H5.3 actief op de arbeidsmarkt

H5.3 
Actief op de arbeidsmarkt
BLZ 140

Meneer Vromans 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5.3 
Actief op de arbeidsmarkt
BLZ 140

Meneer Vromans 

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor vandaag
  • Terugblik vorige les 

  • Theorie H5.3 

  • Aan de slag


Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les 
  • Enkele vragen over vorige les 

  • Beantwoord de vragen zelfstandig 

Slide 3 - Tekstslide

Welk van de vier is GEEN ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
V.o.F
C
B.V.
D
A.P.

Slide 4 - Quizvraag

Je bent persoonlijk aansprakelijk bij een...
A
BV en VOF
B
Eenmanszaak en VOF
C
Eenmanszaak en BV

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoelen 5.3

- Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit?


- Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?


- Welk werk telt mee in de economische cijfers?

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsmarkt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.

Slide 11 - Quizvraag

Beroepsbevolking
  • Dat is iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werk zoekt.


  • De beroepsbevolking bestaat uit de werkzame beroepsbevolking: alle werknemers en mensen die voor zichzelf werken

  • werkloze beroepsbevolking: alle mensen die werk zoeken


Slide 12 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd hoor je bij de beroepsbevolking?
A
14 jaar
B
15 jaar
C
16 jaar
D
18 jaar

Slide 13 - Quizvraag

Algemene wet gelijke behandeling
  • Kans voor betaald werk is niet voor iedereen even groot

  • Algemene wet gelijke behandeling 

  • Geen onderscheid voor: geslacht, ras, leeftijd of afkomst

  •  

Slide 14 - Tekstslide

Arbeidsdeelname (arbeidsparticipatie)
Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.

De overheid verwacht een tekort aan arbeidskrachten op de arbeidsmarkt en wil dat een groter deel van de bevolking gaat werken.

Slide 15 - Tekstslide

2 verschillende sectoren
  • Formele sector

  • Informele sector 

Slide 16 - Tekstslide

formele sector
Als je een betaalde baan hebt, werk je in de formele sector. 

Slide 17 - Tekstslide

informele sector

grijs werk: vrijwilligers werk of werk in huishouding (ONBETAALD)

zwart werk: niet geregistreerd, geen belasting en sociale premies, strafbaar

(BETAALD)

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag met H5.3
Opdracht 25 tot en met 35

BLZ 140 

Eerste 5 min zelfstandig aan de slag 

Slide 19 - Tekstslide

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 20 - Quizvraag

Wat valt onder de formele sector?
A
wit werk
B
grijs werk
C
zwart werk
D
grijs en zwart werk

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een vorm van zwart werk?
A
vrijwilligerswerk
B
oppassen

Slide 22 - Quizvraag