6.2 De zeespiegel stijgt (deel 1)

Programma
- Lessonup 6.2 De zeespiegel stijgt
- Gebruik bij alle vragen, ook gewoon je boek / learnbeat. Je hoeft nu nog niets uit je hoofd te kunnen. 
  Sla je boek open op 6.1 / of pak learnbeat erbij!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
- Lessonup 6.2 De zeespiegel stijgt
- Gebruik bij alle vragen, ook gewoon je boek / learnbeat. Je hoeft nu nog niets uit je hoofd te kunnen. 
  Sla je boek open op 6.1 / of pak learnbeat erbij!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroomgebieden van Nederlandse rivieren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer had Nederland
met dit soort vlechtende
rivieren te maken?
A
tijdens het hele Pleistoceen
B
tijdens interglacialen
C
tijdens de Saale-ijstijd
D
tijdens het Holoceen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu Meanderen
                                           de rivieren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de tekst in  de juiste volgorde
1.
2.
3.
4.
5.
Rivier legt materiaal neer; dik pakket zand en klei
Gletsjer vanuit Scandinavie komen richting Nederland
Gletsjer werkt als een bulldozer en schuift materiaal voor zich uit, stuwwallen vormen
Onder het ijs is al het materiaal verpulverd, dit vormt een dikke laag materiaal
Er ontstaat een dikke laag die keileem wordt genoemd en bestaat uit ongesorteerd materiaal

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland heeft ooit ook mega veel ijs gelegen. In welke geologische tijd was dat?
A
Het Holoceen
B
Het Pleistoceen
C
Het Jura
D
Het Krijt

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het landschap in NL is gevormd door dit ijs. Wat zien we hier naast het bankje:
A
Een stuwwal
B
Een keileemkop
C
Een zwerfkei
D
Löss (type zand)

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er waren in die tijd andere rivieren. Hoe heet het type rivier dat je op de foto ziet?
A
De maas
B
Meanderende rivier
C
Kronkelende rivier
D
Vlechtende rivier

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Saale-ijstijd kwam het ijs tot halverwege NL, ongeveer tot de HUN lijn. Waar staat HUN voor?
A
Huh-uh-never mind
B
Haarlem - Utrecht - Nijmegen
C
Holoceen - Uitgraving - Natuurijs
D
Heerenveen - Urk - Naaldwijk

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de laatste ijstijd was het koud, maar bereikte het ijs NL niet. Er was een poolwoestijn. Zand werd ver geblazen. Het fijnste type zand werd helemaal naar zuid-limburg geblazen. Hoe heet dit type zand?
A
Löss
B
Grind
C
Keileem
D
Dekzand

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pleistoceen
Holoceen
Stijgende zeespiegel
IJstijden
Groot waddengebied
Ontstaan stuwwallen
Ontstaan veen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

6.2 De zeespiegel stijgt

Tijdens ijstijden in het Pleistoceen:
Water opgeslagen in ijs
Wat gebeurt er als het klimaat opwarmt?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • Het verschil in klimaat tussen het pleistoceen en holoceen opnoemen

  • uitleggen wat er gebeurde met het landschap van Nederland tijdens het holoceen


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geologische tijdschaal
holoceen (warm)
pleistoceen (Afwisseling warm en koud)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.1
6.2
Pleistoceen
Ijstijden 

Vorming van het landschap:
- keileem (materiaal)
- stuwwallen
- dekzand / löss 

Holoceen
stijgende zeespiegel

Vorming van het landschap?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet wat zeespiegelstijging is;
Je weet waardoor het klimaat veranderd;
Je kent de waddenkust;
Je kent de Maas en de Rijn;
                

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het grote plaatje

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegel stijging?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegelstijging

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegel stijgt door:

  • absolute stijging
  • relatieve stijging

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegelstijging
Absolute stijging

Relatieve stijging


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de relatieve zeespiegelstijging?
A
zeespiegelstijging + veenwinning
B
zeespiegelstijging + dijkhoogte
C
Zeespiegeltijging + bodemdaling
D
zeespiegelstijging + grondwaterpijl

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de relatieve zeespiegelstijging
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stijgende zeespiegel
  1. In het holoceen warmde het klimaat op en ijskappen smolten = absolute zeespiegel.
  2. Zeespiegel steeg ook door bodemdaling                             Samen zorgen bodemdaling en afsmelten van het ijs voor een relatieve zeespiegelstijging. 
Bodemdaling door wip!?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland ligt hoog in de ijstijd
Scandinavië ligt laag in de ijstijd door de druk van landijs.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dikke laag landijs is gesmolten en Scandinavië gaat langzaam weer omhoog
Nederland zakt langzaam naar beneden omdat Scandinavië weer omhoog gaat

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen oorzaak van bodemdaling?
A
Wipwap effect
B
Delfstoffen winnen
C
Polders leegpompen
D
Zware gebouwen bouwen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat veen?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij; ''Nadat de zee grote delen van het Hollandveen had weggeslagen, werden de overgebleven stukken land in Noord- en Zuidwest-Nederland bij overstromingen weer bedekt met dit materiaal.''
A
Oude zeeklei
B
Basisveen
C
Hollandveen
D
Jonge zeeklei

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1e veenvorming
(zwart in tekening)
A
Hollandveen
B
Brabantveen
C
Basisveen
D
Grondveen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland kennen we 2 soorten veen, welke zijn dat?
A
Eerste veen en basisveen
B
Basisveen en tweede veen
C
Basisveen en Hollandveen
D
Eerste veen en Hollandveen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij: ''Omdat de zeespiegel en het grondwaterpeil steeg, ontstond een moerassig gebied. Dode plantenresten kregen niet of nauwelijks de kans te verteren en vormden de eerste laag die in het Holoceen in Laag-Nederland ontstond.''
A
Oude zeeklei
B
Basisveen
C
Hollandveen
D
Jonge zeeklei

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke grondsoort is het oudst?
A
Jonge zeeklei
B
Rivierklei
C
Hollandveen
D
Basisveen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de eerste laag veen die ontstond in het Holoceen in Laag-Nederland?
A
Hollandveen
B
Basisveen
C
Elizabethveen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en) check
Aan het einde van de les kan je:
  • Het verschil in klimaat tussen het pleistoceen en holoceen opnoemen

  • uitleggen wat er gebeurde met het landschap van Nederland tijdens het holoceen


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig lezen 
en verwerken

  • Lees: inleiding t/m  klimaat warmt op, zeespiegel stijgt
  • Maak: paragraaf 6.2

Slide 39 - Tekstslide

Verdiepend artikel

https://nieuws.nl/algemeen/20220120/knmi-zeespiegel-stijgt-door-klimaatverandering-15-keer-zo-snel/