Personal pronouns (2)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

PERSONAL PRONOUNS
Personal pronouns gebruiken we in de onderwerpsvorm en de voorwerpsvorm.
We gebruiken de onderwerpsvorm wanneer het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp in de zin is.

Ik -> I
Jij -> you
Hij / zij / het -> he / she / it

Wij -> we
Jullie -> you
Zij -> they

Slide 2 - Tekstslide

PERSONAL PRONOUNS
We gebruiken de voorwerpsvorm wanneer we willen verwijzen naar personen, dieren of dingen.

Mij -> me
Jou -> you
Hem / haar / het -> him / her / it
Wij -> us
Jullie -> you
Hen -> them


Slide 3 - Tekstslide

PERSONAL PRONOUNS
Voorbeelden:

Would you like to come with me?
Can I help you?
Jake is going to the movies tonight, and I am going with him.
We are going to lunch, would you like to join us?


Slide 4 - Tekstslide

I want to meet her / she.
A
her
B
she

Slide 5 - Quizvraag

He/his is always friendly to I / me.
A
he - I
B
He - me
C
his - I
D
his - me

Slide 6 - Quizvraag

Show your hands so I can see they / them.
A
they
B
them

Slide 7 - Quizvraag

Where are my glasses? You are wearing it / them.
A
it
B
them

Slide 8 - Quizvraag

He is buying flowers for Diana, because he is in love with her / him.
A
her
B
him

Slide 9 - Quizvraag

Wait for us / them! We are going the same way.
A
us
B
them

Slide 10 - Quizvraag

What's the name of that shop again? I'm afraid I can't remember it / her
A
it
B
her

Slide 11 - Quizvraag

Let ___ introduce myself
A
them
B
its
C
his
D
me

Slide 12 - Quizvraag

Ik vond dit een leukere les dan normaal
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik heb wat geleerd door deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll