Lezen H2.3

Lezen H2.3
Informatieve tekst
Interviewverslag
Functies van inleiding en slot

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen H2.3
Informatieve tekst
Interviewverslag
Functies van inleiding en slot

Slide 1 - Tekstslide

Informatieve tekst

Slide 2 - Woordweb

Welke tekstvorm is géén informatieve tekst?
A
Nieuwsbegrip
B
Schoolboektekst
C
Advertentie
D
Handleiding

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat er altijd in een informatieve tekst?
A
Feiten
B
Meningen

Slide 4 - Quizvraag

Informatieve tekst
- Bevat vooral feitelijke informatie: uitleg, kennis, informatie
- Verschillende vormen: nieuwsbericht, sportverslag, interviewverslag, schoolboektekst, wetenschappelijk artikel, handleiding

Slide 5 - Tekstslide

Interview

Slide 6 - Woordweb

Het interviewverslag
- Letterlijk: laat vragen staan, antwoorden worden letterlijk opgescheven, alleen onbelangrijke details worden weggelaten
- Samenvattend: laat vragen weg, vat antwoorden samen en wisselt af met letterlijke uitspraken
- Komt vaak voor in kranten en tijdschriften
- In de inleiding staat informatie over de geïnterviewde en de aanleiding voor het interview

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke functie(s) kan een inleiding allemaal hebben?

Slide 9 - Open vraag

Welke functie heeft bijna elke inleiding?
A
Samenvatting geven
B
Centrale vraag stellen
C
Aandacht trekken
D
Schrijver voorstellen

Slide 10 - Quizvraag

Functies van een inleiding
- Bijna altijd: aandacht trekken
- Onderwerp noemen
- Aanleiding noemen
- Centrale vraag stellen
- Mening van de schrijver geven
- Samenvatting van de inhoud geven

Slide 11 - Tekstslide

Bij welke tekstvorm wordt er meestal een samenvatting gegeven in de inleiding?
A
Stripverhaal
B
Betoog
C
Interviewverslag
D
Nieuwsbericht

Slide 12 - Quizvraag

Welke functies kan een slot allemaal hebben?

Slide 13 - Open vraag

Functies van het slot
- Conclusie geven (dus, daarom, dan ook)
- Samenvatting geven (kortom, samenvattend)
- Advies geven (het is raadzaam, het is beter, het is aan te raden)

Slide 14 - Tekstslide