan
celmembraan

Slide 9 - Sleepvraag

Bekijk de volgende 4 slides en probeer de onderdelen (organellen) te herkennen. 
Is het een dierlijke of plantaardige cel? 
Waar zie je dat aan? 
Zie je chroloplasten, chromoplasten of leukoplasten?


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten 1.3 ONLINE maken (behalve 43)
1.1: Wat kun je met biologie? (p.10-19)
 Maken + nakijken: opdr 3 t/m 9, 12, 17 t/m 21. 
1.3: Plantaardige en dierlijke cellen (p.28-33).
Maken + nakijken: opdr 43 t/m 49, 51, 52 en 53. 
Extra vragenmoment:
Maandag 25 sept 13.00 - 13.30 @A308 (science lab). Laat via de mail weten of je hier bij bent.
Volgende les: donderdag 5 oktober: SO 1.1 + 1.3. Zie "manieren om te leren voor biologie!"

Slide 15 - Tekstslide