3.3 en 3.4

Wat zijn de vijf voordelen van groen?
1 / 29
volgende
Slide 1: Open vraag
Vergroening stedelijke omgevingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn de vijf voordelen van groen?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Leg het begrip biodiversiteit uit

Slide 3 - Open vraag

Biodiversiteit: de hoeveelheid variatie in soorten planten en dieren in een gebied.

Slide 4 - Tekstslide

Vergroening stedelijke omgeving

Slide 5 - Tekstslide

Lesplan
Theorie 3.3 en 3.4
Teeltplan + waar komt mijn vlees vandaan
maken 3.3 en 3.4 in je werkboek

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet wat argumenten zijn voor of tegen stadslandbouw
  • Ik kan de groeivoorwaarden toepassen op eetbaar groen en hiermee horizontale en verticale tuinen inrichten.
  • Ik kan in en om de stad eetbaar groen planten, verzorgen en oogsten.
  • Ik kan informatie geven over de productie van voedsel:
  • - Vlees, eieren en zuivel
  • - Graan en graanpoducten
  • - Groenten, fruit, bloemen en planten

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat zijn voordelen van stadslandbouw?

Slide 9 - Woordweb

Wat stelt deze
afbeelding voor?
A
Verticale landbouw
B
Stadslandbouw
C
Precisielandbouw
D
Kringlooplandbouw

Slide 10 - Quizvraag

3 ps

Slide 11 - Tekstslide

Stadslandbouw is een duurzame
manier van verbouwen van groente. Waarom is dat zo?
A
Weinig arbeidskosten
B
Weinig transportkosten
C
Weinig afval
D
Weinig meststoffen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van stadslandbouw?
A
Een balkon met kruiden
B
Een moestuin op een schoolplein
C
Een berm
D
Een stadspark

Slide 13 - Quizvraag

Groeivoorwaarden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aanleggen van een eetbare tuin
  • teeltmedium: middel om planten op te telen
  • potgrond: mengsel van natuurljke grondstoffen (bijv. veen vermengd met compost, kalk en meststoffen.)
  • moestuingrond: een vruchtbare grond met een losse structuur
  • vermiculiet: gesteente dat verhit wordt en dan uitzet zodat het een groot vochthoudend vermogen krijgt.
  • substraat: kunstmatige grond met korrels met proiën
     die water en/of lucht vast kunnen houden

Slide 16 - Tekstslide

Maken van een teeltplan
elke plant heeft andere voedingsstoffen nodig

1. Wat wil je verbouwen?
2. Wanneer je gaat zaaien, planten en oogsten (tijd)?
3. Op welke plek de groenten zullen gaan groeien (plaats)?




vruchtwisseling

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de groeivoorwaarden van een plant?

Slide 18 - Open vraag

Dierlijk voedsel
Producten die door dieren geproduceerd worden
Bouwstoffen: vitamine, ijzer, eitwit
Zuivel: melkproducten zoals; Yoghurt, room, boter en kaas

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

4

Slide 21 - Video

00:32
Wat zijn de eerste 2 stappen in het productieproces van yoghurt?

Slide 22 - Open vraag

01:30
Wat wordt er uit de melk gehaald?
A
Suikers
B
Bacterien
C
Vet
D
Eiwitten

Slide 23 - Quizvraag

01:44
Hoe noem je het proces wat plaatsvindt in de pasteur?

Slide 24 - Open vraag

03:12
Welke stappen doorloop de melk allemaal voordat dit yoghurt wordt?

Slide 25 - Open vraag

Plantaardige producten
Eetbare plantdelen ---->

Productieproces van zuurkool 


In een productieproces gaan vaak voedingsstoffen verloren

Slide 26 - Tekstslide

Door de productie van melkzuur door melkzuurbacteriën wordt yoghurt of zuurkool langer houdbaar, hoe komt dat?
A
Alle zuurstof wordt opgebruikt bij de melkzuurgisting
B
Door melkzuurgisting is er geen water meer aanwezig
C
De pH gaat omhoog door melkzuurgisting
D
De pH gaat omlaag door melkzuurgisting

Slide 27 - Quizvraag

Bij welke schakel passen deze onderdelen uit het productieproces van kristalsuiker?
teeltbedrijf
verwerkingsbedrijf
transportbedrijf
detailhandel
suikerbieten oogsten
suikerbieten naar de fabrieken brengen
Bieten in dunne reepjes snijden en in water verwarmen
diervoeder naar een afnemer vervoeren
Pakken met suiker in het schap leggen voor de klanten
suikerbieten zaaien

Slide 28 - Sleepvraag

Wat ga je doen
- compost in de tuintjes
- stro eroverheen


Slide 29 - Tekstslide